Inhoudsopgave
Advertenties
Werkingsprincipe
Beschrijving van de pneumatisch
functie
Gastoevoer
De persgassen Air en O
de filters (A) en terugslagventielen (B) naar de
drukregelaars (C) die een constante druk voor
beide gassen genereren. De terugslagventielen
(B) voorkomen dat het gas terugstroomt naar de
centrale gastoevoer.
De absolute drukopnemers (D) meten en bewaken
de systeemdruk. Air en O
drukregelaars (C) en naar het magneet-
omschakelventiel (G) geleid, dat de regellucht of
het kalibratiegas via het magneetventiel (H) naar
de magneetventielen (I) en (W) stuurt, en verder
leidt naar het veiligheidsventiel (P), het PEEP-
regelventiel (R) en het expiratieventiel (T). Beide
gassen worden vanuit de drukregelaars (C) naar
de magneetventielen (E) en doseersystemen (F)
geleid, die de beide gassen kunnen mengen en
doseren. Het gasmengsel stroomt via de
inspiratieleiding naar de patiënt.
Bij een uitval van de gastoevoer, kan er
omgevingslucht door het filter (K) en het
terugslagventiel (J) worden aangezogen. Het
terugslagventiel (J) voorkomt dat het ademgas
ontsnapt in de omgeving.
Gecontroleerde beademing
De permanente flow stroom via de inspiratieleiding
naar het Y-stuk.
De inspiratoire zuurstofconcentratie wordt door het
open pneumatische regelventiel (L) gemeten bij de
O
-sensor (N).
2
Het veiligheidsventiel (P) wordt geopend als er een
belemmerende stenose en drukverlaging in het
expiratiesysteem wordt herkend.
154
worden toegevoerd via
2
worden verdeeld na de
2
Inspiratie
Het expiratieventiel (T) wordt geactiveerd door het
PEEP-regelventiel (R) en sluit de expiratieleiding.
De permanente flow stroomt naar de longen van
de patiënt. De beademingsdruk wordt gemeten
met twee relatieve drukopnemers (Q) en (V). De
drukbegrenzing wort geregeld via het
expiratieventiel (T).
Expiratie
Het PEEP-regelventiel (R) verlaagt de stuurdruk
bij het expiratieventiel (T). Het expiratieventiel
opent het beademingssysteem. De expiratie
verloopt via het open expiratieventiel (T). De
ejector (X) wordt geactiveerd door het geopende
magneetventiel (W) en ondersteunt de expiratie.
PEEP
Het PEEP-regelventiel (R) genereert een
stuurdruk, die de PEEP in het
beademingssysteem regelt aan de regelzijde van
het expiratieventiel (T).
CPAP
De stuurdruk die door het PEEP-regelventiel (R)
wordt gegenereerd is van invloed op de regelzijde
van het expiratieventiel (T) en wekt een continue
positieve beademingsdruk op in het
beademingssysteem. De permanente flow stroomt
via het Y-stuk en het expiratieventiel (T).
Gebruiksaanwijzing Babylog 8000 plus SW 5.n
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
