5.
Verwijder de transportvergrendelingen en de verzendtape van de nieuwe printcartridge. Gooi de
verzendtape en de transportvergrendelingen weg volgens plaatselijke richtlijnen.
6.
Lijn de printcartridge uit met de geleiders in de MFP en plaats de printcartridge met de hendels
totdat de printcartridge goed vastzit.
176
Hoofdstuk 13 De MFP (multifunctioneel randapparaat) beheren en onderhouden
NLWW