Een statisch IP-adres handmatig configureren vanaf het bedieningspaneel:
1.
Druk op het bedieningspaneel op Menu.
2.
Gebruik de pijlen om Netwerkconfiguratie te selecteren.
3.
Druk op Invoeren.
4.
Druk op de pijlen om het menu TCP/IP-configuratie te selecteren.
5.
Druk op Invoeren.
6.
Druk op de pijlen om Handmatig te selecteren.
7.
Houdt
Invoeren
8.
Druk op de
verlagen.
9.
Druk op
adres is ingesteld, drukt u op
10.
Op het grafische display verschijnt Ja. Druk op
IP-adres wilt wissen en een ander IP-adres wilt invoeren, drukt u op de
rechts. Op het display verschijnt Nee.
11.
Na het selecteren van het IP-adres voert u het subnetmasker en de standaardgateway in door de
stappen 8–10 te herhalen. U verzamelt als volgt de informatie voor het subnetmasker en de
standaardgateway in Windows XP Pro:
1.
Klik op Start, selecteer Alle programma's, Bureau-accessoires en vervolgens
Systeemwerkset.
2.
Klik op Systeeminfo, Onderdelen, Netwerk en vervolgens op Adapter. De informatie over
de huidige computerinstellingen wordt weergegeven. Noteer de informatie over het
subnetmasker en de standaardgateway.
12.
Wanneer alle informatie is ingevoerd, wordt de MFP mogelijk uit- en weer ingeschakeld.
13.
Als op enig moment tijdens het configureren op
menu en worden de adressen niet opgeslagen.
Automatische configuratie
1.
Druk op het bedieningspaneel op Menu.
2.
Selecteer Netwerkconfiguratie met de pijlen en druk vervolgens op Invoeren.
3.
Selecteer TCP/IP-configuratie met de pijlen en druk vervolgens op Invoeren.
4.
Selecteer Automatisch met de pijlen en druk vervolgens op Invoeren.
Het kan enige minuten duren voordat het automatisch ingestelde IP-adres gereed is voor gebruik.
Opmerking
uitschakelen, kunt u dat uitsluitend doen via de opties in de geïntegreerde webserver of in
HP ToolboxFX.
NLWW
ingedrukt.
pijl naar links
of de
Invoeren
om de cursor naar het volgende drietal te verplaatsen. Wanneer het volledige
Invoeren
Als u bepaalde automatische IP-modi (zoals BOOTP, DHCP of AutoIP) wilt in- of
pijl naar rechts
om de waarde van elk drietal te verhogen of te
om het bevestigingsscherm weer te geven.
Invoeren
Annuleren
De MFP configureren en op het netwerk gebruiken
om de configuratie op te slaan. Als u het
pijl naar links
wordt gedrukt, verlaat het systeem het
of de
pijl naar
111