Afdruktaken beheren
Als u afdrukinstellingen wijzigt, volgt u de structuur waarin prioriteit is gegeven aan wijzigingen. (De
namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen verschillen afhankelijk van het programma.)
●
Dialoogvenster Toepassingsinstellingen. Dit dialoogvenster wordt geopend als u op
Toepassingsinstellingen of op een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma klikt. Dit dialoogvenster is een onderdeel van het programma waarin u werkt. De
instellingen die u hier wijzigt, hebben voorrang op instellingen die elders zijn gewijzigd.
●
Dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend als u op Afdrukken,
Printerinstelling of op een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma klikt.
Dit dialoogvenster is ook een onderdeel van het programma, maar heeft een lagere prioriteit dan
het dialoogvenster Toepassingsinstellingen. Instellingen die zijn gewijzigd in het
dialoogvenster Afdrukken hebben geen voorrang op de instellingen die u hebt gewijzigd in het
dialoogvenster Toepassingsinstellingen. De instellingen die u hier wijzigt, hebbenwel voorrang
op instellingen die zijn gewijzigd in het printerstuurprogramma.
●
Printerstuurprogramma: het printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op
Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. De instellingen die u hier wijzigt, hebben
geen voorrang boven instellingen die elders zijn gewijzigd.
Afdrukmateriaalinstellingen selecteren
Als een taak naar de printer wordt verzonden, wordt in het printerstuurprogramma bepaald uit welke
papierlade papier voor de printer wordt gehaald. Standaard wordt automatisch de lade geselecteerd,
maar een bepaalde lade kan worden gekozen op basis van drie gebruikersinstellingen: Bron, Type
en Formaat. Deze instellingen zijn beschikbaar in het dialoogvenster Toepassingsinstellingen, het
dialoogvenster Afdrukken of in het printerstuurprogramma.
Instelling
Bron
Type of Formaat
134
Hoofdstuk 12 Procedures
Beschrijving
De printer wordt ingesteld om papier te halen uit een door de
gebruiker opgegeven lade. De printer probeert om vanuit de
opgegeven lade af te drukken, ongeacht de soort en het
formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als de
geselecteerde lade echter via HP ToolboxFX is geconfigureerd
voor een soort of formaat dat niet geschikt is voor de
afdruktaak, wordt er niet automatisch afgedrukt. Als u wilt
beginnen met afdrukken, plaatst u de juiste soort of het juiste
formaat afdrukmateriaal voor de afdruktaak in de
geselecteerde lade. Als u afdrukmateriaal in de lade plaatst,
begint de printer met afdrukken. Als de printer niet begint met
afdrukken:
●
Controleer of de ladeconfiguratie overeenkomt met het
formaat of de soort van de afdruktaak.
●
Druk op
Invoeren
om vanuit een andere lade af te
drukken.
De printer wordt ingesteld om papier of afdrukmateriaal te
halen uit de eerste lade met de geselecteerde papiersoort en
het geselecteerde papierformaat. Bij speciale
afdrukmaterialen, zoals etiketten of transparanten, moet u
altijd afdrukken op de soort afdrukmateriaal.
NLWW