Instellingen voor de koppelingssnelheid
Opmerking
MFP mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. In de meeste situaties
moet de automatische modus van de MFP ingeschakeld blijven. Houd er rekening mee dat
wijzigingen het uit- en weer inschakelen van de MFP tot gevolg kunnen hebben. Breng uitsluitend
wijzigingen aan wanneer de MFP buiten gebruik is.
1.
Druk op het bedieningspaneel op Menu.
2.
Selecteer Netwerkconfiguratie met de pijlen en druk vervolgens op Invoeren.
3.
Selecteer Koppelingssnelheid met de pijlen en druk vervolgens op Invoeren.
4.
Druk op de pijlen om een van de volgende instellingen te selecteren.
●
Automatisch
●
10T Vol
●
10T Half
●
100T Vol
●
100T Half
Opmerking
netwerkapparaat waarop de MFP wordt aangesloten (een netwerkhub, switch, gateway of
computer).
5.
Druk op Invoeren. De MFP wordt mogelijk uit- en weer ingeschakeld.
Ondersteunde netwerkprotocollen
In de volgende tabel worden de netwerkservices/protocollen vermeld die worden ondersteund door de
HP Color LaserJet CM1017 MFP.
Tabel 11-1
Afdrukken
Servicenaam
poort 9100 (directmodus)
LPD (Line Printer Daemon)
Tabel 11-2
Detectie van netwerkapparaten
Servicenaam
SLP (Service Location Protocol)
Bonjour, (wordt meestal Rendezvous of mDNS (multicast
Domain Name Service) genoemd)
112
Hoofdstuk 11 Netwerk configureren en beheren (HP Color LaserJet CM1017 MFP)
Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de koppelingssnelheid en duplex, kan de
Deze instelling moet overeenkomen met de instelling van het
Beschrijving
Afdrukservice
Afdrukservice
Beschrijving
Protocol voor het opsporen van apparaten, wordt gebruikt om
netwerkapparaten te zoeken en te configureren. Wordt
voornamelijk gebruikt door Microsoft-toepassingen.
Protocol voor het opsporen van apparaten, wordt gebruikt om
netwerkapparaten te zoeken en te configureren. Wordt
voornamelijk gebruikt door Apple Macintosh-toepassingen.
Zie
Software voor Macintosh
voor meer informatie.
NLWW