Advertenties
92 Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie
Keuze van de voedingstransformator
Basisrichtlijnen
￭
1.
Bepaal het schijnbare vermogen van de transformator. U kunt deze vuistregel
gebruiken:
S
(kVA) = 1,16 × de som van het motorasvermogen (kW)
N
2.
Bepaal de nominale spanning voor de secundaire wikkeling van de transformator
volgens de nominale ingangsspanning van de omvormer. Zie de
hardwarehandleiding van de voedingseenheid.
3.
Controleer of de transformator voldoet aan de specificaties van het elektriciteitsnet
van de omvormer. Zie de hardwarehandleiding van de betreffende omvormer of
voedingseenheid voor:
•
nominale ingangsspanning, toegestane spanningsvariatie en onbalans
•
nominale frequentie en toegestane variatie
•
eisen voor de kortsluitvastheid en kortsluitstroombeveiliging
•
enzovoort.
4.
Denk aan de aanvullende opmerkingen hieronder.
5.
Neem contact op met de fabrikant van de transformator voor meer informatie
over de keuze van de transformator.
Aanvullende opmerkingen
￭
Een omvormer groter dan 500 kVA met een IGBT-voedingseenheid
Gebruik een transformator met twee wikkelingen speciaal voor omvormers. U kunt
ook een transformator met drie wikkelingen gebruiken en alleen omvormers op dezelfde
secundaire wikkeling aansluiten. Als het nodig is om andere apparatuur op dezelfde
transformatorwikkeling aan te sluiten, volg dan deze instructies om schade te
voorkomen:
•
Sluit een directe online motor niet aan op dezelfde transformatorwikkeling als de
omvormer, tenzij de motor is ontworpen voor gebruik met frequentieomvormers.
•
Sluit geen capacitieve belastingen (bijvoorbeeld verlichting, pc's, PLC's,
condensatoren voor compensatie van de arbeidsfactor) aan op dezelfde
transformatorwikkeling als de omvormer.
Advertenties
