146 Elektrische installatie
Herhaal het bovenstaande voor elke omvormer.
2.
Terwijl het paneel aangesloten is op één eenheid, linkt u de eenheden via
Ethernetkabels.
3.
Schakel de busafsluiting aan op de omvormer die het verst weg is van het
bedieningspaneel in de keten.
•
Bij omvormers waarbij het paneel op de frontkap gemonteerd is: beweeg de
afsluitschakelaar naar de buitenste stand.
•
Met de FDPI-02 module en BCU-02 besturingseenheid: zet de afsluitschakelaar
S1 op de FDPI-02 module in de stand TERMINATED .
•
Met de FDPI-02 module en UCU-22...26 besturingseenheid: zet de
afsluitschakelaar S1 op de FDPI-02 module in de stand OPEN . Zet de
afsluitschakelaar XPAN TERM van de UCU-22...26 besturingseenheid op ON .
Zorg er voor dat de busafsluiting uit is op alle andere omvormers.
4.
Op het bedieningspaneel schakelt u de paneelbus-functionaliteit in (Opties -
Selecteer omvormer - Paneelbus). De te besturen omvormer kan nu geselecteerd
worden uit de lijst onder Opties - Kies omvormer.
Als een pc is aangesloten op het bedieningspaneel, worden de omvormers op de
paneelbus automatisch weergegeven in de Drive Composer pc-tool.
Met dubbele connectors in de bedieningspaneelhouder:
1
1
2
3