52 Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving
hoogte van het gebouw, en S
respons) mag niet groter zijn dan 2,0 g .
De optie voegt de volgende accessoires en functies toe:
•
versterkte mechanische delen
•
platte stangen onder aan de kast voor vastzetten.
Leeg kastdeel rechts (opties +C199...C201)
■
De optie voegt een leeg 400, 600 of 800 mm breed kastdeel toe aan de linkerzijde van
de opstelling. Het kastdeel is voorzien van lege vermogenskabel-doorvoeren bovenaan
zowel als onderaan.
Het kastdeel is uitgerust met lege paneelinvoeren (volledig paneel of twee halve
panelen) aan de achterzijde.
EMC-filter (optie + E202)
■
EMC-filter voor 1e omgeving (categorie C2) voor TN (geaard) systeem.
d u /d t filter
■
Het d u /d t filter beschermt het motorisolatiesysteem door de stijgsnelheid van de
spanning bij de motorklemmen te reduceren. Het filter beschermt ook de motorlagers
door de lagerstromen te reduceren.
Meer informatie over wanneer de optie nodig is: Zie de sectie
compatibiliteit van de motor en omvormer (pagina
Sinusfilter (optie +E206)
■
Een sinusfilter levert en ware sinusvormige spannings-golfvorm bij de
omvormer-uitgang door de hoogfrequente spanningscomponenten van de uitgang
te onderdrukken. Deze hoogfrequente componenten veroorzaken spanning op de
motorisolatie en ook uitgangstransformator-verzadiging (indien aanwezig).
De sinusfilter-optie bestaat uit drie een-fase reactoren en driehoek-aangesloten
condensatoren bij de uitgang van de omvormer. Het filter is ge[plaatst in een
afzonderlijk kastdeel en heeft een eigen koelventilator.
Kastverwarmer met externe voeding (optie +G300)
■
De optie bevat:
•
verwarmingselementen in de kastdelen of voeding/inverter modules
•
lastschakelaar om elektrische isolatie te leveren tijdens service
•
miniatuur automaat voor overstroom-beveiliging
•
Klemmenblok voor externe voeding.
De verwarming voorkomt condensatie van vocht in de kast wanneer de omvormer niet
in bedrijf is. Het vermogen van de verwarmingselementen neemt toe wanneer de
temperatuur van de omgevingslucht laag is en neemt af wanneer de
omgevingstemperatuur hoog is. De klant dient de verwarming uit te schakelen wanneer
deze niet nodig is door de voedingsspanning van de verwarming uit te schakelen.
De klant moet de verwarmer voeden door een externe 110...240 V AC voedingsbron.
Zie, voor de actuele bedrading, het bedradingsschema dat bij de omvormer
meegeleverd is.
(installatieplaats-specifieke spectrale versnelling
DS
Controleren van de
94).