Download Print deze pagina

ABB ACS880-37 Hardware Installatiehandleiding pagina 114

Omvormers (160 tot 3200 kw)

Advertenties

114 Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie
dergelijke systemen moet de compensatie-eenheid doorgaans van een
scheidingsreactor of harmonische filter worden voorzien.
Gebruik van een veiligheidsschakelaar tussen de omvormer
en de motor
ABB beveelt aan om een veiligheidsschakelaar te installeren tussen de
permanent-magneetmotor en de uitgang van de omvormer. De schakelaar is nodig
om de motor gedurende onderhoudswerk van de omvormer te scheiden.
Het gebruik van de aansturing van een contactor tussen
de omvormer en de motor
Implementeren van de sturing van de uitgangsmagneetschakelaar is afhankelijk van
de geselecteerde motorbesturingsmodus en stopmethode.
Als u de DTC motorbesturingsmodus en de motorintegratorstopmodus selecteert,
gebruikt u deze bedieningsreeks om de contactor te openen:
1.
Geef een stopopdracht aan de omvormer.
2.
Wacht totdat de omvormer de motor decelereert tot nul.
3.
Open de magneetschakelaar.
WAARSCHUWING!
Als DTC motorbesturingsmodus in gebruik is, open de uitgangscontactor niet
terwijl de omvormer de motor aanstuurt. De motorbesturing werkt sneller dan
de contactor en probeert de belastingstroom in stand te houden. Dit kan schade
aan de contactor veroorzaken.
Wanneer u de DTC motorsturingsmodus en de modus voor het uitlopen van de motor
selecteert, kunt u de contactor onmiddellijk openen nadat de omvormer het
stopcommando heeft ontvangen. Dit is ook het geval als u de modus scalaire
motorbesturing gebruikt.
Beveiliging van de contacten van relaisuitgangen
Inductieve belastingen (relais, magneetschakelaars, motoren) veroorzaken
piekspanningen bij het uitschakelen.
De relaiscontacten op de omvormerbesturingseenheid zijn beveiligd tegen
spanningspieken met varistoren (250 V). Desondanks verdient het sterke aanbeveling
de inductieve belasting te voorzien van storingverzwakkende kringen (varistoren,
RC-filters [AC] of diodes [DC]) om de EMC-emissie bij uitschakeling tot een minimum
te beperken. Wanneer niet onderdrukt, kunnen de onregelmatigheden zich capacitief
of inductief aan andere geleiders in de besturingskabel koppelen en een risico voor
storingen in andere systeemonderdelen vormen.
Installeer de beveiligingscomponent zo dicht mogelijk bij de inductieve belasting.
Installeer geen beveiligingscomponenten bij de relaisuitgangen.

Advertenties

loading