Advertenties
180 Opstarten
Actie
Zorg ervoor dat de ontkoppeling van de voedingstransformator in de open stand is vergrendeld
(d.w.z. dat er geen spanning op de omvormer staat en dat deze niet per ongeluk op de omvormer
kan worden aangesloten).
Controleer of de hoofdschakelaar [Q1.1] open is, of de hoofdonderbreker [Q1] is uitgeschakeld.
Sluit de aardeschakelaar [Q9.1] (optie +F259). Gebruik niet te veel kracht. Elektrische vergrendeling
kan het sluiten van de aardeschakelaar verhinderen.
Controleer de mechanische en elektrische installatie van de omvormer. Zie
tie (pagina
177).
Controleer de instellingen van de automaten/schakelaars in de hulpcircuits. Zie de stroomsche-
ma's die bij de omvormer meegeleverd zijn.
Controleer de tapinstellingen van transformatoren T21, T101 (indien aanwezig) en T111 (indien
aanwezig). Zie de sectie
Controleren van de instellingen van de transformatoren T21, T101 en
T111 (pagina
121).
Ontkoppel eventuele onafgemaakte of ongeïnspecteerde hulpspannings (115/230 V AC) -kabels
die van de klemmenblokken naar de buitenkant van de apparatuur leiden.
Controleer dat beide kanalen van het Safe torque off circuit aangesloten op de STO-ingangen
van zowel de voedings-besturingsunit [A51] als de inverter-besturingsunit [A41], gesloten zijn.
Raadpleeg de stroomschema's die bij de omvormer meegeleverd zijn.
Omvormers met aardfoutbewaking voor IT- (ongeaarde) systemen (optie +Q954): Pas zo nodig
de instellingen van het apparaat aan. Zie de schakelschema's van de levering en de handleiding
van het apparaat.
Omvormers met Pt100 relais (optie +(n)L506):
• Controleer de aansluitingen volgens de stroomschema's van de levering.
• Stel de alarm- en uitschakelniveaus van de Pt100-relais in.
Stel de alarm- en uitschakelniveaus van het Pt100-relais zo laag mogelijk in, gebaseerd op de
bedrijfstemperatuur en testresultaten van de machine. Het uitschakelniveau kan bijvoorbeeld
10 °C hoger ingesteld worden dan de temperatuur van de machine bij maximale belasting in de
maximum omgevingstemperatuur.
We bevelen aan om de bedrijfstemperaturen van het relais in te stellen, zoals:
• 120...140 °C wanneer alleen uitschakelen op een fout gebruikt wordt
• alarm 120...140 °C en uitschakeling 130...150 °C wanneer zowel alarm als uitschakeling gebruikt
worden.
Opstarten van het hulpcircuit van de omvormer
Zorg er voor dat het veilig is om spanning aan te sluiten. Zorg er voor dat:
• er niemand werkt aan de omvormer of de circuits die van buitenaf bedraad zijn tot in de om-
vormerkast
• de kap van het motorklemmenblok aangebracht is.
Omvormers met een voltmeter (optie +G334): Controleer dat de stroomonderbreker van het
meetcircuit (F5.1) gesloten is.
Sluit de automaten en/of zekering-verbrekers die de hulpspanningscircuits voeden.
Sluit de kastdeuren.
Sluit de hoofdautomaat van de voedingstransformator.
Schakel de hulpspanning [Q21] in.
Omvormers met framemaat 1×R8i + 1×R8i: Sluit de hoofdlastscheider [Q1.1]. Hierdoor worden
zowel het hoofdcircuit van de omvormer als het hulpspanningscircuit van spanning voorzien.
Instellen van de parameters van de voedingsunit
Controleer de instelling van het spanningsbereik in parameter 195.01 Voedingsspanning.
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van het voedingsbesturingsprogramma de
ACS880 IGBT supply control program firmware manual (3AUA0000131562
Indien u meer informatie wenst over het gebruik van het bedieningspaneel, raadpleeg dan de
ACS-AP-I, -S, -W and ACH-AP-H, -W Assistant control panels user's manual (3AUA0000085685
[Engels]).
Checklist installa-
[Engels]).
Advertenties
