136 Elektrische installatie
1.
Volg de stappen in de sectie
veiligheids-voorzorgsmaatregelen (pagina 21)
begint.
2.
Verwijder de afdekking vóór de uitgangsrails.
3.
Om de afscherming bij de kabelingang over 360° te aarden, verwijderd u de
buitenste mantel van elke kabel op het punt waar ze door de kabelingang lopen
(a).
4.
Snijd de kabel op een geschikte lengte en strip de uiteinden van de individuele
geleiders. Twist de afschermingsdraden samen zodat ze een aparte geleider
vormen en wikkel ze in tape.
5.
Krimp geschikte kabelschoenklemmen op de fasegeleiders en de aardegeleider.
De afmetingen van de uitgangsrails zijn te vinden in het hoofdstuk Technische
gegevens.
6.
Sluit de fasegeleiders van de motorkabel aan op de klemmen U2, V2 en W2. U kunt
de plastic isolatoren (b) tussen de rails tijdelijk verwijderen om het aansluitwerk
makkelijker te maken. Zie
kabelschoenverbindingen (pagina
WAARSCHUWING!
De plastic isolatoren (b) tussen de rails moeten op hun plaats zijn wanneer
de inverter ingeschakeld wordt.
7.
Sluit de afscherming (en eventuele aardgeleiders) van de kabel aan op de PE-rail
dicht bij de kabelingangen.
8.
Zet de kabel mechanisch vast.
9.
Herhaal de procedure voor andere modules (indien aanwezig).
10. Zet de eerder verwijderde afdekking terug.
11. Sluit bij de motor de kabels aan volgens de instructies van de motorfabrikant. Let
speciaal op de fasevolgorde. Voor minimum radiofrequentie-interferentie aard u
de kabelafscherming over 360 graden bij de kabelingang van het
motorklemmenblok, of aard de kabel door de afscherming zodanig te twisten dat
de platte afscherming breder is dan 1/5 van de lengte ervan.
Elektrische
voordat u aan de werkzaamheden
Gebruik van bevestigingsmiddelen in
144).