54 Werkingsprincipe en hardwarebeschrijving
Draadmarkeringen
■
Standaard bekabeling
Kleur
De standaard kleur van de bedrading is zwart, met de volgende uitzonderingen:
•
PE-bedrading: geel/groen, of geel/groene kous
•
Bedrading van de UPS-ingang (optie +G307): Oranje
•
Pt100 sensorbedrading met ATEX-gecertificeerde thermische beveiliging (optie
+nL514): Lichtblauw.
Markeringen
Standaard worden draden en klemmen als volgt gemarkeerd:
•
Hoofdcircuits: Connector identifier (bijv. "U1") gemarkeerd op de terminal, of op
isolatiemateriaal in de buurt van de terminal. Ingangs- en uitgangskabels van het
hoofdcircuit zijn niet gemarkeerd.
•
Insteekconnectoren van draadsets (behalve die waarvoor speciaal gereedschap
nodig is om ze los te koppelen) zijn voorzien van een connectoraanduiding (bijv.
"X1"). De markering staat of direct op de connector, of in de buurt van de connector
op een gedrukte kous of tape.
•
Aarderails zijn gemarkeerd met stickers
•
Glasvezelkabelparen en datakabels hebben een componentaanduiding en
connectoraanduidingen (bijv. "A1:V1", "A1:X1") die met ringen of tape gemarkeerd
zijn.
•
De datakabels zijn met tape gemarkeerd.
•
Lintkabels zijn gemarkeerd met labels of tape.
•
Klant-specifieke (technische) bedrading (optie +P902) is niet gemarkeerd.
Aanvullende draadmarkeringen
De volgende aanvullende draadmarkeringen zijn beschikbaar.
Optie
Extra markeringen
+G340
Enkele draden die niet zijn bevestigd aan insteekconnectoren zijn gemarkeerd met
(class A3)
component-pinnummers op snap-on- of ringmarkeringen. Plug-in connectoren zijn ge-
markeerd met een identificatielabel dat op de draden in de buurt van de connector is
aangebracht (afzonderlijke draden zijn niet gemarkeerd). Korte, voor de hand liggende
aansluitingen zijn niet gemarkeerd. PE-draden zijn niet gemarkeerd, tenzij ze rechtstreeks
op componenten zijn aangesloten.
7
9. 7