3. Voer [4] in. Een zonelampje brandt om aan te geven welke partitie de gebruiker momenteel aan is toegewezen. (Als bij-
voorbeeld zonelicht 1 aan is, is de code toegewezen aan partitie 1).
4. Druk op de cijfertoets van het bedienpaneel die overeenkomt met de juiste partitie (bijvoorbeeld, druk op 1 om de gebrui-
ker toe te wijzen aan partitie 1).
Opties gebruikersauthenticatie
De alarmcentrale kan worden geconfigureerd om een v an de volgende twee gebruikerauthenticatiemethoden te accepteren:
1. Gebruikerscode of proximity tag - de gebruiker heeft toegang tot het systeem door het invoeren van een geldige code of
door het presenteren van een proximity tag.
2. Gebruikerscode en proximity tag - de gebruiker moet een geldige code invoeren en ren proximity tag invoeren voor toe-
gang tot het systeem. De gebruikerscode en proximity tag moeten overeenkomen. Indien bijvoorbeeld de tag is geas-
socieerd met gebruiker 0004, moet de gebruikerscode 0004 worden ingevoerd na het presenteren van de tag. Elke andere
gebruikerscode is ongeldig.
Zie "[040] Gebruikersauthenticatie" op pagina 115.
Opmerking: Er hoeft geen toegangscode te zijn geprogrammeerd om een proximity tag of draadloze sleutel actief te laten
zijn.
4.7.7 [*][6] Gebruikersfuncties
De [*][6]-opdracht biedt toegang tot functies zoals hieronder beschreven. Als sectie [023] optie 8 is ingeschakeld, kan met
elke gebruikerscode toegang tot dit menu worden verkregen. Als optie 7 uit is, kan alleen met de mastercode toegang tot dit
menu worden verkregen.
Buffer evenementen
Menu: [*][6][Mastercode]> gebeurtenisbuffer
Bedienpaneel: [*][6][Mastercode] > [*]
Deze optie wordt gebruikt om systeemgebeurtenissen te bekijken die zijn opgeslagen in de gebeurtenisbuffer.
Gebeurtenissen worden weergegeven in de volgorde waarin ze zich hebben voorgedaan, beginnend met de meest
recente. De tijd en datum worden weergegeven voor alle gebeurtenissen. Sommige gebeurtenissen kunnen een tweede
scherm met een beschrijving hebben. Een sterretje (*) op het eerste scherm geeft aan dat er een tweede scherm beschik-
baar is.
Indien geprogrammeerd, upload de gebeurtenisbuffer automatisch naar DLS/SA wanneer 75% capaciteit wordt bereikt. Zie
sectie [410] optie 3.
Systeemtest
Menu: [*][6][Mastercode] > Systeemtest
Bedienpaneel: [*] [6] [Mastercode] + 04
Selecteer deze optie om de beluitvoer, bedienpaneelzoemer en verlichting, communicator en reserveaccu van het alarm-
systeem te testen.
Tijd en datum
Gebruik deze sectie om de alarmsysteemklok te programmeren.
Menu: [*][6] [Mastercode] > tijd en datum
Bedienpaneel: [*] [6] [Mastercode] + 01
Voer de tijd en datum in met de volgende indeling: (UU:MM) (MM-DD-JJ). Geldige tijdsinvoer is 00-23 uur, 00-59 minuten.
Geldige datuminvoer is 01-12 maanden, 01-31 dagen.
Sectie 4 Systeembediening
- 57 -