4 – Sluitingsbevestiging ingeschakeld/uitgeschakeld
AAN: Wanneer de Sluiting-rapportagecode naar een geprogrammeerd telefoonnummer is verstuurd, laat het bedienpaneel
een serie van 8 piepen horen om te bevestigen aan de bewoner dat de sluitingscode werd verzonden en ontvangen.
UIT: Er wordt geen bedienpaneelringback gegenereerd wanneer een sluitingsrapportagecode is verzonden.
8 – Communicatieprioriteit ingeschakeld/uitgeschakeld
AAN: Gebeurtenissen volgen de prioriteit aangegeven in ULC-S559-standaard.
Opeenvolgende gebeurteniscommunicatie heeft prioriteit in de volgende volgorde (hoogste naar laagste prioriteit):
1. Brandalarm
2. CO alarm
3. Brand Supervisie
4. Brand fout
5. Toezicht (medisch, paniek of beveiliging)
6. Alle anderen, zoals herstelmeldingen voor brandalarm, toezichthoudend, problemen en toezicht.
7. FTC-gebeurtenissen
UIT: Gebeurtenissen worden gecommuniceerd in de volgorde waarin ze voorkomen.
ULC
Opmerking: Moet AAN zijn voor ULC-vermeldde commerciële brandtoezichtinstallaties.
[382] Communicator optie 3
1 – Niet in gebruik
2 – Looptest Communicatie
AAN: Zone-alarmen die optreden tijdens de looptest worden gecommuniceerd indien daarvoor geprogrammeerd.
UIT: Zonealarmen tijdens looptest worden niet gecommuniceerd. FMP-sleutelalarmen worden nog gecommuniceerd.
4 – Wachtgesprek annuleren
AAN: De wachtstand annuleren-reeks (Zie "[304] Wachtend gesprek annuleren reeks" op pagina 119) wordt gebruikt bij de
eerste poging om elk telefoonnummer bellen. Deze wordt niet gebruikt bij verdere kiespogingen.
UIT: De wachtstand annuleren-reeks wordt niet gekozen.
5 – Alternatieve communicator inschakelen/uitschakelen
AAN: Het systeem communiceert met gebruik van de alternatieve communicator. Alle gerelateerde programmeringsopties,
rapportage en toezicht worden ingeschakeld wanneer geprogrammeerd via PC-Link2.
UIT: De alternatieve communicator en alle bijbehorende programmeringsfunctionaliteit worden uitgeschakeld. De auto-
matische tijdupdatefunctie is uitgeschakeld.
Opmerking: Als alternatieve communicatorproblemen aanwezig zijn wanneer de communicator is uitgeschakeld, worden
de problemen geregistreerd, gecommuniceerd, en gewist uit [*][2]. Wanneer de communicator opnieuw wordt ingeschakeld,
worden de probleeomstandigheden opnieuw geregistreerd, gecommuniceerd en aangegeven in [*][2]. Deze optie moet wor-
den ingeschakeld bij een poging om een firmware-upgrade uit te voeren met behulp van de PC-link-header.
6 – AC-fout communicatievertraging in uren/minuten
AAN: De AC-fout communicatievertraging (sectie [377]>[002] optie 2) is geprogrammeerd in uren.
UIT: De AC-fout communicatievertraging is geprogrammeerd in minuten.
8 – Sabotagelimiet
AAN: Wanneer uitgeschakeld, communiceert het systeem alleen modulesabotage. Zonesabotages worden niet door-
gegeven.
Sectie 5 Programmering
- 133 -