3.1 Basis configuratiestappen
Zodra de basisinstallatie van de alarmcentrale is voltooid, kunnen de volgende algemene configuratieopties worden inge-
steld.
partities maken, Zie "Werken met partities" op pagina 32
l
bedienpanelen toewijzen aan partities, zie "Partitie-installatie bedienpaneel" op pagina 34
l
sirenes toewijzen aan partities, zie "Gebruik bel/sirene" op pagina 33
l
algemene zones creëren, zie " Algemene zones" op pagina 34
l
partitieaccountcodes instellen, zie "Communicatie" op pagina 35
l
partitietimers instellen, zie "Systeemtijden" op pagina 81
l
draadloze modules en apparaten registreren, zie "Modules aanmelden" op pagina 31
l
zonetypen toewijzen, zie "[001] zonetypes" op pagina 74 en kenmerken, zie "[002] Zone Sabotage" op pagina 79
l
zonelabels creëren, zie " Labels toevoegen" op pagina 70
l
gebruikers toevoegen, zie "Wijs toegangscodes toe" op pagina 52
l
de alternatieve communicator instellen indien aanwezig, zie "Instelling alternatieve communicator" op pagina 36
l
telefoonnummers programmeren, zie "Systeemcommunicatie" op pagina 127
l
gespreksaanwijzingen voor de meldkamer instellen, zie "Systeemcommunicatie" op pagina 127
l
systeemtimers instellen, zie "Systeemtijden" op pagina 81
l
rapportagecodes configureren, zie " Rapportage" op pagina 120
l
testen van het systeem, zie "Het testen van uw systeem" op pagina 38
l
3.2 Het bedienpaneel gebruiken
De PowerSeries Neo alarmcentrale is compatibel met verschillende soorten bedienpaneeltypen (zie "Compatibele appa-
raten" op pagina 9); alle bedienpanelen hebben echter bepaalde basisfunctionaliteit gemeen.
3.2.1 Speciale toetsen
Scrollsymbolen < > op bedienpanelen met LCD-schermen geven aan dat de opties kunnen worden bekeken door op de
scroll
toetsen te drukken. Deze toetsen kunnen ook gebruikt worden om de cursor te positioneren.
De [*]-toets heeft eenzelfde functie als de Enter-toets op een pc. Het wordt algemeen gebruikt om de bestaande pro-
grammeringsmogelijkheid te beëindigen. Het is ook de eerste sleutelinvoer voor [*]-opdrachten en kan worden gebruikt om
de letters A-F in te voeren in de programmeermodus van de installateurprogrammering.
De [#]-toets is vergelijkbaar met de functie van de "ESC" (Escape)-toets op een pc. De toets wordt algemeen gebruikt om het
huidige programmeergedeelte te verlaten of terug te keren naar het vorige.
3.2.2 LED-indicator
Bedienpanelen hebben de volgende statuslampjes voor de visuele weergave van de basissysteemstatus:
Klaar: Paneel is klaar om te worden ingeschakeld.
Ingeschakeld: Paneel is ingeschakeld.
Storing: Systeem storing. Voer [*][2] in om problemen te bekijken.
AC-stroom: AAN=AC aanwezig. UIT=AC afwezig.
Sectie 3 Configuratie