Probleem [6] apparaat lage batterij
Storing
[01] Zones 1-128
[02] Bedienpaneel 1-16
[03] Sirene 1-16
[04] Repeater 1-8
[05] Gebruiker 1-32
Een of meer draadloze apparaten heeft een bijna lege
batterij.
OPMERKING: De gebeurtenis wordt niet vastgelegd in
de gebeurtenisbuffer totdat de vertragingstijd voor lage
batterij van het draadloze apparaat is verstreken.
Programmeringssectie [377], opt 002.
Probleem [7] apparaatsabotage
Storing
[01] Zone 1-128 sabotages
[02] Bedienpaneel 1-16 sabotages
[03] Sirene 1-16 sabotages
[04] Repeater 1-8 sabotagesh
[05] Audiostation 1-4 sabotage
Een open circuit aanwezig is op een of meer zones
waarvoor DEOL-weerstanden zijn ingeschakeld.
Er is een sabotageconditie aanwezig op een of meer
draadloze apparaten.
Probleem [8] RF-overtreding
Storing
[01] Zone 1-128 fout
[02] Bedienpaneel 1-16 fouten
[03] Sirene 1-16 fouten
[04] Repeater 1-8 storingen
HSM2HOST heeft geen toezichthoudend signaal
ontvangen van een draadloos apparaat gedurende 20
minuten.
Sectie 7 Probleemoplossing
Druk op [06] om te wisselen tussen apparaten met lage batterij-problemen
Probleemoplossing
Controleer zonewerking.
Controleer of de sabotage en de batterij bijna leeg vermelding is verdwenen en dat dit
is vastgelegd.
Bekijk welk apparaat een lage batterij heeft in het [*][2]-menu.
Druk op [07] om specifieke problemen te bepalen
Probleemoplossing
Verificeer of de sabotageschakelaar stevig vastzit aan de muur.
Verwijder de kabeluiteinden van de I/U- en COM-aansluitingen en meet de weerstand
van de kabeluiteinden.
Sluit een 5,6K-weerstand (groen, blauw, rood) aan op de I/U- en COM-aansluitingen.
Controleer of het probleem is verholpen.
Controleer of de apparaatbedekking vastzit.
Controleer dat het apparaat correct op de muur is gemonteerd voor een correcte
werking van de sabotageschakelaar.
Activeer de schakelaar, en herstel deze vervolgens. Vervang het draadloze apparaat
indien de sabotagetoestand aanhoudt.
Druk op [08] om specifieke problemen te bepalen
Probleemoplossing
Open/sluit het apparaat, druk op een toets op het bedienpaneel of saboteer/herstel.
Zorg ervoor dat het apparaat fysiek aanwezig is.
Controleer op gebreken van het apparaat (bijv. lage batterij).
Controleer de huidige signaalsterkte en tijdens de laatste 24 uur.
Vervang de batterij.
Vervang het apparaat.
- 218 -