FC 300 Design Guide
Log. regel 0
Log. regel 1
Log. regel 2
Log. regel 3
SL time-out 0
SL time-out 1
SL time-out 2
Digitale ingang DI18
Digitale ingang DI19
Digitale ingang DI27
Digitale ingang DI29 (alleen FC 302)
Digitale ingang DI32
Digitale ingang DI33
Startcommando
Omv. gestopt
Functie:
Selecteer de boolean input (TRUE of FALSE) voor
het activeren van de Smart Logic Control.
*FALSE [0] (standaardinstelling) voert de vaste
waarde van FALSE in de logische regel in.
TRUE [1] voert de vaste waarde TRUE in
de logische regel in.
Actief [2] Zie parametergroep 5-3* voor
een nadere beschrijving.
Binnen bereik [3] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Op referentie [4] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Koppelbegr. [5] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Stroombegr. [6] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Buiten stroombereik [7] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Onder I, laag [8] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Boven I, hoog [9] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
Onder snelh., laag [11] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Boven snelh., hoog [12] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Therm. waarsch. [16] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Netsp. buiten bereik [17] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Omkeren [18] Zie parametergroep 5-3* voor
een nadere beschrijving.
Waarsch. [19] Zie parametergroep 5-3* voor
een nadere beschrijving.
Alarm (uitsch.) [20] Zie parametergroep 5-3*
voor een nadere beschrijving.
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Alrm (uitsch & blok) [21] Zie parametergroep
5-3* voor een nadere beschrijving.
Comparator 0 [22] Gebruik het resultaat van
comparator 0 in de logische regel.
Comparator 1 [23] Gebruik het resultaat van
comparator 1 in de logische regel.
Comparator 2 [24] Gebruik het resultaat van
comparator 2 in de logische regel.
Comparator 3 [25] Gebruik het resultaat van
comparator 3 in de logische regel.
Log. regel 0 [26] Gebruik het resultaat van
logische regel 0 in de logische regel.
Log. regel 1 [27] Gebruik het resultaat van
logische regel 1 in de logische regel.
Log. regel 2 [28] Gebruik het resultaat van
logische regel 2 in de logische regel.
Log. regel 3 [29] Gebruik het resultaat van
logische regel 3 in de logische regel.
Digitale ingang DI18 [33] Gebruik de waarde van
DI18 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI19 [34] Gebruik de waarde van
DI19 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI27 [35] Gebruik de waarde van
DI27 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI29 [36] Gebruik de waarde van
DI29 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI32 [37] Gebruik de waarde van
DI32 in de logische regel (Hoog = TRUE).
Digitale ingang DI33 [38] Gebruik de waarde van
DI33 in de logische regel (Hoog = TRUE).
13-03 SLC resetten
Optie:
*
SLC niet resetten
SLC resetten
Functie:
Selecteer SLC resetten [1] om alle parameters
in groep 13 (13-*) terug te zetten naar de
standaardinstellingen.
Selecteer *SLC niet resetten [0] om de
geprogrammeerde instellingen voor alle parameters
in groep 13 (13-*) te handhaven.
13-1* Comparatoren
"
Comparatoren worden gebruikt om continue
variabelen (bijv. uitgangsfrequentie,
uitgangsstroom, analoge ingang, e.d.) te
vergelijken met een vaste ingestelde waarde.
Comparatoren worden eenmalig geëvalueerd in
elk scaninterval. Gebruik het resultaat (TRUE of
FALSE) om een gebeurtenis te definiëren (zie par.
13-51) of als boolean input in een logische regel
[0]
[1]
225