Danfoss FC 300 Gebruikersgids pagina 174
Design guide
Verberg thumbnails
Zie ook voor FC 300:
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (70 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (216 pagina's)
Advertenties
FC 300 Design Guide
Selecteer Gekoppeld aan Hand/Auto [0] om de
lokale referentie te gebruiken in de Handmodus; of
de afstandsreferentie in de automatische modus.
Selecteer Extern [1] om de afstandsreferentie zowel
in de Handmodus als de Automodus te gebruiken.
Selecteer Lokaal [2] om de lokale referentie zowel
in de Handmodus als de Automodus te gebruiken.
3-14 Ingestelde relatieve ref.
Bereik:
-100,00 - 100,00 %
Functie:
Voer een vaste waarde (in %) in die moet worden
opgeteld bij de variabele waarde (gedefinieerd
in par. 3-18 Rel. schaling van referentiebron).
De som van de vaste en variabele waarden (Y in
onderstaande afbeelding) wordt vermenigvuldigd
met de actuele referentie (X in onderstaande
afbeelding). Deze uitkomst wordt vervolgens
opgeteld bij de actuele referentie (X+X*Y/100)
om de totale actuele referentie te geven.
3-15 Referentiebron 1
Optie:
Geen functie
*
Anal. ingang 53
Anal. ingang 54
Freq. ingang 29 (alleen FC 302)
Freq. ingang 33
Lokale busref.
Dig. potmeter
Anal. ingang X30-11
Anal. ingang X30-12
Functie:
Stel in welke referentie-ingang moet worden
gebruikt voor het eerste referentiesignaal. Par.
3-15, 3-16 en 3-17 definiëren maximaal drie
verschillende referentiesignalen. De som van deze
referentiesignalen bepaalt de actuele referentie.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
*
standaardinstelling( )
174
Programmeren
*
0.00 %
[0]
[1]
[2]
[7]
[8]
[11]
[20]
[21]
[22]
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3-16 Referentiebron 2
Optie:
Geen functie
Anal. ingang 53
Anal. ingang 54
Freq. ingang 29 (alleen FC 302)
Freq. ingang 33
Lokale busref.
*
Dig. potmeter
Anal. ingang X30-11
Anal. ingang X30-12
Functie:
Stel in welke referentie-ingang moet worden
gebruikt voor het tweede referentiesignaal. Par.
3-15, 3-16 en 3-17 definiëren maximaal drie
verschillende referentiesignalen. De som van deze
referentiesignalen bepaalt de actuele referentie.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
3-17 Referentiebron 3
Optie:
Geen functie
Anal. ingang 53
Anal. ingang 54
Freq. ingang 29 (alleen FC 302)
Freq. ingang 33
*
Lokale busref.
Dig. potmeter
Anal. ingang X30-11
Anal. ingang X30-12
Functie:
Stel in welke referentie-ingang moet worden
gebruikt voor het derde referentiesignaal. Par.
3-15, 3-16 en 3-17 definiëren maximaal drie
verschillende referentiesignalen. De som van deze
referentiesignalen bepaalt de actuele referentie.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
3-18 Rel. schaling van referentiebron
Optie:
*
Geen functie
Anal. ingang 53
Anal. ingang 54
Freq. ingang 29 (alleen FC 302)
Freq. ingang 33
Lokale busref.
Dig. potmeter
Anal. ingang X30-11
Anal. ingang X30-12
[0]
[1]
[2]
[7]
[8]
[11]
[20]
[21]
[22]
[0]
[1]
[2]
[7]
[8]
[11]
[20]
[21]
[22]
[0]
[1]
[2]
[7]
[8]
[11]
[20]
[21]
[22]
Advertenties
