Download Print deze pagina

Danfoss FC 300 Gebruikersgids pagina 182

Design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:

Advertenties

FC 300 Design Guide
Parameters: begrenzin-
"
gen/waarschuwingen
4-** Begr./waarsch.
"
Parametergroep voor het configureren van
begrenzingen en waarschuwingen.
4-1* Motorbegr.
"
Definieer de koppel-, stroom- en snelheidsbe-
grenzingen voor de motor en de reactie van
de frequentieomvormer wanneer de begren-
zingen worden overschreden.
Een begrenzing kan een melding op het display
genereren. Een waarschuwing genereert altijd
een melding op het display of op de veldbus.
Een bewakingsfunctie kan zorgen voor een
waarschuwing of een uitschakeling (trip), waarna
de frequentieomvormer zal stoppen en een
alarmmelding zal genereren.
4-10 Draairichting motor
Optie:
*
Rechtsom
Linksom
Bidirectioneel
Functie:
Stel de gewenste draairichting(en) van de motor
in. Gebruik deze parameter om ongewenste
omkering te voorkomen. Wanneer par. 1-00
Configuratiemodus is ingesteld op Proces [3],
wordt par. 4-10 standaard ingesteld op Rechtsom
[0]. De instelling in par. 4-10 beperkt de
instelmogelijkheden voor par. 4-13 niet.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]
Bereik:
0 - par. 4-13 tpm
Functie:
Stel de minimumbegrenzing voor de motorsnelheid
in. De Motorsnelh. lage begr. kan worden
ingesteld op de door de fabrikant aanbevolen
minimale motorsnelheid. De Motorsnelh. lage
begr. mag de instelling in par. 4-13 Motorsnelh.
hoge begr. [RPM] niet overschrijden.
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Bereik:
0 - par. 4-14 Hz
*
standaardinstelling( )
182
Programmeren
[0]
[1]
[2]
*
0 tpm
*
0 Hz
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Stel de lage begrenzing voor de motorsnelheid
in. De lage begrenzing voor de motorsnelheid
kan worden ingesteld overeenkomstig de
minimale uitgangsfrequentie van de motoras.
De lage begrenzing van de motorsnelheid mag
niet hoger zijn dan de instelling in par. 4-14
Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
Bereik:
Par. 4-11 - Variabele begrenzing tpm
Functie:
Voer de maximumbegrenzing voor de motorsnelheid
in. De Motorsnelh. hoge begr. kan worden ingesteld
op de door de fabrikant aanbevolen maximale
nominale motorsnelheid. De Motorsnelh. hoge
begr. moet hoger zijn dan de instelling in par.
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM].
NB!:
De uitgangsfrequentiewaarde van
de frequentieomvormer mag geen
waarde hebben die hoger is dan
1/10 van de schakelfrequentie.
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
Bereik:
Par. 4-12 - Variabele begrenzing Hz
Functie:
Voer de hoge begrenzing voor de motorsnelheid
in. De hoge begrenzing voor de motorsnelheid
kan worden ingesteld overeenkomstig de door de
fabrikant aanbevolen maximale uitgangsfrequentie
van de motoras. De hoge begrenzing voor de
motorsnelheid moet hoger zijn dan de instelling in
par. 4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz].
NB!:
De uitgangsfrequentiewaarde van
de frequentieomvormer mag nooit
een waarde hebben die hoger is dan
1/10 van de schakelfrequentie.
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
Bereik:
0,0 - Variabele begrenzing %
Functie:
Stel de maximale koppelbegrenzing voor
motorwerking in. De koppelbegrenzing is actief
in het snelheidsbereik tot en met de ingestelde
nominale motorsnelheid in par. 1-25 Nom.
*
3600. TPM
*
120 Hz
*
160.0 %

Advertenties

loading