FC 300 Design Guide
Niet in bedrijf
Besturing gereed
Omv. gereed
Omv. gereed/extern
Insch./geen waarsch.
VLT actief
Draaien/gn wsch.
Binnen ber./gn wsch.
Volg. ref./gn wsch.
Alarm
Alarm of waarsch.
Op koppelbegr.
Buiten stroombereik
Onder stroom, laag
Boven stroom, hoog
Buiten snelh.-bereik
Onder snelh., laag
Boven snelh., hoog
Buiten terugk.bereik
Onder terugk., laag
Boven terugk., hoog
Therm. waarsch.
Gereed, therm. ok
Ext., gereed, gn th.
Gereed, spann. ok
Omkeren
Bus ok
Koppelbegr. & stop
Rem, geen waarsch.
Rem klaar, geen fout
Remfout (IGBT)
Relais 123
Mech. rembesturing
Veilige stop actief (alleen FC 302)
Buiten ref.bereik
Onder ref, laag
Boven ref, hoog
Busbest.
Bustbest, 1 bij t-o
Busbest, 0 bij t-o
MCO-gestuurd
Pulsuitgang
Comparator 0
Comparator 1
Comparator 2
Comparator 3
Log. regel 0
Log. regel 1
Log. regel 2
Log. regel 3
SL dig. uitgang A
SL dig. uitgang B
SL dig. uitgang C
SL dig. uitgang D
SL dig. uitgang E
SL dig. uitgang F
Lokale ref. actief
Externe ref. actief
Geen alarm
Startcomm. actief
Omgekeerd draaien
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[40]
[41]
[42]
[45]
[46]
[47]
[51]
[55]
[60]
[61]
[62]
[63]
[70]
[71]
[72]
[73]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Omv. in handmodus
Omv. in automodus
De digitale uitgangen kunnen worden ingesteld
op de volgende functies:
•
Niet in bedrijf
[0]: standaard voor alle
digitale uitgangen en relaisuitgangen
Besturing gereed
[1]: De stuurkaart
•
krijgt voedingsspanning.
Omv. gereed
[2]: De frequentieomvormer
•
is gereed en geeft een voedingssignaal
aan de stuurkaart.
Omv. gereed/extern
•
frequentieomvormer is gereed voor
bedrijf en staat in de Automodus.
Insch./geen waarsch.
•
frequentie-omvormer is gereed voor bedrijf.
Er is geen start- of stopcommando gegeven
(start/uitsch.). Er zijn geen waarschuwingen.
VLT actief
[5]: De motor loopt.
•
Draaien/gn wsch.
•
is hoger dan de ingestelde snelheid in par. 1-81
Min. snelh. functie bij stop [RPM]. De motor
loopt en er zijn geen waarschuwingen.
Binnen ber./gn wsch.
•
loopt binnen de geprogrammeerde
stroom-/frequentiebereiken die zijn ingesteld in
par. 4-50 tot 4-53. Er zijn geen waarschuwingen.
•
Volg. ref./gn wsch.
op de referentiesnelheid.
Alarm
[9]: Een alarm activeert de uitgang.
•
Er zijn geen waarschuwingen.
Alarm of waarsch.
•
waarschuwing activeert de uitgang.
Op koppelbegr.
[11]: De koppelbegrenzing
•
die is ingesteld in par. 4-16 of par.
1-17 is overschreden.
Buiten stroombereik
•
ligt buiten het bereik zoals geprogrammeerd
in par. 4-18.
Onder stroom, laag
•
is lager dan is ingesteld in par. 4-50.
Boven stroom, hoog
•
is hoger dan is ingesteld in par. 4-51.
•
Buiten snelh.-bereik [15]
Onder snelh., laag
•
is lager dan is ingesteld in par. 4-52.
Boven snelh., hoog
•
is hoger dan is ingesteld in par. 4-53.
Buiten terugk. bereik
•
terugkoppeling is buiten het bereik dat is
ingesteld in par. 4-56 en 4-57.
[125]
[126]
[3]: De
[4]: De
[6]: De uitgangssnelheid
[7]: De motor
[8]: De motor loopt
[10]: Een alarm of een
[12]: De motorstroom
[13]: De motorstroom
[14]: De motorstroom
[16]: De uitgangssnelheid
[17]: De uitgangssnelheid
[18]: De
191