FC 300 Design Guide
Onder terugk., laag:
•
is lager dan de begrenzing die is ingesteld in
par. 4-56 Waarsch: terugk. laag.
•
Boven terugk., hoog
is hoger dan de begrenzing die is ingesteld in
par. 4-57 Waarsch: Terugk. hoog.
Therm. waarsch.
•
waarschuwing wordt gegeven als
de temperatuurgrens in de motor,
frequentieomvormer, remweerstand of
thermistor is overschreden.
•
Gereed, therm. ok
tieomvormer is gereed voor bedrijf en er is geen
waarschuwing wegens overtemperatuur.
Ext., gereed, therm. ok
•
frequentieomvormer is gereed voor bedrijf en
staat in de Automodus. Er is geen waarschuwing
wegens overtemperatuur.
Gereed, spann. ok
•
tieomvormer is gereed voor bedrijf en de
netspanning ligt binnen het aangegeven
spanningsbereik (zie de sectie Algemene
specificaties).
•
Omkeren
[25]: Logische '1' = relais
geactiveerd, 24 V DC wanneer de motor
rechtsom draait. Logische '0' = relais
niet geactiveerd, geen signaal wanneer
de motor linksom draait.
Bus ok
[26]: Actieve communicatie (geen
•
time-out) via de seriële communicatiepoort.
Koppelbegr. & stop
•
deze functie bij vrijloop na stop en in
koppelbegrenzingssituatie. Het signaal is
logisch '0' wanneer de frequentieomvormer
een stopsignaal heeft ontvangen en de
koppelbegrenzing heeft bereikt.
•
Rem, geen waarsch.
en er zijn geen waarschuwingen.
Rem klaar, geen fout
•
bedrijfsklaar en er zijn geen fouten.
Remfout (IGBT)
•
is logisch '1' wanneer de IGBT-rem is
kortgesloten. Gebruik deze functie om de
frequentieomvormer te beschermen als er een
fout optreedt in de remmodules. Gebruik de
uitgang/het relais om de netvoeding van de
frequentieomvormer uit te schakelen.
Relais 123
[31]: Het relais wordt geactiveerd
•
als Stuurwoord [0] is geselecteerd in
parametergroep 8-**.
Mech. rembesturing
•
om een externe mechanische rem te besturen.
Zie de beschrijving in de sectie Besturing van
mechanische rem en parametergroep 2-2*.
*
standaardinstelling( )
192
Programmeren
[19]: De koppeling
[20]: De terugkoppeling
[21]: Een thermische
[22]: De frequen-
[23]: De
[24]: De frequen-
[27]: Gebruik
[28]: De rem is actief
[29]: De rem is
[30]: De uitgang
[32]: Maakt het mogelijk
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Veilige stop actief
[33]: Geeft aan dat de
•
Veilige stop op klem 37 is geactiveerd.
Buiten ref.bereik [40]
•
•
Onder ref, laag [41]
Boven ref, hoog [42]
•
Busbest. [45]
•
Busbest, 1 bij t-o [46]
•
•
Busbest, 0 bij t-o [47]
MCO-gestuurd [51]
•
Pulsuitgang [55]
•
Comparator 0
[60]: Zie parametergroep
•
13-1*. De uitgang zal hoog worden als
Comparator 0 als TRUE wordt geëvalueerd. In
overige gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 1
[61]: Zie parametergroep
•
13-1*. De uitgang zal hoog worden als
Comparator 2 als TRUE wordt geëvalueerd. In
overige gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 2
[62]: Zie parametergroep
•
13-1*. De uitgang zal hoog worden als
Comparator 2 als TRUE wordt geëvalueerd. In
overige gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 3
[63]: Zie parametergroep
•
13-1*. De uitgang zal hoog worden als
Comparator 3 als TRUE wordt geëvalueerd. In
overige gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 0
[70]: Zie parametergroep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
0 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 1 [71]:
Zie parametergroep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
1 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 2
[72]: Zie parametergroep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
2 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 3
[73]: Zie parametergroep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
3 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
SL dig. uitgang A
[80]: Zie par. 13-52
•
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [38] Dig.
uitgang A hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[32] Dig. uitgang A laag wordt uitgevoerd.
•
SL dig. uitgang B
[81]: Zie par. 13-52
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [39] Dig.
uitgang B hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[33] Dig. uitgang B laag wordt uitgevoerd.