Download Print deze pagina

Danfoss FC 300 Gebruikersgids pagina 168

Design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:

Advertenties

FC 300 Design Guide
Parameters: remmen
"
2-** Remmen
"
Parametergroep voor het instellen van remfuncties
in de frequentieomvormer.
2-0* Remmen
"
Parametergroep voor het configureren van de
DC-rem en de DC-houdfuncties.
2-00 DC-houdstroom
Bereik:
0-100 %
Functie:
Stel de houdstroom in als een percentage van de
nominale motorstroom I
1-24. 100 % DC-houdstroom komt overeen met I
Deze parameter dient om de motorfunctie
(houdkoppel) te handhaven of om de motor
voor te verwarmen.
Deze parameter is actief als DC-houd is
geselecteerd in par. 1-72 Startfunctie [0] of
par. 1-80 Functie bij stop [1].
NB!:
De maximumwaarde is afhankelijk van
de nominale motorstroom.
NB!:
Vermijd 100 % stroom gedurende een langere
periode, omdat dit de motor kan beschadigen.
2-01 DC-remstroom
Bereik:
0 - 100 %
Functie:
Stel de waarde voor stroom in als een percentage
van de nominale motorstroom I
1-24 Motorstroom. 100 % DC-remstroom
komt overeen met I
M,N
DC-remstroom wordt toegepast na een
stopcommando, wanneer de snelheid lager is dan de
ingestelde begrenzing in par. 2-03 Inschakelsnelh.
DC-rem; wanneer de functie DC-rem geïnverteerd
actief is; of via de seriële-communicatiepoort.
De remstroom is actief gedurende de ingestelde
periode in par. 2-02 DC-remtijd.
NB!:
De maximumwaarde is afhankelijk van
de nominale motorstroom.
NB!:
Vermijd 100 % stroom gedurende een langere
periode, omdat dit de motor kan beschadigen.
*
standaardinstelling( )
168
Programmeren
*
50 %
die is ingesteld in par.
M,N
*
50 %
, zie par.
M,N
.
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
2-02 DC-remtijd
Bereik:
0,0 - 60,0 s
Functie:
Bepaal hoe lang de ingestelde DC-remstroom in par.
2-01 na activering moet worden toegepast.
2-03 Inschakelsnelh. DC-rem
Bereik:
0 - par. 4-13 tpm
Functie:
Bepaal de inschakelsnelheid van de DC-rem
bij activering van de in par. 2-01 ingestelde
DC-remstroom na een stopcommando.
.
2-1* Remenergie-functie
M,N
"
Parametergroep voor het selecteren van de
parameters voor dynamisch remmen.
2-10 Remfunctie
Optie:
*
Uit
Weerstand rem
AC-rem
Functie:
Selecteer Uit [0] als geen remweerstand
is geïnstalleerd.
Selecteer Weerstand rem [1] als een remweerstand
is opgenomen in het systeem om overtollige
remenergie als warmte af te voeren. De
aansluiting van een remweerstand laat een hogere
DC-tussenkringspanning tijdens het remmen
(generatorwerking) toe. De functie Weerstand
rem is alleen actief bij frequentieomvormers met
een ingebouwde dynamische rem.
2-11 Remweerstand (ohm)
Optie:
Ohm
Functie:
Stel de weerstandswaarde in ohm in. Deze
waarde wordt gebruikt voor het bewaken van
het vermogen naar de remweerstand in par.
2-13 Bewaking remvermogen. Deze parameter
is alleen actief bij frequentieomvormers met
een ingebouwde dynamische rem.
*
10,0 s
*
0 tpm
[0]
[1]
[2]
Afhankelijkvaneenheidverm.

Advertenties

loading