FC 300 Design Guide
Parameters: analoog in/uit
"
6-** Analoog In/Uit
"
Parametergroep voor het configureren van
de analoge in- en uitgangen.
6-0* Anal. I/O-modus
"
Parametergroep voor het instellen van de
analoge I/O-configuratie.
De FC 300 is uitgerust met 2 analoge ingang
ingangen: Klem 53 en 54. De analoge ingangen
op FC 302 zijn kunnen naar keuze worden
gebruikt als spannings- (-10 V - +10 V) of
stroomingang (0/4 - 20 mA).
NB!:
De thermistors kunnen worden
aangesloten op een analoge of
digitale ingang.
6-00 Live zero time-out-tijd
Bereik:
1-99 s
Functie:
Stel de live zero time-out-tijd in. Live zero
time-out-tijd is actief voor analoge ingangen, d.w.z.
klem 53 of klem 54, ingesteld voor stroom en
gebruikt als referentie- of terugkoppelingsbron. Als
de waarde van het referentiesignaal dat is ingesteld
voor de stroomingang, lager wordt dan 50 % van
de in par. 6-10, par. 6-12, par. 6-20 of par. 6-22
ingestelde waarde gedurende een langere periode
dan de in par. 6-00 ingestelde tijd, zal de in par.
6-01 geselecteerde functie worden geactiveerd.
6-01 Live zero time-out-functie
Optie:
*
Uit
Uitgang vasth.
Stop
Jogging
Max. snelh.
Stop en uitsch.
Functie:
Selecteer de time-out-functie. De ingestelde functie
in par. 6-01 wordt geactiveerd als het ingangssignaal
op klem 53 of 54 minder dan 50 % bedraagt van
de ingestelde waarde in par. 6-10, 6-12, 6-20 of
6-22 gedurende de tijd die is ingesteld in par. 6-00.
Als meerdere time-outs gelijktijdig verstrijken, zal
de frequentieomvormer de time-out-functies in de
volgende volgorde van belangrijkheid afhandelen:
*
standaardinstelling( )
Programmeren
*
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Par. 6-01 Live zero time-out-functie
1.
Par. 5-74 Encoderverliesfunctie
2.
Par. 8-04 Time-out-functie stuurwoord
3.
De uitgangsfrequentie van de frequen-
tieomvormer kan:
De uitgangsfrequentie van de frequen-
tieomvormer kan:
[1] worden vastgehouden op de huidige waarde
•
[2] worden geforceerd naar stop
•
[3] worden geforceerd naar de jogsnelheid
•
[4] worden geforceerd naar de max-
•
imumsnelheid
•
[5] worden geforceerd naar stop, gevolgd
door uitschakeling
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
6-1* Anal. ingang 1
"
Parameters voor het configureren van de schaling
en begrenzingen voor analoge ingang 1 (klem 53).
10 s
6-10 Klem 53 lage spanning
Bereik:
-10,.0 - par. 6-11
Functie:
Stel de waarde voor lage spanning in. Deze
schaalwaarde voor de analoge ingang moet
overeenkomen met de minimumreferentiewaarde
die is ingesteld in par. 3-02. Zie ook
Gebruik van referenties.
6-11 Klem 53 hoge spanning
Bereik:
Par. 6-10 tot 10,0 V
Functie:
Stel de waarde voor hoge spanning in. Deze
schaalwaarde voor de analoge ingang moet
*
0,07 V
*
10,0 V
199