FC 300 Design Guide
communicatie na een stuurwoordtime-out.
Wanneer de communicatie wordt hervat en de
time-outsituatie wordt opgeheven, bepaalt par.
8-05 Einde-time-out-functie of de setup die
voor de time-out werd gebruikt moet worden
hervat of dat de setup die werd geselecteerd
als gevolg van de time-out-functie moet worden
vastgehouden. De volgende configuratie is
vereist om de setup na een time-out te wijzigen:
Stel par. 0-10 Actieve setup in op Multi setup
[9] en selecteer de relevante koppeling in
par. 0-12 Setup gekoppeld aan.
8-05 Einde-time-out-functie
Optie:
*
Setup vasth.
Setup hervatt.
Functie:
Selecteer de uit te voeren actie na het ontvangen
van een geldig stuurwoord na een time-out.
Deze parameter is alleen actief wanneer par.
8-04 is ingesteld op Setup 1-4.
Vasthouden: De frequentieomvormer houdt
de setup vast die is geselecteerd in par. 8-04
en geeft een waarschuwing totdat par. 8-06
wisselt. Daarna gaat de frequentieomvormer
verder in de oorspronkelijke setup.
Hervatten: De frequentieomvormer gaat verder in
de setup die voor de time-out actief was.
8-06 Stuurwoordtime-out reset
Optie:
*
Niet resetten
Resetten
Functie:
Selecteer Resetten [1] om de frequentieomvormer
na een stuurwoordtime-out terug te zetten naar de
originele setup. Wanneer de waarde is ingesteld
op Resetten [1] voert de frequentieomvormer
de reset uit en keert dan onmiddellijk terug
naar de instelling Niet resetten [0].
Selecteer Niet resetten [0] om na een
stuurwoordtime-out de ingestelde setup in par.
8-04 Kies setup 1-4 vast te houden.
Deze parameter is alleen actief wanneer
Setup vasth. [0] is geselecteerd in par. 8-05
Einde-time-out-functie.
8-07 Diagnose-trigger
Optie:
*
Uitsch.
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[0]
[1]
[0]
[1]
[0]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Trigger bij alarm
Trigg. alarm/wrsch.
Functie:
Deze parameter schakelt de diagnosefunctie van
de omvormer in, regelt deze en staat uitbreiding
van de diagnosegegevens toe tot 24 bytes. Hij
heeft alleen betrekking op Profibus.
-
Uitsch. [0]: Verzend geen uitgebreide
diagnosegegevens, zelfs niet wanneer zij in
de frequentieomvormer voorkomen.
Trigger bij alarm [1]: Verzend uitgebreide
-
diagnosegegevens als een of meer alarmen
verschijnen in alarmpar. 16-90 of 9-53.
Trigg. alarm/wrsch. [2]: Verzend
-
uitgebreide diagnosegegevens als een of
meer alarmen of waarschuwingen worden
weergegeven in alarmparameter 16-90, 9-53
of waarschuwingsparameter 16-92.
De inhoud van het uitgebreide diagnose-
frame is als volgt:
Byte
Inhoud
0 - 5
Standaard DP-di-
agnosegegevens
6
PDU-lengte xx
7
Statustype = 0x81 Koptekst voor uitgebreide
8
Sleuf = 0
9
Statusinfo = 0
10 - 13
VLT par. 16-92
14 - 17
VLT par. 16-03
18 - 21
VLT par. 16-90
22 - 23
VLT par. 9-53
Het inschakelen van de diagnosefunctie kan meer
busverkeer veroorzaken. De diagnosefuncties
worden niet door alle veldbustypen ondersteund.
8-1* Stuurwoordinst.
"
Parameters voor het configureren van de
optie Stuurwoordprofiel.
8-10 Stuurwoordprofiel
Optie:
*
FC-profiel
PROFIdrive-profiel
[1]
[2]
Beschrijving
Standaard DP-diag-
nosegegevens
Koptekst voor uitgebreide
diagnosegegevens
diagnosegegevens
Koptekst voor uitgebreide
diagnosegegevens
Koptekst voor uitgebreide
diagnosegegevens
Waarsch.-wrd
Statuswoord
Alarmwoord
Profibus waarsch.-woord
[0]
[1]
209