Download Print deze pagina

Danfoss FC 300 Gebruikersgids pagina 223

Design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:

Advertenties

FC 300 Design Guide
Parameterts: Smart Logic
"
Control
13-** Programmeerkenmerken
"
Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks
van gebruikersgedefinieerde acties (zie par. 13-52
[x]) die worden uitgevoerd door de SLC als de
bijbehorende gebruikersgedefinieerde gebeurtenis
(zie par. 13-51 [x]) door de SLC wordt geëvalueerd
als TRUE. Gebeurtenissen en acties zijn genummerd
en in paren gekoppeld. Dit betekent dat actie [0]
wordt uitgevoerd wanneer gebeurtenis [0] heeft
plaatsgevonden (de waarde TRUE heeft gekregen).
Hierna worden de omstandigheden van gebeurtenis
[1] geëvalueerd en bij de evaluatie TRUE wordt
actie [1] uitgevoerd, enz. Er wordt steeds slechts
één gebeurtenis geëvalueerd. Als een gebeurtenis
wordt geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets
(in de SLC) tijdens het huidige scaninterval en
zullen er geen andere gebeurtenissen worden
geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten van
de SLC gebeurtenis [0] (en enkel gebeurtenis [0])
tijdens elk scaninterval zal worden geëvalueerd.
Alleen als gebeurtenis [0] is geëvalueerd als TRUE
voert de SLC actie [0] uit en begint deze met het
evalueren van gebeurtenis [1]. Er kunnen 1 tot 20
gebeurtenissen en acties worden geprogrammeerd.
Als de laatste gebeurtenis/actie is geëvalueerd,
begint de cyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [0]
/ actie [0]. De afbeelding toont een voorbeeld
met drie gebeurtenissen/acties:
SLC starten en stoppen:
Het starten en stoppen van de SLC kan worden
uitgevoerd door Aan [1] of Uit [0] te selecteren
in par. 13-00. De SLC start altijd in status 0
(waarbij gebeurtenis [0] wordt geëvalueerd).
*
standaardinstelling( )
Programmeren
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
De SLC start wanneer de startgebeurtenis
(gedefinieerd in par. 13-01 Gebeurt. starten)
wordt geëvalueerd als TRUE (op voorwaarde dat
Aan [1] is geselecteerd in par. 13-00). De SLC
stopt zodra Gebeurt. stoppen (par. 13-02) TRUE
is. Par. 13-03 reset alle SLC-parameters en start
het programmeren geheel opnieuw.
13-0* SLC-instellingen
"
Gebruik de SLC-instellingen om de Smart Logic
Control in- en uit te schakelen of te resetten.
13-00 SL-controllermodus
Optie:
*
Uit
Aan
Functie:
Selecteer Aan [1] zodat de Smart Logic Control kan
inschakelen als er een startcommando aanwezig
is, bijv. via een digitale ingang.
Selecteer Uit [0] om de Smart Logic Control
uit te schakelen.
13-01 Gebeurt. starten
Optie:
False
True
Actief
Binnen bereik
Op referentie
Koppelbegr.
Stroombegr.
Buiten stroombereik
Onder I, laag
Boven I, hoog
Onder snelh., laag
Boven snelh., hoog
Buiten terugk.bereik
Onder terugk., laag
Boven terugk., hoog
Therm. waarsch.
Netsp. buiten bereik
Omkeren
Waarsch.
Alarm (uitsch.)
Alrm (uitsch & blok)
Comparator 0
Comparator 1
Comparator 2
Comparator 3
Log. regel 0
Log. regel 1
Log. regel 2
[0]
[1]
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
223

Advertenties

loading