Download Print deze pagina

Danfoss FC 300 Gebruikersgids pagina 189

Design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:

Advertenties

FC 300 Design Guide
Snelh. omh. en Snelh. omlaag te gebruiken. Als
Snelh. omh./omlaag wordt gebruikt, volgt de
snelheidsverandering altijd Ramp 2 (par. 3-51 en
3-52) in het bereik 0 - par. 3-03 Max. referentie.
Uitgang vasth.
[20]: Houd de huidige
motorfrequentie (Hz) vast. De vastgehouden
motorfrequentie is nu het inschakelpunt/de
voorwaarde voor het gebruik van Snelh. omh.
en Snelh. omlaag. Als Snelh. omh./omlaag
wordt gebruikt, volgt de snelheidsverandering
altijd Ramp 2 (par. 3-51 en 3-52) in het bereik
0 - par. 1-23 Motorfrequentie.
NB!:
Als Uitgang vasth. actief is, kan de
frequentieomvormer niet gestopt
worden via een laag 'start [13]'-signaal.
De frequentieomvormer wordt gestopt via
een klem die is ingesteld op Vrijloop geïnv.
[2] of Vrijloop & reset inv.
Snelh. omh.
[21]: Selecteer Snelh. omh.
en Snelh. omlaag als digitale besturing voor
het verhogen/verlagen van de snelheid is
gewenst (motorpotentiometer). Selecteer
Ref. vasthouden of Uitgang vasth. om deze
functie te activeren. Als Snelh. omh. wordt
geactiveerd voor minder dan 400 ms, wordt
de totale referentie verhoogd met 0,1 %. Als
Snelh. omh. wordt geactiveerd voor meer
dan 400 ms, zal de totale referentie uitlopen
op basis van Ramp 2 in par. 3-41.
Snelheid ongewijzigd
Verlaagd met %-waarde
Verhoogd met %-waarde
Verlaagd met %-waarde
Snelh. omlaag
[22]: Vergelijkbaar
met Versnell. [21].
Setupselectie bit 0
Setupselectie bit 0 of Selectiesetup bit 1 om
een van de vier setups te selecteren. Stel par.
0-10 Actieve setup in op Multi setup.
Setupselectie bit 1 [24]
digitale ingang 32): Vergelijkbaar met
Setupselectie bit 0 [23].
Precisiestop inv
stopsignaal om een snelheidsonafhankelijke
precisiestop te geven.
*
standaardinstelling( )
Programmeren
Uitsch.
Inhalen
0
0
1
0
0
1
1
1
[23]: Selecteer
(standaard voor
[26]:Verleng het
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
De functie Precisiestop inv is beschikbaar
voor klem 18 of 19.
Precisiestart, stop
wanneer Prec.stop met uitloop [0] is
geselecteerd in par. 1-83 Precisiestopfunctie.
Versnell.
[28]: Selecteer Versnell./Vertragen
om de in par. 3-12 ingestelde referentiewaarde
te verhogen of te verlagen.
Vertragen
[29]: Vergelijkbaar met
Versnell. [28].
Telleringang
[30]: Selecteer Telleringang om
de Precisiestopfunctie in par. 1-83 te gebruiken
als Tellerstop of snelheidgecompenseerde
tellerstop, met of zonder reset. De tellerwaarde
moet worden ingesteld in par. 1-84.
Pulsingang
[32]: Selecteer Pulsingang
wanneer een pulsreeks wordt gebruikt als
referentie of terugkoppeling. Het schalen wordt
uitgevoerd via parametergroep 5-5*.
Ramp bit 0 [34]
Ramp bit 1 [35]
Netstoring geïnv.
deze functie om par. 14-10 Netstoring te
activeren. Netstoring geïnv. is actief in
een logische '0'-situatie.
Precisiepulsstop inv
pulsstopsignaal wanneer de precisiestopfunctie
is geactiveerd in par. 1-83 Precisiestopfunctie.
Zie optie [26]. De functie Precisiepulsstop inv
is beschikbaar voor klem 18 of 19.
DigiPot verhogen
[55]: Gebruik de
ingang als een VERHOOG-signaal naar de
digitale-potentiometerfunctie die wordt
beschreven in parametergroep 3-9*.
DigiPot verlagen
[56]: Gebruikt de
ingang als een VERLAAG-signaal naar de
digitale-potentiometerfunctie die wordt
beschreven in parametergroep 3-9*.
DigiPot wissen
[57]: Gebruik de ingang om
de digitale-potentiometerreferentie die wordt
beschreven in parametergroep 3-9*, te WISSEN.
[27]: Gebruik deze
[36]: Selecteer
[41]: Verzend een
189

Advertenties

loading