FC 300 Design Guide
Parameters: belasting
"
en motor
1-0* Alg. instellingen
"
Bepaal of de frequentieomvormer op basis van
snelheidsregeling of koppelregeling moet werken;
en of de interne PID-regelaar actief moet zijn.
1-00 Configuratiemodus
Optie:
*
Snelheid open lus
Snelheid gesl. lus
Koppel
Proces
Functie:
Stel het toepassingsbesturingsprinccipe in dat moet
worden gebruikt wanneer een afstandsreferentie (via
analoge ingang) actief is. Een afstandsreferentie
kan alleen actief zijn wanneer par. 3-13
Referentieplaats is ingesteld op [0] of [1].
Snelheid open lus [0]: voor het instellen van de
snelheidsregeling (zonder terugkoppelingssignaal
van de motor) met automatische slipcompensatie
om te zorgen voor een bijna constante snelheid
bij wisselende belastingen.
De compensaties zijn actief, maar kunnen
worden uitgeschakeld via de Belasting/motor
parametergroep 1-0*.
Snelheid gesl. lus [1]: schakelt encoderterugkop-
peling vanaf de motor in. Zorg voor een
volledig houdkoppel bij 0 tpm.
Geef voor een verhoogde snelheidsnauwkeurigheid
een terugkoppelingssignaal en stel de
snelheids-PID-regeling in.
Koppel [2]: sluit het encodersnelheidsterugkop-
pelingssignaal aan op de encoderingang. Is alleen
mogelijk met de optie Flux met enc.terugk.,
par. 1-01 Motorbesturingsprincipe.
Proces [3]: maakt het mogelijk om procesregeling
toe te passen in de frequentieomvormer. De
parameters voor de procesregeling staan in
par. groep 7-2* en 7-3*.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
1-01 Motorbesturingsprincipe
Optie:
U/f
*
plus
VVC
Flux sensorvrij (alleen FC 302)
Flux met enc.terugk. (alleen FC 302)
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[0]
[1]
[2]
[3]
[0]
[1]
[2]
[3]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Selecteer het motorbesturingsprincipe dat
moet worden gebruikt.
Selecteer U/f [0], een speciale motormodus,
voor parallel aangesloten motoren in speciale
motortoepassingen. Wanneer U/f is geselecteerd,
kunnen de kenmerken van het besturingsprincipe
worden gewijzigd in par. 1-55 en 1-56.
Selecteer VVC
plus
[1] voor een Voltage Vector
Control-principe dat geschikt is voor de meeste
toepassingen. Het belangrijkste voordeel van
besturing via VVC
plus
is dat het gebruik maakt
van een robuust motormodel.
Selecteer Flux sensorvrij [2], d.w.z.
Flux-vectorbesturing zonder encoderterugkoppeling;
dit zorgt voor een eenvoudige installatie en is
bestand tegen plotselinge wijzigingen in de belasting.
Selecteer Flux met enc.terugk. [3] voor een
zeer hoge nauwkeurigheid ten aanzien van
snelheid en koppelregeling, geschikt voor de
meest veeleisende toepassingen.
De beste asprestatie wordt gewoonlijk verkregen
in de twee Flux-vectorbesturingsmodi Flux met
enc.terugk. [3] en Flux sensorvrij [2].
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
1-02 Flux motorterugk.bron
Optie:
*
24 V-encoder
MCB 102
MCO 305
Functie:
Selecteer de interface voor het ontvangen van
terugkoppeling van motor of proces.
24V-encoder [1] is een A- en B-kanaalencoder
die alleen kan worden aangesloten op de digitale
ingangsklemmen 32/33. De klemmen 32/33
moeten worden ingesteld op Geen functie.
MCB 102 [2] is een encodermoduleoptie die
kan worden geconfigureerd in parametergroep
17-** Parameters - Encoderingang.
MCO 305 [3] is een optie voor positionering,
synchronisatie en programmering.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor FC 302.
1-03 Koppelkarakteristiek
Optie:
*
Constant koppel
Variabel koppel
[1]
[2]
[3]
[0]
[1]
155