FC 300 Design Guide
1-41 Offset motorhoek
Bereik:
0 - 65535 N/A
Functie:
Stel de juiste offset-hoek tussen de PM-motor en de
indexpositie (enkele winding) van de aangesloten
encoder of resolver in. Het waardebereik van
0-65535 komt overeen met 0-2 * pi (radialen). De
waarde voor de offset-hoek is als volgt te bepalen:
Pas een DC-houdstroom toe na het opstarten
van de omvormer en voer in deze parameter de
waarde van par. 16-20 Motorhoek in.
Deze parameter is alleen actief als par. 1-10
Motorconstructie is ingesteld op PM, niet uitspr.
SPM [1] (Permanent-Magneetmotor).
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
1-5* Bel. onafh. inst.
"
Parameters voor motorinstellingen die niet
afhankelijk zijn van de belasting.
1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid
Bereik:
0 - 300 %
Functie:
Gebruik deze parameter in combinatie met par.
1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM]
om een andere thermische belasting op de motor
te verkrijgen bij lage snelheid.
Voer een waarde in die een percentage van de
nominale magnetiseringsstroom aangeeft. Als
de instelling te laag is, wordt het koppel op
de motoras mogelijk verminderd.
1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM]
Bereik:
10-300 tpm
Functie:
Stel de gewenste snelheid voor normale
magnetiseringsstroom in. Als de snelheid lager
*
standaardinstelling( )
160
Programmeren
*
*
100 %
*
15 tpm
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
wordt ingesteld dan de motorslipfrequentie hebben
de parameters 1-50 Motormagnetisering bij
nulsnelheid en 1-51 geen betekenis.
N/A
Gebruik deze parameter in combinatie met par.
1-50. Zie de tekening voor par. 1-50.
1-52 Min. snelh. norm. magnetisering [Hz]
Bereik:
0-10 Hz
Functie:
Stel de gewenste frequentie voor normale
magnetiseringsstroom in. Als de frequentie lager is
ingesteld dan de motorslipfrequentie zijn par. 1-50
Motormagnetisering bij nulsnelheid en par. 1-51
Min. snelh. norm. magnetisering [TPM] niet actief.
Deze parameter wordt gebruikt in combinatie met
par. 1-50. Zie de tekening voor par. 1-50.
1-53 Model versch.frequentie
Bereik:
4,0 - 50,0 Hz
Functie:
Versch. Flux-model
Voer de frequentiewaarde voor het schakelen
tussen twee modellen om de motorsnelheid
te bepalen. Kies een waarde op basis van de
instellingen in par. 1-00 Configuratiemodus en
par. 1-01 Motorbesturingsprincipe. Er zijn twee
opties: schakelen tussen Fluxmodel 1 en Fluxmodel
2; of schakelen tussen variabele-stroommodus
en Fluxmodel 2. Deze parameter is alleen
beschikbaar voor FC 302.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
Fluxmodel 1 – Fluxmodel 2
Dit model wordt gebruikt als par. 1-00 is ingesteld
op Snelheid gesl. lus [1] of Koppel [2] en par.
1-01 is ingesteld op Flux met enc.terugk. [3] Met
deze parameter is het mogelijk om een wijziging
aan te brengen in het omschakelpunt waarbij de
FC 302 schakelt tussen Fluxmodel 1 en Fluxmodel
2, wat nuttig is bij sommige toepassingen met een
gevoelige snelheids- of koppelregeling.
*
0 Hz
*
6,7 Hz