Opbouw
3
Smering
3.20
Smering
3.20.1
Soorten smering
Spatsmering
Badsmering
Druksmering
58
Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen
Het oliepeil is laag; vertandings- en lagerdelen die niet in het oliebad worden gedom-
peld, worden door wegspattende olie gesmeerd. Standaardsmering voor horizontale
ruimtelijke posities (M1 of M3).
De reductor is (bijna) volledig met olie gevuld; alle vertandings- en lagerdelen worden
geheel of gedeeltelijk in het oliebad ondergedompeld.
•
Soort standaardsmering met olie-expansievat bij:
– ruimtelijke zwenkposities bij horizontale reductoren vanaf een bepaalde hel-
lingshoek (afhankelijk van het soort reductor, de uitvoering en het model)
– verticale reductoren (ruimtelijke positie M5)
– staande ruimtelijke positie (M4) bij X.K..-reductoren
•
Soort standaardsmering zonder olie-expansievat bij:
– staande ruimtelijke positie (M4) bij X.F../X.T.. -reductoren
De reductor is voorzien van een pomp (aseindpomp of motorpomp). Het oliepeil is
laag en vergeleken met de spatsmering eventueel nog minder. De vertandingen en la-
gerpunten die niet in het oliebad worden ondergedompeld, worden via smeerleidingen
van olie voorzien.
Druksmering wordt gebruikt als:
•
spatsmering niet mogelijk is (zie de desbetreffende ruimtelijke posities en varian-
ten bij "Badsmering")
•
in plaats van badsmering, indien dit niet gewenst en/of om thermische redenen
niet voordelig is
•
een Drywell-afdichtingssysteem vereist is (alleen bij een verticale uitgaande as
met LSS naar beneden)
•
er sprake is van hoge aandrijftoerentallen en het grenstoerental voor de andere
smeringssoorten wordt overschreden (afhankelijk van de reductorgrootte, de uit-
voering en het aantal trappen).