Storingen tijdens de werking/oplossing
9
Mogelijke storingen/oplossingen
Storing
De hoofdaandrijving be-
gint niet te draaien
De hulpaandrijving start
niet
Uitgebrande remvoerin-
gen, slijtagemarkering
"X" onder 0.8 mm
1) Aan de oliekeerring uittredend(e) olie/vet (in kleine hoeveelheden) kan tijdens de inloopfase (gedurende 24 uur) als normaal worden
beschouwd (zie ook DIN 3761).
228
Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen
Mogelijke oorzaak
•
Toerentalbewaking van vrijloop-
koppeling verkeerd ingesteld
•
Onjuiste draairichting van de mo-
tor
•
De elektrische vergrendeling tus-
sen hoofd- en hulpaandrijvings-
motor is verkeerd geschakeld
•
Overbelasting op de aandrijving
•
De vrijloopkoppeling is geblok-
keerd (kooi met klemlichamen
van de vrijloopkoppeling ver-
keerd ingebouwd of vrijloopkop-
peling defect)
•
De hoofdaandrijvingsmotor is de-
fect
•
Overbelasting op de aandrijving
•
De hulpaandrijving draait in te-
gengestelde richting van de sper-
richting van de vrijloopkoppeling
•
Vrijloopkoppeling defect
•
Hulpaandrijvingsmotor defect
•
Een voortdurend in- en uitscha-
kelen of het aandrijven in de ver-
grendelde richting van de instal-
latie leidt elke keer tot een in- en
ontkoppelen van de terugloop-
blokkering en van de koppelbe-
grenzing. Dat kan bij de koppel-
begrenzer tot ongebruikelijke
warmte-ontwikkeling en slijtage
van de remvoering leiden. De
warmteontwikkeling kan leiden
tot vernieling van de voering. Bij
normaal bedrijf verdeelt de kop-
pelbegrenzer een te hoge koppel
door relatief kleine draaibewegin-
gen. Hierbij treedt slechts weinig
slijtage aan de remvoering op.
Maatregel
•
De instelling van de toerentalbewaking
controleren
•
De draairichting van de motor wijzigen
(2 fases omwisselen)
•
De schakeling controleren en evt. corri-
geren
•
De belasting verminderen
•
Kooi van de vrijloopkoppeling 180° ge-
draaid inbouwen of vrijloopkoppeling
vernieuwen
•
De motor bij een gekwalificeerd bedrijf
laten repareren
•
De belasting verminderen
•
De juiste draairichting bepalen en over-
eenkomstig het resultaat hetzij de kooi
van de vrijloopkoppeling 180° gedraaid
inbouwen of de draairichting van de
motor wijzigen (2 fases omwisselen)
•
De vrijloopkoppeling vervangen
•
De motor bij een gekwalificeerd bedrijf
laten repareren
•
Stuur de koppelbegrenzer aan de fabri-
kant voor revisie.