Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen ...................... 7 Gebruik van de documentatie .................. 7 Opbouw van de waarschuwingen ................... 7 Garantieaanspraken ....................... 8 Auteursrechtelijke opmerking.................. 8 Veiligheidsaanwijzingen ...................... 9 Inleidende opmerking...................... 9 Algemeen........................ 9 Doelgroep ........................ 10 Reglementair gebruik elevatoraandrijvingen.............. 10 Relevante documenten .................... 10 Veiligheidssymbolen aan de tandwielkast .............. 11 Symbolen op het maatblad ................... 14 Symbolen op de verpakking.................. 16 Transport........................ 16 2.10...
Pagina 4
Inhoudsopgave Motoradapter/MA ...................... 65 Aandrijfpakketten op een staalconstructie .............. 66 Soorten koeling ...................... 68 Ventilator /FAN...................... 68 Waterkoeldeksel /CCV.................... 71 4.10 Waterkoelpatroon /CCT .................... 72 4.11 Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC............... 75 4.12 Olie-lucht-koeler bij spatsmering /OAC................. 75 4.13 Olie-water-koeler voor druksmering /OWP .............. 75 4.14 Olie-lucht-koeler bij druksmering /OAP................. 75 4.15 Motorpomp/ONP1L ....................... 75 4.16...
Pagina 5
Inhoudsopgave 5.27 Olie-lucht-koeler bij druksmering /OAP............... 154 5.28 Motorpomp/ONP1L ..................... 155 5.29 Motorpomp/ONP1 ....................... 155 5.30 Grenstemperatuur voor het opstarten van de reductor.......... 156 5.31 Olieverwarming/OH..................... 157 5.32 Drukschakelaar /PS .................... 167 5.33 Temperatuursensor /PT100 .................. 168 5.34 Temperatuurschakelaar /NTB.................. 169 5.35 Temperatuurschakelaar /TSK .................. 170 5.36 Rem .......................... 171 Inbedrijfstelling ........................
Pagina 6
Inhoudsopgave 7.19 Olieverwarming/OH..................... 213 7.20 Koppelbegrensde terugloopblokkering ............... 214 7.21 Gedeelde behuizing .................... 215 Toegelaten smeermiddelen .................... 216 Smeermiddelkeuze ..................... 216 Opbouw van de tabellen en afkortingen .............. 217 Toelichtingen bij de verschillende smeermiddelen ............. 218 Toelichting bij oliesmeerinstallaties en olieviscositeit .......... 218 Smeermiddelentabellen .................... 219 Vulhoeveelheid smeermiddel.................. 222 Afdichtingsvet/wentellagervet .................. 224 Storingen tijdens de werking/oplossing................
Pagina 7
Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Deze versie van de documentatie is de Nederlandse vertaling van de originele Duitstalige versie. Deze documentatie maakt deel uit van het product. De documentatie is geschreven voor een ieder die montage-, installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaam- heden aan het product uitvoert.
Pagina 8
Algemene aanwijzingen Garantieaanspraken Betekenis van de gevarensymbolen De gevarensymbolen die in de waarschuwingen staan hebben de volgende betekenis: Gevarensymbool Betekenis Algemeen gevaarlijk punt Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwing voor hete oppervlakken Waarschuwing voor gevaar voor beknelling Waarschuwing voor zwevende lasten Waarschuwing voor automatische start 1.2.3 Opbouw van de geïntegreerde waarschuwingen...
Pagina 9
Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerking Veiligheidsaanwijzingen De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen ter voorkoming van per- soonlijk letsel en materiële schade. De gebruiker moet garanderen dat de fundamen- tele veiligheidsaanwijzingen worden gelezen en opgevolgd. Verzekert u zich ervan dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installaties en de werking, en personen die zelfstandig aan het apparaat werken de documentatie helemaal gelezen en begrepen hebben.
Pagina 10
Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep Doelgroep Vakmensen op het Alle mechanische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold gebied van me- personeel met een geschikte opleiding. Geschoolde vakmensen zijn volgens deze do- chanische werk- cumentatie personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, zaamheden het verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en personen die aan onderstaande kwalificaties voldoen:...
Pagina 11
Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidssymbolen aan de tandwielkast Veiligheidssymbolen aan de tandwielkast VOORZICHTIG In de loop der tijd kunnen aanwijzingen/waarschuwingsbordjes en veiligheidssymbo- len verontreinigd raken of op een andere manier onleesbaar worden. Gevaar voor letsel door onleesbare symbolen. • Houd alle veiligheid-, waarschuwings- en bedieningsaanwijzingen altijd in een goed leesbare toestand.
Pagina 12
Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidssymbolen aan de tandwielkast Veiligheidssym- Betekenis bolen Markeert op het informatieplaatje bij zwenkende uitvoering de ruimtelijke positie van de reductor voor de oliecontrole. Markeert de positie van de temperatuurvoeler/temperatuur- schakelaar. ° Markeert de vetaftapbout en helpt bij het vinden van de vetaf- tapmogelijkheid.
Pagina 13
Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidssymbolen aan de tandwielkast Betekenis Koppeling wordt zonder vet geleverd. VORSICHT NOTICE ATTENTION PRECAUCIÓN VOORZICHTIG OSTROŻNIE Coupling delivered without Kupplung wird ohne Fett geliefert. grease Mögliche Sachschäden! Possible damage to property. • Vor der Inbetriebnahme Kupplung • Fill coupling with grease prior to startup. mit Fett befüllen.
Pagina 14
Veiligheidsaanwijzingen Symbolen op het maatblad Betekenis Reductor met VCI tegen corrosie beschermd. VORSICHT NOTICE ATTENTION PRECAUCIÓN VOORZICHTIG OSTROŻNIE Gear unit with VCI corrosion Getriebe ist mit VCI protection. Do not open! rostgeschützt. Nicht öffnen! Potential damage to property! Mögliche Sachschäden! •...
Pagina 15
Veiligheidsaanwijzingen Symbolen op het maatblad Symbolen Betekenis Markeert het olievulpunt. Markeert het olieaftappunt. Markeert de positie van de ontluchter. Markeert de positie van de nasmeerplaatsen. Markeert de positie van de nasmeerplaatsen. Markeert de positie van de nasmeerplaatsen. Markeert de positie van de plaats waar het vet naar buiten Fett komt.
Pagina 16
Veiligheidsaanwijzingen Symbolen op de verpakking Symbolen op de verpakking De op de verpakking aangebrachte symbolen dienen in acht genomen te worden. Zij hebben de volgende betekenis: Tegen hitte Handhaak Breekbaar Bevestigen beschermen verboden materiaal Tegen vocht Boven Zwaartepunt beschermen 1811486091 Transport 2.9.1 Algemene aanwijzingen...
Pagina 17
Veiligheidsaanwijzingen Transport VOORZICHTIG Gevaar door het wegglijden van niet-geborgde componenten zoals spieën. Mogelijk gevaar voor beknelling door vallende onderdelen. • Borg de componenten. VOORZICHTIG Gevaar voor smeermiddellekkage uit beschadigde afdichtingen en op de ontluchter. Licht letsel. • Controleer of er smeermiddel uit de reductor en de componenten treedt. •...
Pagina 18
Veiligheidsaanwijzingen Transport Oogbouten DIN 580/DIN 582 Juist: Onjuist: Schuine trekkracht in de richting van Zijwaartse trekkracht tegen de rich- het ringniveau, max. 45° ting van het ringniveau in 0° 45° 45° De volgende afbeelding laat een voorbeeld voor het transport zien. 9007203196587531 Montage- en technische handleiding –...
Pagina 19
Veiligheidsaanwijzingen Transport 2.9.2 Reductor op motorbasis/fundatieframe Reductoren op motorbasis/fundatieframe mogen alleen met verticaal aangeslagen hijskabels [1] of hijskettingen worden getransporteerd. Onderstaande afbeeldingen laten een voorbeeld zien van het transport. 9007199436455563 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 20
Veiligheidsaanwijzingen Opslag- en transportvoorwaarden 2.10 Opslag- en transportvoorwaarden Afhankelijk van de opslag- en transportvoorwaarden kunnen de reductoren zijn voor- zien van onderstaande conserveringsmiddelen en verpakkingen. 2.10.1 Inwendige conservering Standaardconservering Na de test wordt de testolievulling uit de tandwielkast verwijderd. Door de achtergeble- ven oliefilm is de tandwielkast enige tijd tegen corrosie beschermd.
Pagina 21
Veiligheidsaanwijzingen Opslag- en transportvoorwaarden 2.10.4 Opslagomstandigheden LET OP Door ondeskundige montage kan de tandwielkast beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • De tandwielkast moet gedurende de opslagtijd tot aan de inbedrijfstelling trillings- vrij worden opgeslagen om beschadigingen aan de geleiders van de wentella- gers te voorkomen! •...
Pagina 22
Opbouw Elevatoraandrijving Opbouw Elevatoraandrijving Emmerelevators zijn transportinstallaties die grote hoeveelheden bulkmateriaal verti- caal naar boven verplaatsen. Afhankelijk van de inhoud van de elevatorbak en de te overwinnen transporthoogte is een hoog aandrijfvermogen vereist. Vooral tijdens onderhoud mag de elevatoraandrijving alleen met verminderde snelheid lopen.
Pagina 23
Opbouw Hulpaandrijving/IEC-motornorm IE1 en IE3 Hulpaandrijving/IEC-motornorm IE1 en IE3 21958623243 De aangebouwde hulpaandrijving [1] kan in de uitvoeringen "lege beker" (uitsluitend voor onderhoudsdoeleinden) of "volle beker" worden geleverd. De hulpaandrijving is middels een hulpaandrijvingsadapter [2] bevestigd aan de haakse reductor [3]. Raad- pleeg de orderspecificaties voor de juiste koppels aan de uitgaande as bij het bedrijf via de hulpaandrijving.
Pagina 24
Opbouw Hulpaandrijving/IEC-motornorm IE1 en IE3 3.2.1 IEC-motornorm IE1 en IE3 De DR-motor ondersteunt alle wereldwijde standaarden en voldoet aan de actuele IEC-motornorm. De hulpaandrijving is standaard aanwezig bij motoren van de uitvoering DRN.. (IE3) van SEW‑EURODRIVE. Bij bedrijfsmodi, die geen eisen aan de energie-efficiëntie- klasse stellen, kunnen optimaal ook motoren van de uitvoering DRS..
Pagina 25
Opbouw Vrijloopkoppeling Vrijloopkoppeling De vrijloopkoppeling [1] is in de hulpaandrijvingsadapter [2] ingebouwd en laat middels de hulpaandrijving [3] het bedrijf in één draairichting toe. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 bedrijfsmodi: • Bedrijf via de hoofdaandrijving: de vrijloopkoppeling [1] koppelt de hulpaandrijving [3] los en voorkomt zo dat de hulpaandrijving [3] meedraait.
Pagina 26
Opbouw Toerentalbewaking Toerentalbewaking LET OP Bij een functiestoring van de vrijloopkoppeling kan de hulpaandrijving door te hoge toerentallen beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • De vrijloopkoppeling moet om veiligheidsredenen beslist met toerentalbewaking zijn uitgerust! AANWIJZING Voer bij het gebruik van andere dan de hier opgevoerde onderdelen voor de toe- rentalbewaking overleg met SEW‑EURODRIVE.
Pagina 27
Opbouw Terugloopblokkering met koppelbegrenzing Terugloopblokkering met koppelbegrenzing 539377931 Behuizing Vrijloopkooi Drukveren Buitenring Binnenring Frictievoeringen Terugloopblokkeringen met koppelbegrenzing worden bij meervoudige aandrijvingen ingezet waarbij elke aandrijving met een eigen terugkoppeling is uitgerust. De koppelbegrenzing voorkomt een ongelijke verdeling van het terugwerkende koppel over de afzonderlijke terugloopblokkeringen.
Pagina 28
Opbouw Overbrenging van de terugloopblokkering Overbrenging van de terugloopblokkering 6144189579 X3K.. X3K.. X3K.100 14 - 80 X3K.200 12.5 - 71 X3K.110 16 - 90 X3K.210 14 - 80 X3K.120 12.5 - 71 X3K.220 12.5 - 71 X3K.130 16 - 90 X3K.230 14 - 80 X3K.140...
Pagina 29
Opbouw Positie van de motorklemmenkast en de kabelinvoer Positie van de motorklemmenkast en de kabelinvoer De positie van de motorklemmenkast wordt tot dusverre met 0°, 90°, 180° of 270° aangegeven met uitzicht op de ventilatorkap (zie volgende afbeelding). De gewijzigde productnorm EN 60034 schrijft voor de toekomst de volgende aanduiding van de klemmenkastpositie voor voetmotoren voor: •...
Pagina 30
Opbouw Typeplaatje serie X.. Typeplaatje serie X.. Het volgende voorbeeld laat zien hoe het typeplaatje is opgebouwd. De vermelde hoe- veelheid olie op het typeplaatje heeft alleen betrekking op de basisreductor. SEW-EURODRIVE 76646 Bruchsal/Germany X3FS190/B Type 01.1234567812.0001.06 -39.06 min. nom. max.
Pagina 31
Opbouw Typeaanduidingen Typeaanduidingen 3.9.1 Tandwielkast Het volgende voorbeeld laat zien hoe de typeaanduiding is opgebouwd: X3KS250 /HU /B Serie industriële tandwielkasten Aantal reductortrappen • 2 = 2-traps • 3 = 3-traps • 4 = 4-traps Uitvoering van de tandwielkast • F = rechte reductor •...
Pagina 32
Opbouw Typeaanduidingen 3.9.2 Oliesmeerinstallaties De reductor kan worden voorzien van een oliesmeerinstallatie voor de koeling en smering. Het volgende voorbeeld laat zien hoe de typeaanduiding is opgebouwd. OWC020-00/M Oliesmeerinstallatie Koelmiddel • W = water • A = lucht • N = motorpomp Soort •...
Pagina 33
Opbouw Typeaanduidingen 3.9.4 Afkortingen voor optionele accessoires Deze tabel laat de gebruikte afkortingen en hun betekenis zien. Afkorting Betekenis Fundatieframe Terugloopblokkering Koppelbegrensde terugloopblokkering Ontluchter Waterkoeldeksel Waterkoelpatroon Flenskoppeling Ventilator FAN-ADV Ventilator, uitvoering Advanced Horizontale behuizing Universele behuizing Thermische behuizing HSST Doorlopende aandrijfas LSST Doorlopende uitgaande as Motoradapter...
Pagina 34
Opbouw Ruimtelijke posities 3.10 Ruimtelijke posities De ruimtelijke positie definieert de positie van de reductorbehuizing in de ruimte en wordt gekenmerkt met M1..M6. Bij de andere ruimtelijke posities kunnen voor bepaalde uitvoeringsopties beperkingen gelden. Overleg in dat geval met SEWEURODRIVE. 6068016395 3.10.1 Afwijking van de ruimtelijke positie...
Pagina 35
Opbouw Ruimtelijke posities en standaardmontagevlakken 3.11 Ruimtelijke posities en standaardmontagevlakken Aan elke ruimtelijke positie is een bepaald standaardmontagevlak toegewezen: AANWIJZING • De ruimtelijke positie en/of het montagevlak mag niet afwijken van de bestelling. • Andere montagevlakken zijn mogelijk in combinatie met een bepaalde ruimtelijke positie.
Pagina 36
Opbouw Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen 3.12 Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen Ruimtelijke posities die afwijken van de standaard ruimtelijke posities zijn te onder- scheiden in vaste en variabele zwenkende uitvoeringen. AANWIJZING • Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen zijn alleen mogelijk na overleg met SEWEURODRIVE.
Pagina 37
Opbouw Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen 3.12.1 Vaste zwenkende uitvoering Definitie: Reductoren met een vaste zwenkende uitvoering hebben een van de standaardpositie afwijkende, maar vaste ruimtelijke positie. De reductor verandert zijn ruimtelijke positie niet tijdens het bedrijf. Voorbeeld: De typeaanduiding is als volgt opgebouwd: M1-M4/9°...
Pagina 38
Opbouw Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen 3.12.2 Variabele zwenkende uitvoering Definitie: Reductoren met een variabele zwenkende uitvoering kunnen tijdens bedrijf de ruimte- lijke positie binnen het aangegeven bereik min./max. zwenkhoek variabel aannemen. Zwenkhoek variabel wijzigen. Voorbeeld: De reductor wordt tijdens bedrijf in de variabele zwenkende uitvoering M1 naar M6 in 9°...
Pagina 39
Opbouw Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen Voor dit voorbeeld ontstaat de volgende typeaanduiding: M1-M5/–9°...12° = ruimtelijke uitgangspositie = zwenkrichting 12° = van M1 naar M5, met 12° gezwenkt –9° = van M1 naar M5, –9° gezwenkt (= van M1 naar M6, 9° gezwenkt) De variabele zwenkende uitvoering wordt als volgt afgebeeld op het typeplaatje: SEW-EURODRIVE 76646 Bruchsal/Germany...
Pagina 40
Opbouw Vaste en variabele zwenkende uitvoeringen 3.12.3 Combinatie variabele en vaste zwenkende uitvoering De combinaties van vaste en variabele zwenkende uitvoeringen zijn mogelijk. Voorbeeld: Het volgende voorbeeld beschrijft een combinatie van een vaste en een variabele zwenkende uitvoering. De typeaanduiding is als volgt opgebouwd: M1-M5/–9°...12°...
Pagina 41
Opbouw Draairichtingsafhankelijkheden 3.13 Draairichtingsafhankelijkheden 3.13.1 X.K.. Standaard Aspositie Positie eindwiel X3K.. = positie van terugloopblokkering = alternatieve positie van de terugloopblokkering (afhankelijk van model en overbrengingsverhouding) = voer overleg met SEW‑EURODRIVE bij gebruik van een terugloopblokkering Let op de beperkingen m.b.t. externe krachten op de LSS OPMERKING: Meer informatie en een 3D-weergave van de reductor zijn te vinden in het hoofdstuk Asposities.
Pagina 42
Opbouw Uitvoeringen van de behuizing 3.14 Uitvoeringen van de behuizing SEW-EURODRIVE onderscheidt de volgende behuizingsuitvoeringen: 3.14.1 Horizontale behuizing/HH De horizontale behuizing is uitgevoerd voor de ruimtelijke positie M1. Deze uitvoering van de behuizing is niet omkeerbaar. De volgende afbeelding toont bijvoorbeeld de enkele behuizing voor model 100 tot 210: 9007208285647499 De volgende afbeelding toont bijvoorbeeld de tweedelige behuizing voor model 220 tot...
Pagina 43
Opbouw Uitvoeringen van de behuizing 3.14.2 Universele behuizing/HU De universele behuizing kan in alle ruimtelijke posities (M1 - M6) worden gebruikt. De behuizingen kunnen indien gewenst ook omkeerbaar zijn. De volgende afbeelding toont bijvoorbeeld de enkele behuizing voor model 100 tot 210: 9007207839154827 De volgende afbeelding toont bijvoorbeeld de tweedelige behuizing voor model 220 tot...
Pagina 44
Opbouw Uitvoeringen van de behuizing 3.14.3 Thermische behuizing/HT De thermische behuizing is uitgevoerd voor de ruimtelijke positie M1. Deze uitvoering van de behuizing is niet omkeerbaar. De reductor is door verschillende maatregelen aangepast aan verhoogde thermische eisen. De volgende afbeelding toont bijvoorbeeld de thermische behuizing voor model 220: 9007208902548235 Montage- en technische handleiding –...
Pagina 45
Opbouw Combinatie-overzicht van uitvoeringen van de behuizing en opties 3.15 Combinatie-overzicht van uitvoeringen van de behuizing en opties 3.15.1 Horizontale behuizing/HH en universele behuizing/HU De enkele en bedeelde reductorbehuizingen voor het horizontale gebruik (HH) alsook de universele behuizing (HU) zorgen voor een grote diversiteit aan mogelijke varian- ten.
Pagina 46
Opbouw Combinatie-overzicht van uitvoeringen van de behuizing en opties 3.15.2 Thermische behuizingen/HT Met de thermische behuizing (HT) zijn vele varianten mogelijk. De onderstaande tabel laat zien welke opties met de thermische behuizing (HT) gecombineerd kunnen wor- den. Opties Fundatieframe Terugloopblokkering Koppelbegr.
Pagina 47
Opbouw Aandrijfas en uitgaande as 3.16 Aandrijfas en uitgaande as Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten assen: • snel draaiende as (HSS) • langzaam draaiende as (LSS) 6065865995 3.16.1 Aandrijfas De aandrijfas is voorzien van een gesloten spiebaan volgens DIN 6885/T1 en een centreerboring volgens DIN 332.
Pagina 48
Opbouw Aandrijfas en uitgaande as 3.16.2 Uitgaande as als volle as met spie /..S De uitgaande as is voorzien van een gesloten spiebaan volgens DIN 6885/T1 en een centreerboring volgens DIN 332. Bij de levering is een spie volgens DIN 6885/T1 - vorm B inbegrepen.
Pagina 49
Opbouw Aandrijfas en uitgaande as 3.16.4 Uitgaande as als volle as met splinesvertanding /..L De uitgaande as is voorzien van een splinesvertanding volgens DIN 5480. Voor en achter de splinesvertanding is er een centrering om de geleiding van het overbren- gingscomponent te verbeteren.
Pagina 50
Opbouw Aandrijfas en uitgaande as 3.16.5 Uitgaande as als holle as met spiebaan /..A De holle as is voorzien van een spiebaan volgens DIN 6885/T1. De levering bestaat uit: • beschermkap [2] • bevestigingsbouten [1] of • 2 borgringen 9007199579038987 De beschermkap is stofdicht uitgevoerd.
Pagina 51
Opbouw Aandrijfas en uitgaande as 3.16.7 Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V De uitgaande as is voorzien van een splinesvertanding volgens DIN 5480. De levering bestaat uit: • beschermkap [2] • eindplaat met schroeven [1] of • 2 borgringen 744271627 3.16.8 Tandwielkastbevestiging bij holle-astandwielkasten...
Pagina 52
Opbouw Asposities, draairichtingen, terugloopblokkeringen, hulpaandrijvingen 3.17 Asposities, draairichtingen, terugloopblokkeringen, hulpaandrijvingen De volgende afbeeldingen laten de standaarduitvoeringen van de elevatorreductoren zien. De hulpaandrijvingen zijn hierbij in ruimtelijke positie M4A met uitvoering motor- klemmenkasten 0° uitgevoerd. De weergegeven asposities (03 en 04) en afhankelijkheid van de draairichting gelden voor uitgaande assen (LSS) in volle en holle asuitvoering.
Pagina 53
Opbouw Afdichtingssystemen 3.18 Afdichtingssystemen 3.18.1 Aandrijfas Aanduiding Eigenschap Omgeving Afbeelding Standaard Enkele askeerring met stoflip Normale omgeving Enkele askeerring met Stofbelasting met abrasieve Stofbeschermd stofkap deeltjes gemiddeld Stofbeschermd Dubbele askeerring met Stofbelasting met abrasieve nasmeerbaar stofkap deeltjes hoog Radiale labyrintafdichting Enkele askeerring met Stofbelasting met abrassieve (Taconite)
Pagina 54
Opbouw Afdichtingssystemen 3.18.2 Uitgaande as Aanduiding Eigenschap Omgeving Afbeelding Standaard Enkele askeerring met stoflip Normale omgeving Enkele askeerring met Stofbelasting met abrasieve Stofbeschermd stofkap deeltjes gemiddeld Stofbeschermd Dubbele askeerring met Stofbelasting met abrasieve nasmeerbaar stofkap deeltjes hoog Radiale labyrintafdichting Enkele askeerring met Stofbelasting met abrassieve (Taconite) radiale labyrintafdichting...
Pagina 55
Opbouw Afdichtingssystemen AANWIJZING Let er bij het nasmeren op dat de reductoras draait. 3.18.3 Positie van de smeerpunten Universele behuizing HU/horizontale behuizing HH/thermische behuizing HT Smeernippels op reductordeksel Bij nasmeerbare afdichtingssystemen worden standaard koelsmeernippels volgens DIN 71412 A R1/8 gebruikt. Er moet regelmatig worden nagesmeerd. De smeerpun- ten bevinden zich bij de aandrijfas en de uitgaande as.
Pagina 56
Opbouw Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen Voorbeeld 18014398833108107 3.19 Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen De volgende tabellen geven een overzicht van de coating- en oppervlaktebescher- mingssystemen. Toepassing als oppervlaktebescherming bij kenmerkende omgevingsvoorwaaarden, corrosiviteitscategorie DIN EN ISO 12944-2 OS 1 geringe milieubelasting Geschikt voor omgevingen met condensatie en ge- ringe vochtigheid of vervuiling.
Pagina 57
Opbouw Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen OS 2 gemiddelde milieubelasting Zoutsproeitest ISO 7253 240 h OS 3 hoge milieubelasting Geschikt voor omgevingen met een hoge vochtig- heid en af en toe sterke lucht- en chemische veront- reinigingen. Incidentele zuur- en looghoudende natte reiniging. Ook voor toepassingen in kustgebieden met matige zoutbelasting.
Pagina 58
Opbouw Smering 3.20 Smering 3.20.1 Soorten smering Spatsmering Het oliepeil is laag; vertandings- en lagerdelen die niet in het oliebad worden gedom- peld, worden door wegspattende olie gesmeerd. Standaardsmering voor horizontale ruimtelijke posities (M1 of M3). Badsmering De reductor is (bijna) volledig met olie gevuld; alle vertandings- en lagerdelen worden geheel of gedeeltelijk in het oliebad ondergedompeld.
Pagina 59
Opbouw Accessoires 3.21 Accessoires In de volgende paragraaf worden de accessoires voor de verschillende soorten sme- ring beschreven. AANWIJZING De positie van de accessoires varieert in relatie tot de uitvoering en grootte van de tandwielkast. 3.21.1 Algemene accessoires De onderstaande afbeelding toont als voorbeeld het algemene toebehoren. 9007205325104011 Oliepeilstok (als optie) Oliepeilglas...
Pagina 60
Opbouw Accessoires Reductorontluchting Met een reductorontluchting wordt ontoelaatbare druk die door opwarming tijdens het gebruik ontstaat, vermeden. De reductoren zijn standaard voorzien van een ontluch- ter. Olieaftappunt De reductor is standaard voorzien van een olieaftapplug. Optioneel kan een olieaftap- kraan worden aangebracht. Hierop kan eenvoudig een afvoerleiding voor het verver- sen van de reductorolie worden gemonteerd.
Pagina 61
Opbouw opties en extra voorzieningen Koppelimpuls /T Opbouw opties en extra voorzieningen Koppelimpuls /T Bij reductoren in opsteekuitvoering is voor de ondersteuning van het reactiekoppel een optionele reactiearm beschikbaar. De reactiearm is berekend op zowel trek- als drukbelasting. De lengte ervan kan worden ingesteld op waarden binnen een bepaald bereik. De reactiearm bestaat uit een gaffelkop met bouten [1], schroefdraadbouten [2], on- derhoudsvrije scharnierkop [3] en gaffelplaat met bouten [4].
Pagina 62
Opbouw opties en extra voorzieningen Flenskoppeling met een cilindrische persverbinding /FC-S Flenskoppeling met een cilindrische persverbinding /FC-S LET OP Door ondeskundige installatie en montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke reductorschade. • Reductoren met stijve flenskoppelingen kunnen niet extra met een stijve verbin- ding aan de grond worden bevestigd.
Pagina 63
Opbouw opties en extra voorzieningen Flenskoppeling met spiebaan /FC-K Flenskoppeling met spiebaan /FC-K LET OP Door ondeskundige installatie en montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke reductorschade. • Reductoren met stijve flenskoppelingen kunnen niet extra met een stijve verbin- ding aan de grond worden bevestigd. De voetbevestiging van de reductor of het eventuele gebruik van een fundatieframe is daarom niet toegestaan.
Pagina 64
Opbouw opties en extra voorzieningen Terugloopblokkering/BS Terugloopblokkering/BS De terugloopblokkering dient ervoor om ongewenste draairichtingen te voorkomen. Tijdens het bedrijf is alleen nog de vastgelegde draairichting mogelijk. De terugloopblokkering werkt met klemelementen die door de middelpuntvliedende kracht omhoog komen. Wanneer het lichttoerental is bereikt, komen de klemelemen- ten volledig los van het contactvlak van de buitenring.
Pagina 65
Opbouw opties en extra voorzieningen Motoradapter/MA Motoradapter/MA De motoradapters [1] zijn verkrijgbaar voor de montage van • IEC-(B5)-motoren van model 100 tot 355 • NEMA-("C"-face)-motoren van model 182 tot 449 AANWIJZING • De reductor dient zodanig te worden opgesteld dat er geen vloeistoffen in de mo- toradapter (aan de HSS-zijde) terechtkomen en zich daar kunnen verzamelen.
Pagina 66
Opbouw opties en extra voorzieningen Aandrijfpakketten op een staalconstructie Aandrijfpakketten op een staalconstructie Voor horizontaal uitgevoerde reductoren zijn voorgemonteerde aandrijfpakketten op een staalconstructie (motorbasis of fundatieframe) verkrijgbaar. 4.6.1 Motorbasis /SB Een motorbasis is een staalconstructie [1] voor de gemeenschappelijke opbouw van reductor, (vloeistof-)koppeling en motor (evt.
Pagina 67
Opbouw opties en extra voorzieningen Aandrijfpakketten op een staalconstructie 4.6.2 Fundatieframe /BF Voor reductoren in een horizontale ruimtelijke positie zijn voorgemonteerde aandrijf- pakketten op een fundatieframe verkrijgbaar. Een fundatieframe is een staalconstructie [1] voor de gemeenschappelijke opbouw van reductor, (vloeistof-)koppeling en motor (evt. ook de rem) inclusief beveiligings- voorzieningen zoals een kap.
Pagina 68
Opbouw opties en extra voorzieningen Soorten koeling Soorten koeling 4.7.1 Ventilatorkoeling Op de aandrijfas van de reductor is een ventilator gemonteerd waarvan de lucht- stroom de warmteovergang van reductoroppervlakte naar omgeving verbetert. Zie voor informatie het hoofdstuk "Ventilator". 4.7.2 Inbouwkoeling Hierbij gaat het om direct in de reductorbehuizing ingebouwde of direct gemonteerde koelsystemen, bijv.
Pagina 69
Opbouw opties en extra voorzieningen Ventilator /FAN 4.8.2 X3K.. Advanced (optie) /FAN-ADV Bij de uitvoering X3K.. Advanced kan het aansluitelement, bijv. een hydraulische aan- loopkoppeling, vlak tegen de ventilatorkap worden gemonteerd. De vrij te houden luchtaanvoer is in de ventilatorkap geïntegreerd. 18014399183937419 Vrij te houden luchtaanvoer AANWIJZING...
Pagina 70
Opbouw opties en extra voorzieningen Ventilator /FAN 4.8.3 Axiaalventilator Om het warmtegrensvermogen te verhogen wordt er een axiaalventilator [1] inge- bouwd. De ventilator is draairichtingsafhankelijk, d.w.z. er zijn verschillende ventilato- ren voor rechtsom draaien of linksom draaien. Zie de specificaties in de orderdocu- mentatie.
Pagina 71
Opbouw opties en extra voorzieningen Waterkoeldeksel /CCV Waterkoeldeksel /CCV Het waterkoeldeksel zit in de montageopening van de reductor en wordt via een wa- teraansluiting gevoed. De wateraansluiting vindt plaats bij de klant. De hoeveelheid warmte die afgevoerd kan worden, is afhankelijk van de inlaattempe- ratuur en het doorstroomvolume van het koelmiddel.
Pagina 72
Opbouw opties en extra voorzieningen Waterkoelpatroon /CCT 4.9.2 Aanwijzingen voor aansluiting en bedrijf Om de in de catalogus vermelde warmtegrensvermogens te behalen is, afhankelijk van het model, een doorstroomvolume van het koelwater (waterinlaattemperatuur van 15°C) conform de volgende tabel vereist. Bij een afwijkende koelwaterhoeveelheid, koelwatertemperatuur of bij gebruik van speciale koelmiddelen verandert het koelver- mogen waterkoeldeksel.
Pagina 73
Opbouw opties en extra voorzieningen Waterkoelpatroon /CCT 4.10.1 Opbouw [4] [3] 313751819 Koelleidingen Onderkant pijp met aansluitstuk Retour Aanvoer Het waterkoelpatroon bestaat uit 3 hoofdbestanddelen: • Koelpatroon (CuNi-legering) • Onderkant (messing) • Aansluitstuk (messing; gietijzer; staal) Voor de aansluiting op het koelcircuit staan er 2 boringen met •...
Pagina 74
Opbouw opties en extra voorzieningen Waterkoelpatroon /CCT 4.10.2 Aanwijzingen voor het aansluiten en in werking stellen Om de in de keuzetabellen van de catalogus industriële reductoren serie X.. vermelde warmtegrensvermogens te behalen, zijn afhankelijk van het model, de ruimtelijke posi- tie en soort smering verschillende doorstroomvolumes van het koelwater nodig.
Pagina 75
Opbouw opties en extra voorzieningen Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC 4.11 Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC AANWIJZING De beschrijvingen voor de opbouw van het apparaat vindt u in de aanvulling op de technische handleiding "Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC". 4.12 Olie-lucht-koeler bij spatsmering /OAC AANWIJZING De beschrijvingen voor de opbouw van het apparaat vindt u in de aanvulling op de technische handleiding "Olie-lucht-koeler bij spatsmering /OAC".
Pagina 76
Opbouw opties en extra voorzieningen Motorpomp/ONP1 4.16 Motorpomp/ONP1 AANWIJZING De beschrijvingen voor de apparatenopbouw vindt u in de bijlage bij de technische handleiding voor "Motorpomp/ONP1". 4.17 Olieverwarming /OH Om bij een koude start en lagere omgevingstemperaturen voor een goede smering van de reductor te zorgen, is er eventueel een olieverwarming vereist.
Pagina 77
Opbouw opties en extra voorzieningen Drukschakelaar /PS 4.18 Drukschakelaar /PS De drukschakelaar geeft de correcte oliedruk in de drukleiding en daarmee de be- drijfsgereedheid van de druksmering aan. De drukschakelaar moet daarom door de exploitant worden bewaakt. Tijdens de aanloopfase van de tandwielkast met een aseindpomp kan het zijn dat de druk vertraagd wordt opgebouwd.
Pagina 78
Opbouw opties en extra voorzieningen Temperatuurschakelaar /TSK 4.21 Temperatuurschakelaar /TSK Voor bewaking van de temperatuur van de reductorolie is er een temperatuurschake- laar met vooraf ingestelde schakeltemperaturen verkrijgbaar. De temperatuurschakelaar is voorzien van 2 vaste schakelpunten voor de besturing en bewaking van de installatiefunctie. De temperatuurschakelaar wordt als volgt geïntegreerd in de schakeling van de olies- meerinstallaties •...
Pagina 79
Opbouw opties en extra voorzieningen Ontluchter /BPG 4.23 Ontluchter /BPG De onderstaande ontluchters mogen worden gebruikt. 4.23.1 Standaard 18847956107 Opbouw Kenmerken Materiaal behuizing Polyamide Filterelementen Polyesterfilter, niet verwisselbaar Filtermaat 2 μm Schroefdraad 3/4" of 1" 4.23.2 Ontluchter met filterelement/PI 9007218102699787 De ontluchter beschikt over de volgende eigenschappen: •...
Pagina 80
Opbouw opties en extra voorzieningen Ontluchter /BPG 4.23.3 Droogmiddel-ontluchtingsfilter/DC 23545314443 De ontluchter beschikt over de volgende eigenschappen: • Absorbeert water- en luchtvochtigheid • Vermindert olienevel Opbouw Kenmerken Materiaal behuizing Polycarbonaat • Polyester-filter: verwijdert zwevende deeltjes > 3 μm • Silicagel: absorbeert water en luchtvochtig- Filterelementen heid.
Pagina 81
Installatie/montage Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen Installatie/montage Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen Niet bij de levering inbegrepen zijn: • set ring- of steeksleutels • momentsleutel • optrekhulpstuk • evt. uitvulmateriaal (schijven, afstandsringen) • bevestigingsmateriaal voor uitgaande elementen ® • glijmiddel, bijv. NOCO -Fluid van SEW‑EURODRIVE → behalve bij holle-asreduc- toren •...
Pagina 82
Installatie/montage Belangrijke aanwijzingen Belangrijke aanwijzingen Let op de hieronder vermelde aanwijzingen, voordat u met het installeren/monteren begint. WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel. • Voer werkzaamheden aan de reductor alleen uit als deze stilstaat. Borg de aan- drijfketen tegen onbedoelde inschakeling.
Pagina 83
Installatie/montage Belangrijke aanwijzingen WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie. Ernstig lichamelijk letsel. • Laat de reductor vóór de werkzaamheden afkoelen. • Draai de oliepeilschroef en olieaftapschroef er altijd voorzichtig uit. VOORZICHTIG Gevaar voor vallen of slingeren van niet beveiligde componenten zoals bijv. spies. Mogelijk lichamelijk letsel.
Pagina 84
Installatie/montage Voorwaarden voor de montage • De reductor mag alleen in de aangegeven ruimtelijke positie op een vlakke, trilling- dempende en torsiestijve fundatie worden opgesteld of gemonteerd. De poten van de behuizing en de montageflenzen mogen hierbij niet ten opzichte van elkaar worden verspannen! •...
Pagina 85
Installatie/montage Voorwaarden voor de montage LET OP Gevaar door onvoldoende goed gereinigde flensoppervlakken. Mogelijke materiële schade. • Uitgaande assen en flensvlakken moeten grondig gereinigd worden van corrosie- werende middelen, vuil en dergelijke. Gebruik een in de handel verkrijgbaar op- losmiddel. Het oplosmiddel mag niet in contact komen met de afdichtingslippen van de askeerringen.
Pagina 86
Installatie/montage Reductor opstellen Reductor opstellen WAARSCHUWING Gevaar door onvoldoende bevestigingsmogelijkheden ter plaatsen bij de gebruiker. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Controleer of aan de machine van de gebruiker voldoende en geschikte bevesti- gingsmogelijkheden voor de reductor beschikbaar zijn, voordat u de reductor op de machine van de gebruiker gaat monteren.
Pagina 87
Installatie/montage Reductor opstellen 5.5.1 Aanhaalmomenten: Bevestiging van de reductor bij voetuitvoering De volgende tabel laat de schroefdraadgrootten en de aanhaalmomenten voor de voetbevestiging van de afzonderlijke reductorgrootten zien. Aanhaalmoment Model Schroef/moer Sterkteklasse 8.8 X100 – 110 X120 – 130 X140 – 150 1597 X160 –...
Pagina 88
Installatie/montage Toerentalbewaking 5.5.3 Uitlijnen van de as WAARSCHUWING Asbreuken bij niet-inachtneming van de uitlijnnauwkeurigheid van de as. Dood of zwaar lichamelijk letsel. • De vereisten voor de koppelingen staan vermeld in de afzonderlijke technische handleidingen! De levensduur van de assen, lagers en koppelingen hangt grotendeels af van de nauwkeurigheid waarmee de assen onderling zijn uitgelijnd.
Pagina 89
Installatie/montage Reductor en hulpaandrijvingsadapter met olie vullen Reductor en hulpaandrijvingsadapter met olie vullen 5.7.1 Aanwijzingen Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. De reductor wordt standaard zonder olievulling geleverd. Neem voor tandwielkasten de volgende aanwijzingen in acht: WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving.
Pagina 90
Installatie/montage Reductoren af fabriek met olievulling (optie) Reductoren af fabriek met olievulling (optie) Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. LET OP Door een onjuiste inbedrijfstelling kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Let er bij de eerste inbedrijfstelling bij reductoren met aseindpomp, motorpomp of koelinstallatie bij de klant op dat deze voor de inbedrijfstelling worden ontlucht.
Pagina 91
Installatie/montage Tandwielkast met volle as Tandwielkast met volle as 5.9.1 Montage van overbrengingscomponenten Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. LET OP Door ondeskundige montage kunnen het lager, de behuizing of de assen bescha- digd raken. Mogelijke materiële schade. •...
Pagina 92
Installatie/montage Flenskoppeling met een cilindrische persverbinding /FC-S 5.10 Flenskoppeling met een cilindrische persverbinding /FC-S Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING Lees alvorens met de installatie/montage wordt begonnen, het aanvullende docu- ment bij de technische handleiding "Flenskoppeling met een cilindrische persverbin- ding /FC-S".
Pagina 93
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 5.13.2 Afmetingen van de machine-as ø D2 ø D14 ø D15 Rmax. DR.M.. X..A100 47.5 80.4 X..A110 312.5 90.4 X..A120 244.5 190.5 100.4 X..A130 111.4 X..A140 122.4 X..A150 308.5 224.5 132.4 X..A160 143.4 X..A170 158.4...
Pagina 94
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 5.13.3 Montage van de tandwielkast op de machine-as AANWIJZING Zorg ervoor dat de afmetingen van de machine-as overeenkomen met de SEW-spe- cificaties (→ zie vorige pagina). Model X100 – 160 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING •...
Pagina 95
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 2x borgringen Model (boring) DIN 472 X..A150 125×4 X..A160 135×4 AANWIJZING Het monteren gaat gemakkelijker wanneer het draadeind en de moer vooraf met een glijmiddel worden ingesmeerd. 9007202143065995 Machineas Holle as Draadeind Borgring, binnenkant Eindplaat Borgring, buitenkant...
Pagina 96
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 6. Draai de moer [5] los. Schroef het draadeind [2] los. 9007202142726155 Draadeind Moer 7. Borg de machine-as [1] met de bevestigingsschroef [6]. Bovendien moet de beves- tigingsschroef met een geschikte schroefborging worden vastgezet. Neem de on- derstaande gegevens van de bevestigingsbouten [6] in acht.
Pagina 97
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A LET OP Het afdichtingssysteem van de reductor van worden beschadigd door het binnen- dringen van stof en vuil. Mogelijke materiële schade. • Let erop dat de beschermkap na voltooiing van de montage correct en stofdicht wordt aangebracht.
Pagina 98
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A Model X170 – 280 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING • Bij de levering zijn inbegrepen: – bevestigingsschroeven [3] en eindplaat [4] • Niet bij de levering inbegrepen zijn: –...
Pagina 99
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 9007199565093003 Machineas Eindplaat Draadeind Holle as Bevestigingsschroef 3. Haal de machine-as [1] met de moer [5] aan tot het asuiteinde van de machine-as [1] en de eindplaat [4] elkaar raken. 9007199565148299 Machineas Eindplaat Moer 4.
Pagina 100
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A Aanhaalmoment in Nm Model Bevestigingsschroef sterkteklasse 8.8 X..A170 – 230 1597 X..A240 – 280 2778 9007199565156875 Machineas Bevestigingsschroef VOORZICHTIG De ondeskundige montage van de beschermkap levert gevaar voor letsel op door draaiende onderdelen. Mogelijk persoonlijk letsel.
Pagina 101
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 1. Draai de bevestigingsbout [6] los. Verwijder de buitenste borgring [8] en haal de eindplaat weg [4]. 9007202105918859 Eindplaat Bevestigingsbout Borgring 2. Draai ter bescherming van de centreerboring de bevestigingsbout [6] in de machi- ne-as [1].
Pagina 102
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A AANWIJZING De demontage is eenvoudiger als u de afdrukbout [9] en de schroefdraad in de eind- plaat [4] vooraf insmeert met een glijmiddel. 36028799870151563 Machineas Eindplaat Afdrukbout Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 103
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A Model X170 – 280 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. 1. Draai de bevestigingsschroef [6] los. 310460043 Bevestigingsschroef 2. Verwijder de bevestigingsbouten [3] en haal de eindplaat eraf [4]. 310464523 Bevestigingsschroef Eindplaat...
Pagina 104
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met spieverbinding/..A 4. Breng voor de demontage van de reductor de omgekeerde eindplaat [4] met de bevestigingsbouten [3] centrisch aan op de holle as [7]. De bevestigingsbouten [3] dienen handvast te worden aangedraaid. 310474123 Bevestigingsschroef Eindplaat Holle as...
Pagina 105
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 5.14 Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 5.14.1 Algemene aanwijzingen Het materiaal van de machineas moet door de klant op basis van de optredende be- lastingen (bijvoorbeeld slagen) worden gedimensioneerd. Het materiaal van de as moet voor de overdracht van de nominale koppel de volgende minimale vloeigrenzen vertonen: •...
Pagina 106
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 5.14.3 Montage van de tandwielkast op de machine-as AANWIJZING • Zorg ervoor dat de afmetingen van de machine-as overeenkomen met de SEW- specificaties → zie vorige pagina. • Neem de documentatie van de fabrikant over de krimpschijf in acht: Model X100 –...
Pagina 107
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H Neem de onderstaande gegevens van de borgringen [8][9] in acht. 2x borgring Model (boring) DIN 472 X..H100 80x2,5 X..H110 90x2,5 X..H120 100x3 X..H130 110x4 X..H140 120x4 X..H150 130x4 X..H160 140x4 AANWIJZING Het monteren gaat gemakkelijker wanneer het draadeind en de moer vooraf met een glijmiddel worden ingesmeerd.
Pagina 108
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 6. Draai de moer [5] los. Schroef het draadeind [2] los. 9007202134044427 Draadeind Moer 7. Borg de machine-as [1] met de bevestigingsschroef [6]. Bovendien moet de beves- tigingsbout [6] met een geschikte schroefborging worden vastgezet. Neem de on- derstaande gegevens van de bevestigingsbouten [6] in acht.
Pagina 109
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H VOORZICHTIG! In ongespannen toestand kan de krimpschijf wegglijden. Mo- gelijk gevaar voor beknelling door vallende onderdelen. Borg de krimpschijf, zodat deze niet wegglijdt. 10. LET OP! Het aanhalen van de spanschroeven zonder een ingebouwde as kan tot vervormingen van de holle as leiden.
Pagina 110
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H [9a] [9b] [10] 18014401395749259 [9a] Kegel (buitenring) [9b] Kegelbus (binnenring) [10] Spanbout 12. Haal de spanbouten [10] in meerdere stappen net zolang verder aan (gelijkmatig, telkens met een ¼-omwenteling) totdat de kegel (buitenring) [9a] en de klembus (binnenring) [9b] aan de kant met de bouten een lijn vormen zoals weergegeven in de volgende afbeelding.
Pagina 111
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H VOORZICHTIG De ondeskundige montage van de beschermkap levert gevaar voor letsel op door draaiende onderdelen. Mogelijk persoonlijk letsel. • Let erop dat de beschermkap na voltooiing van de montage correct wordt aange- bracht.
Pagina 112
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H Model X170 – 280 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING • Bij de levering zijn inbegrepen: – bevestigingsbouten [3] en eindplaat [4]. • Niet bij de levering inbegrepen zijn: –...
Pagina 113
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 310497035 Machineas Eindplaat Draadeind Holle as Bevestigingsbouten 5. Draai de moer [5] vast tot de eindplaat [4] op de draadpen. Draai de moer [5] aan tot de asschouder van de machineas [1] tegen de holle as aanligt. 310501387 Machineas Holle as...
Pagina 114
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H Model Sterkteklasse 8.8 Aanhaalmoment in Nm sterkteklasse 8.8 X..H170 – 230 1597 X..H240 – 280 2778 310510731 Machineas Bevestigingsschroef 8. Schuif de krimpschijf [9] ongespannen op de holle as [7] en plaats de binnenring van de krimpschijf [9b] op maat A.
Pagina 115
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 11. Spanbouten [10] met de hand aandraaien en daarbij de kegel (buitenring) [9a] pa- rallel uitlijnen t.o.v. de kegelbus (binnenring) [9b] van de krimpschijf. Draai de spanbouten [10] na elkaar met een ¼-omwenteling vast met de wijzers van de klok mee (niet kruislings).
Pagina 116
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H AANWIJZING Als de kegel (buitenring) en de kegelbus (binnenring) aan de kant met de schroeven niet in één lijn gemonteerd kunnen worden, demonteer de krimpschijf dan nog een keer en reinig of smeer deze zorgvuldig zoals beschreven in het volgende hoofdstuk. VOORZICHTIG De ondeskundige montage van de beschermkap levert gevaar voor letsel op door draaiende onderdelen.
Pagina 117
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 5.14.4 Demontage van de tandwielkast van de machine-as Bouwgrootte X100 – 160 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. LET OP Als de reductor niet goed van de machineas wordt verwijderd, kunnen de lagers en andere componenten beschadigd raken.
Pagina 118
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 3. Draai de bevestigingsschroef [6] los. Verwijder de buitenste borgring [8] en haal de eindplaat weg [4]. 9007202105918859 [4] Eindplaat [6] Bevestigingsschroeven [8] Borgring 4. Draai ter bescherming van het centergat de bevestigingsschroef [6] in de machine- as [1].
Pagina 119
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 6. Draai de afdrukbout [8] in de eindplaat [4] om de reductor van de machineas [1] te demonteren. Het demonteren gaat gemakkelijker wanneer de afdrukbout [8] en de schroefdraad in de eindplaat [4] vooraf met een glijmiddel worden ingesmeerd. 36028799870151563 [1] Machineas [4] Eindplaat...
Pagina 120
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H Model X170 – 280 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. LET OP Als de reductor niet goed van de machine-as wordt verwijderd, kunnen de lagers en andere componenten beschadigd raken. Mogelijke materiële schade.
Pagina 121
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 2. Draai de bevestigingsbout [6] los. 310460043 Bevestigingsschroef 3. Verwijder de bevestigingsschroeven [3] en haal de eindplaat eraf [4]. 310464523 [3] Bevestigingsschroef [4] Eindplaat 4. Draai ter bescherming van de centreerboring de bevestigingsbout [6] in de machi- ne-as [1].
Pagina 122
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H 5. Breng voor de demontage van de tandwielkast de omgekeerde eindplaat [4] met de bevestigingsschroeven [3] centrisch aan op de holle as [7]. De bevestigings- schroeven [3] moeten handvast worden aangedraaid. 310474123 Bevestigingsschroef Eindplaat...
Pagina 123
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met krimpschijf /..H Krimpschijf reinigen en smeren Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. Voor de hernieuwde montage moet de krimpschijf worden gereinigd en gesmeerd. AANWIJZING • Om ervoor te zorgen dat de krimpschijf probleemloos functioneert, moeten de vol- gende stappen zorgvuldig worden uitgevoerd.
Pagina 124
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 5.15 Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 5.15.1 Algemene aanwijzingen Het materiaal van de machineas moet door de klant op basis van de optredende be- lastingen (bijvoorbeeld slagen) worden gedimensioneerd. Het materiaal van de as moet voor de overdracht van de nominale koppel de volgende minimale vloeigrenzen vertonen: •...
Pagina 125
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V X.F.. DIN 332 X.K.. C1 C2 ø D25 ø D26 ø D27 ø D28 ø D29 Dm FA DIN 5480 DR.M.. X.T.. -0.088 X..230 36 17 211 201 108 352.5 5 M36 W 200x5x30x38x8f 210.158 -0.157...
Pagina 126
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V Houd rekening met onderstaande aanwijzingen. Aanbevolen draadgrootte Aanhaalmoment in Nm Afdrukbout [8] Draadpen [2] Model Bevestigingsschroef [6] (schroefdraad in de eindplaat) Moer (DIN 934) [5] sterkteklasse 8.8 Bevestigingsschroef [6] Sterkteklasse 8.8 X..V100 –...
Pagina 127
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V Draadgrootte voor Aanhaalmoment 6 x bevestigingsschroeven [3] Montage/bedrijfs- Model Demontage sterkteklasse 10.9 toestand X..V200 – 230 M12x30 handvast aandraaien X..V240 – 280 M16x40 handvast aandraaien 9007200026433547 Machineas Eindplaat Draadeind Holle as Bevestigingsbouten 4.
Pagina 128
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 5. Draai de moer [5] los. Schroef het draadeind [2] los. 771752587 Draadeind Moer 6. Borg de machine-as [1] met de bevestigingsschroef [6]. Bovendien moet de beves- tigingsschroef met een geschikte schroefborging worden vastgezet. Neem de on- derstaande gegevens van de bevestigingsbouten [6] in acht.
Pagina 129
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V LET OP Het afdichtingssysteem van de reductor van worden beschadigd door het binnen- dringen van stof en vuil. Mogelijke materiële schade. • Let erop dat de beschermkap na voltooiing van de montage correct en stofdicht wordt aangebracht.
Pagina 130
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 2. Draai ter bescherming van het centergat de bevestigingsbout [6] in de machineas [1]. 3240994059 Machineas Bevestigingsschroef 3. Draai de eindplaat [4] en bouw de eindplaat [4] en de buitenste borgring [8] weer 3241265291 Eindplaat Borgring...
Pagina 131
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 4. Draai de afdrukbout [9] in de eindplaat [4] om de reductor van de machineas [1] te demonteren. Het demonteren gaat gemakkelijker wanneer de afdrukbout [8] en de schroefdraad in de eindplaat [4] vooraf met een glijmiddel worden ingesmeerd. 3241268107 [1] Machineas [4] Eindplaat...
Pagina 132
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 3. Draai ter bescherming van de centreerboring de bevestigingsbout [6] in de machi- ne-as [1]. 3241280139 [1] Machineas [6] Bevestigingsschroef 4. Breng voor de demontage van de tandwielkast de omgekeerde eindplaat [4] met de bevestigingsschroeven [3] centrisch aan op de holle as [7].
Pagina 133
Installatie/montage Uitgaande as als holle as met splinesvertanding /..V 5. Draai de afdrukbout [8] in de eindplaat [4] om de reductor van de machine-as [1] te demonteren. Het demonteren gaat gemakkelijker wanneer de afdrukbout [8] en de schroefdraad in de eindplaat [4] vooraf met een glijmiddel worden ingesmeerd. 3241365131 [1] Machineas [4] Eindplaat...
Pagina 134
Installatie/montage Koppelsteun/T 5.16 Koppelsteun/T Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. WAARSCHUWING Onvoldoende geborgde reductoren kunnen tijdens demontage en montage vallen. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Borg de reductor tijdens demontage en montage. Ondersteun de reductor met een geschikt hulpmiddel.
Pagina 135
Installatie/montage Koppelsteun/T 2. LET OP! Let erop dat het draadeind [2] gelijktijdig in de gaffel- [1] en scharnierkop [3] is geschroefd. Mogelijke materiële schade. Het draadeind [2] moet minstens eenmaal met de draaddiameter en gelijkmatig in de gaffelkop [1] en scharnierkop [3] geschroefd zijn.
Pagina 136
Installatie/montage Koppelingen 5.17 Koppelingen AANWIJZING Neem de technische handleidingen van de desbetreffende fabrikanten van de koppe- ling in acht. 5.17.1 Montagetoleranties Voer bij de montage van koppelingen de volgende compensatie conform de specifica- ties van de fabrikant uit. a) Asafwijking b) Radiale afwijking c) Hoekafwijking De volgende tabel laat verschillende methoden zien om de verschillende toleranties te...
Pagina 137
Installatie/montage Koppelingen Meetmethode Hoekafwijking Asafwijking Meetklokje Voorwaarde bij deze meetmethode is dat De afbeelding toont een nauwkeuriger de aslagers tijdens het draaien van de as meetmethode voor het meten van de asaf- geen speling in axiale richting hebben. Als wijking dan hierboven beschreven. De kop- aan deze voorwaarde niet is voldaan, moet pelingshelften worden samen gedraaid zon- de speling in axiale richting tussen de rech-...
Pagina 138
Installatie/montage Motoradapter /MA 5.18 Motoradapter /MA 5.18.1 Maximaal toelaatbaar motorgewicht Bij de montage van een motor op de reductor moeten twee criteria worden gecontro- leerd. 1. Maximaal motorgewicht afhankelijk van de uitvoering van de reductor en de be- vestigingswijze 2. Maximaal motorgewicht afhankelijk van de grootte van de motoradapter AANWIJZING Het motorgewicht mag deze twee criteria niet overschrijden.
Pagina 139
Installatie/montage Motoradapter /MA 2. Maximaal motorgewicht afhankelijk van de grootte van de motoradapter De onderstaande belastingen op de motoradapter mogen niet worden overschreden. 9007199611271819 [1] Zwaartepunt van de motor X = zwaartepuntafstand [2] Motoradapter = gewicht van de aangebouwde motor AANWIJZING De tabel geldt alleen voor stationaire applicaties.
Pagina 140
Installatie/montage Motoradapter /MA 5.18.2 Klauwkoppeling AANWIJZING Neem de technische handleidingen van de desbetreffende fabrikanten van de koppe- ling in acht. ROTEX®-koppeling Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. Montage van de koppeling 9007205071635979 1. LET OP! Door ondeskundige montage kunnen de naven [1] [2] beschadigd raken. Mogelijke materiële schade.
Pagina 141
Installatie/montage Motoradapter /MA Verschuif de reductor/motor in axiale richting tot maat bereikt is. Indien de re- ductor/motor reeds vast zijn gemonteerd, dan moet door axiaal verschuiven van de naven [1] [2] op de aandrijfas en uitgaande as [3] [4] de maat worden inge- steld.
Pagina 142
Installatie/montage Motoradapter /MA Verplaatsingen - uitlijnen van de koppeling LET OP Door ondeskundige montage van de koppeling kan deze beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Om voor een lange levensduur van de koppeling te zorgen moeten de aseinden precies worden uitgelijnd. De in het volgende hoofdstuk voorgeschreven ver- plaatsingswaarden dienen absoluut aangehouden te worden.
Pagina 143
Installatie/montage Motoradapter /MA 100% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Radiale afwijking ∆K 5989508747 Verplaatsingswaarden De verplaatsingswaarden staan in de onderstaande tabel vermeld: Model Max. axiale verplaatsing Max. radiale verplaatsing Hoekverplaatsing ΔK Hoekverplaatsing ΔK Koppeling ΔK in mm ΔK in mm bij n = 1.500 min...
Pagina 144
Installatie/montage Motoradapter /MA 5.18.3 Montage van de motor op de motoradapter Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. 1. Reinig de motoras en de flensoppervlakken van motor en motoradapter. Deze moeten droog en vetvrij zijn! AANWIJZING Om passingsroest te voorkomen adviseert SEW-EURODRIVE om vóór de montage ®...
Pagina 145
Installatie/montage Fundatieframe /BF 5.19 Fundatieframe /BF Houd rekening met onderstaande aanwijzingen: LET OP Door ondeskundige montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Controleer of de basisconstructie van de voetbevestiging voldoende gedimensio- neerd en star is. • Het fundatieframe uitsluitend op de daarvoor bedoelde bevestigingsplaatsen op de reductorfundatie vastschroeven.
Pagina 146
Installatie/montage Motorbasis /SB 5.20 Motorbasis /SB Houd rekening met onderstaande aanwijzingen: LET OP Door ondeskundige montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Let erop dat de constructie van de installatie voldoende gedimensioneerd is om het koppel van de koppelimpuls te kunnen opnemen. •...
Pagina 147
Installatie/montage Waterkoeldeksel/CCV 5.22 Waterkoeldeksel/CCV 5.22.1 Aanwijzingen voor de aansluiting/montage LET OP Door ondeskundige montage van het waterkoeldeksel kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Houd rekening met onderstaande aanwijzingen: • Als op de pijpschroefdraad afdichttape wordt gebruikt, is de weerstand tussen de aangesloten delen hoger en wordt het gevaar voor scheurvorming in de waterkoel- deksel groter.
Pagina 148
Installatie/montage Waterkoeldeksel/CCV 5.22.3 Koelmiddelen AANWIJZING • Bedenk dat de levensduur, het rendement en de onderhoudsintervallen van de warmtewisselaar in hoge mate afhangen van de kwaliteit en de bestanddelen van het koelmiddel. • Let erop dat bij het gebruik van zeewater en brak water speciale maatregelen ge- troffen dienen te worden.
Pagina 149
Installatie/montage Waterkoelpatroon/CCT 5.23 Waterkoelpatroon/CCT 5.23.1 Aanwijzingen voor de aansluiting/montage LET OP Door de ondeskundige aansluiting van de waterkoelpatroon kan de reductor bescha- digd raken. Mogelijke materiële schade. • Houd rekening met onderstaande aanwijzingen: • Als op de pijpschroefdraad afdichttape wordt gebruikt, is de weerstand tussen de aangesloten delen hoger en wordt het gevaar voor scheurvorming in de waterkoel- patroon groter.
Pagina 150
Installatie/montage Waterkoelpatroon/CCT Aanvoer (aanvoer koud water) Retour (afvoer warm water) Om voor de juiste werking in verschillende systemen te zorgen kunnen de volgende maatregelen worden getroffen: • Bouw een veiligheidsventiel in de koelwater-inlaatleiding in om de reductor te be- schermen tegen te sterkte schommelingen in doorstroomvolume en druk, •...
Pagina 151
Installatie/montage Waterkoelpatroon/CCT 5.23.3 Vereisten voor de waterkwaliteit AANWIJZING Let erop dat bij gebruik van zeewater en brak water speciale maatregelen getroffen dienen te worden. Neem contact op met SEW‑EURODRIVE. De volgende gegevens m.b.t. de vereisten voor de waterkwaliteit zijn aanbevelingen. In uitzonderlijke gevallen kunnen er door bepaalde concentraties van bestanddelen onverwachte reacties optreden.
Pagina 152
Installatie/montage Waterkoelpatroon/CCT Beoordeling van het koelwater op basis van bestanddelen De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestendigheid van koper-nikkellei- dingen tegen bestanddelen van water dat niet kan worden gedronken. Beoordelingscriterium Ongevaarlijke concentratie Beoordeling mg/l CuNi10Fe1Mn < 6 pH-waarde 6 tot 9 >...
Pagina 153
Installatie/montage Waterkoelpatroon/CCT Soorten koelwater/bijzonderheden Let op de volgende voorwaarden: Industrieel water • Normaliter onbehandeld water (geen drinkwater) • Vertoont vaak sterke verontreiniging • Voor de beoordeling is een wateranalyse nodig • Koper, messing en staal hebben een goede bestendigheid tegen industrieel water Beek- en rivierwater •...
Pagina 154
Installatie/montage Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC 5.24 Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING Lees alvorens met de installatie/montage wordt begonnen het aanvullende document bij de technische handleiding "Olie-water-koeler met motorpomp bij spatsmering / OWC".
Pagina 155
Installatie/montage Motorpomp/ONP1L 5.28 Motorpomp/ONP1L Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING Lees allereerst het document Bijlage bij de technische handleiding “Motorpomp/ ONP1L” voor u aan de installatie of de montage begint. 5.29 Motorpomp/ONP1 Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen" (→ 2 82) in acht. AANWIJZING Lees allereerst het document Bijlage bij de technische handleiding “Motorpomp/ ONP1”...
Pagina 156
Installatie/montage Grenstemperatuur voor het opstarten van de reductor 5.30 Grenstemperatuur voor het opstarten van de reductor De minimaal toegestane omgevingstemperatuur/olietemperatuur voor het opstarten van de reductor hangt af van de viscositeit van de gebruikte olie en de soort smering van de reductor. AANWIJZING •...
Pagina 157
Installatie/montage Olieverwarming/OH 5.31 Olieverwarming/OH WAARSCHUWING Gevaar door elektrische schok! Dood of zwaar lichamelijk letsel! • Schakel de olieverwarming spanningsloos, voordat u met de werkzaamheden begint. • Beveilig de olieverwarming tegen onbedoeld inschakelen. LET OP Door ondeskundige montage van de olieverwarming kan de reductor beschadigd ra- ken.
Pagina 158
Installatie/montage Olieverwarming/OH 5.31.1 Aanwijzingen voor de werking van de olieverwarming • Het verwarmingselement is af fabriek in de reductorbehuizing geschroefd en wordt door een thermostaat geregeld. De ingestelde grenstemperatuur op de thermo- staat waaronder de olie moet worden verwarmd, wordt afhankelijk van het smeer- middel in de fabriek ingesteld.
Pagina 159
Installatie/montage Olieverwarming/OH 5.31.2 Thermostaat Elektrische aansluiting WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door een elektrische schok. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Koppel de machine helemaal los van de netspanning wanneer tijdens werkzaam- heden het risico bestaat dat spanningvoerende onderdelen worden aangeraakt. De onderstaande afbeelding geeft de elektrische aansluiting weer.
Pagina 160
Installatie/montage Olieverwarming/OH Technische gegevens Max. schakelvermogen: Stroomsterkte Spanning Klem 2 Klem 4 AMTHs-SW-2 10 A 10 A AC 230 + 10 % cosφ = 1 (0,6) 0,25 A 0,25 A DC 230 + 10 % Contactveiligheid: Om de grootst mogelijke schakelzekerheid te kunnen garanderen, adviseert de fabri- kant bij zilveren contacten een minimale belasting van 24 V AC/DC, 100 mA Nominale stootspanning: 2.500 V...
Pagina 161
Installatie/montage Olieverwarming/OH 5.31.3 Aansluitvermogen en elektrische aansluiting weerstandselement De reductorbehuizing wordt geleverd met kabelwartel en schakelbruggen. Deze zijn bij de levering van de inschroefbare verwarmingselementen inbegrepen en reeds ge- monteerd. De reductorverwarming wordt via aansluitbouten aangesloten op de stroomvoorziening. Afhankelijk van de grootte van het verwarmingselement zijn deze altijd uitgevoerd met afsluitdraad M4.
Pagina 162
Installatie/montage Olieverwarming/OH Wisselstroom/1-fasig/230 V/parallelle schakeling De volgende afbeelding laat de bedrading bij levering zien (kijkend naar het aansluit- bereik): Kabelinvoer: 1xPg11 ϑ 27021600516853515 Neem de karakteristieke gegevens van het regelgebied in acht Thermostaat Verwarmingselement Schakelbrug De volgende tabel laat het aangesloten vermogen van de installeerbare verwarming zien.
Pagina 163
Installatie/montage Olieverwarming/OH Wisselstroom/1-fasig/230 V/parallelle schakeling/I ≤ 10 A De volgende afbeelding laat de bedrading bij levering zien (kijkend naar het aansluit- bereik): Kabelinvoer: 1xPg16 ϑ 36028797381433995 Neem de karakteristieke gegevens van het regelgebied in acht Thermostaat Verwarmingselement Schakelbrug De volgende tabel laat het aangesloten vermogen van de installeerbare verwarming zien.
Pagina 164
Installatie/montage Olieverwarming/OH Wisselstroom/1-fasig/230 V/parallelle schakeling/I ≥ 10 A De volgende afbeelding laat de bedrading bij levering zien (kijkend naar het aansluit- bereik): Kabelinvoer: 1xPg16 ϑ [2] K1 27021600147810955 Neem de karakteristieke gegevens van het regelgebied in acht Thermostaat Magneetschakelaar (niet bij de levering inbegrepen) Verwarmingselement Schakelbrug De volgende tabel laat het aangesloten vermogen van de installeerbare verwarming...
Pagina 165
Installatie/montage Olieverwarming/OH Draaistroom/3-fasig/230/400 V/sterschakeling De volgende afbeelding laat de bedrading zien die ontstaat als de bij levering aange- sloten schakelbruggen worden verwijderd (kijkend naar het aansluitbereik): PE N Kabelinvoer: 1xPg16 ϑ [2] K1 36028799429585931 Neem de karakteristieke gegevens van het regelgebied in acht Thermostaat Magneetschakelaar (niet bij de levering inbegrepen) Verwarmingselement...
Pagina 166
Installatie/montage Olieverwarming/OH Wisselstroom/2-fasig/400 V/parallelle schakeling De volgende afbeelding laat de bedrading bij levering zien (kijkend naar het aansluit- bereik): Kabelinvoer: 1xPg16 ϑ [2] K1 36028798308924427 Neem de karakteristieke gegevens van het regelgebied in acht Thermostaat Magneetschakelaar (niet bij de levering inbegrepen) Verwarmingselement Schakelbrug De volgende tabel laat het aangesloten vermogen van de installeerbare verwarming...
Pagina 167
Installatie/montage Drukschakelaar /PS 5.32 Drukschakelaar /PS 5.32.1 Maten G 1/4" 721994635 5.32.2 Elektrische aansluiting 722003723 [1] [2] Verbreekcontact [1] [4] Maakcontact 5.32.3 Technische gegevens • Schakeldruk: 0,5 ± 0,2 bar • Maximaal schakelvermogen: 4 A - 250 V ; 4 A - 24 V •...
Pagina 168
Installatie/montage Temperatuursensor /PT100 5.33 Temperatuursensor /PT100 5.33.1 Maten PG9, PG11 G1/2 18014398868636427 A in mm 5.33.2 Elektrische aansluiting 359158539 [1] [2] Elektrische aansluiting weerstandselement 5.33.3 Technische gegevens • Uitvoering met dompelbuis en uitwisselbare meeteenheid • Voelertolerantie K ± (0,3 + 0,005 x T) (komt overeen met DIN IEC 751, klasse B), T = olietemperatuur in °C •...
Pagina 169
Installatie/montage Temperatuurschakelaar /NTB 5.34 Temperatuurschakelaar /NTB 5.34.1 Maten G1/2" 9007199621265931 5.34.2 Elektrische aansluiting Om een lange levensduur en goede werking te waarborgen wordt geadviseerd een re- lais in de stroomkring op te nemen en een directe verbinding via de temperatuurscha- kelaar te vermijden.
Pagina 170
Installatie/montage Temperatuurschakelaar /TSK 5.35 Temperatuurschakelaar /TSK 5.35.1 Maten L=80 SW36 893872779 5.35.2 Elektrische aansluiting Om een lange levensduur en goede werking te waarborgen wordt geadviseerd een re- lais in de stroomkring op te nemen en een directe verbinding via de temperatuurscha- kelaar te vermijden.
Pagina 171
Installatie/montage 5.36 AANWIJZING De rem is niet af fabriek ingesteld! Neem tevens de technische handleidingen van de desbetreffende remfabrikant in acht. Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 172
Inbedrijfstelling Belangrijke aanwijzingen Inbedrijfstelling Belangrijke aanwijzingen Let op de hieronder vermelde aanwijzingen, voordat u met de inbedrijfstelling begint. WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel. • Voer werkzaamheden aan de reductor alleen uit als deze stilstaat. Borg de aan- drijfketen tegen onbedoelde inschakeling.
Pagina 173
Inbedrijfstelling Belangrijke aanwijzingen • Vul de reductor met de oliesoorten die op het typeplaatje worden vermeld. De op het typeplaatje aangegeven hoeveelheid olie is als richtwaarde bedoeld. Bepalend voor de bij te vullen hoeveelheid olie zijn de markeringen op het oliekijkglas. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Het oliepeil controleren" ...
Pagina 174
Inbedrijfstelling Volgorde bij inbedrijfstelling • Bij reductoren met langdurige bescherming: vervang de afsluitschroef op de ge- markeerde plaats op de reductor door de ontluchter (positie → zie orderspecifica- ties). • Verwijder de aanwezige transportbeveiligingen voor de inbedrijfstelling. Volgorde bij inbedrijfstelling LET OP Door een ondeskundige inbedrijfstelling kan de reductor beschadigd raken.
Pagina 175
Inbedrijfstelling Volgorde bij inbedrijfstelling Functiecontrole van de toerentalbewaking 1. Schakel de hulpaandrijving van de elevatoraandrijving in. 2. Stel voor korte tijd het schakeltoerental kleiner dan het uitgaand toerental van de hulpaandrijving. 3. De toerentalrelais herkent een overschrijding van het toerental, het uitgangsrelais start.
Pagina 176
Inbedrijfstelling Terugloopblokkering /BS Terugloopblokkering /BS LET OP Het aandrijven in blokkeerrichting kan tot beschadiging van de terugloopblokkering leiden! Mogelijke materiële schade • De motor mag niet in blokkeerrichting aanlopen. Let op een juiste stroomvoorzie- ning van de motor om de juiste draairichting te verkrijgen! Het aandrijven in blok- keerrichting kan tot beschadiging van de terugloopblokkering leiden! •...
Pagina 177
Inbedrijfstelling Terugloopblokkering met koppelbegrenzing Terugloopblokkering met koppelbegrenzing LET OP Het slipkoppel mag om veiligheidsredenen nooit worden veranderd. Mogelijke materiële schade. • Het gevaar bestaat dat de last na het afschakelen van de motor niet veilig op zijn plaats kan worden gehouden en versneld kan terugdraaien. LET OP Het bedrijf in de blokkeerrichting kan tot beschadiging van de terugloopblokkering leiden.
Pagina 178
Inbedrijfstelling Waterkoelpatroon /CCT Waterkoelpatroon /CCT LET OP Gevaar voor schade aan de installatie door vermogensverlies. Mogelijke materiële schade. • Vermogensverlies kan worden veroorzaakt door kalkafzettingen aan de binnen- kant van de buizen. Lees hiervoor het hoofdstuk "Inspectie/onderhoud". LET OP Gevaar voor materiële schade aan onderdelen door agressieve koelmiddelen zoals zee- of brak water.
Pagina 179
Inbedrijfstelling Olie-water-koeler voor druksmering /OWP Olie-water-koeler voor druksmering /OWP AANWIJZING Lees alvorens met de inbedrijfstelling wordt begonnen het aanvullende document bij de technische handleiding "Olie-water-koeler voor druksmering /OWP". 6.10 Olie-lucht-koeler bij druksmering /OAP AANWIJZING Lees alvorens met de inbedrijfstelling wordt begonnen het aanvullende document bij de technische handleiding "Olie-lucht-koeler bij druksmering /OAP".
Pagina 180
Inbedrijfstelling Olieverwarming/OH 6.13 Olieverwarming/OH LET OP Storing in de olieverwarming door wijziging van de ruimtelijke positie. Mogelijke materiële schade! • Het wijzigen van de ruimtelijke positie van de aandrijving mag alleen in overlag SEW‑EURODRIVE plaatsvinden, omdat anders de werking van de oliever- warming niet meer is gewaarborgd.
Pagina 181
Inbedrijfstelling Opstarten van de reductor bij lage omgevingstemperaturen 6.14 Opstarten van de reductor bij lage omgevingstemperaturen LET OP Tijdens het opstarten van de reductor onder de toegestane omgevingstemperatuur kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Let op dat vóór de inbedrijfstelling van de reductor, de olie door de olieverwar- ming op de opgegeven temperatuur "zonder verwarming" (→ 2 216) wordt opge- warmd.
Pagina 182
Inbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling/conservering van de reductor – Na een langere bedrijfsduur kan zich vuil (zoals oliebezinksel, water,...) in de olie bevinden. Tap de olie voor de inwendige conservering af en spoel de bin- nenruimte van de reductor grondig met verse olie. Let hierbij eveneens op de aanwijzingen in de technische handleiding in het hoofdstuk "Olie verver- sen" (→ 2 195).
Pagina 183
Inspectie/onderhoud Voorbereiding voor inspectie en onderhoud Inspectie/onderhoud Voorbereiding voor inspectie en onderhoud Houd rekening met onderstaande aanwijzingen, voordat u met de inspectie- en onder- houdswerkzaamheden begint. WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel. •...
Pagina 184
Inspectie/onderhoud Voorbereiding voor inspectie en onderhoud VOORZICHTIG Gevaar door uitgelopen smeermiddel. Lichamelijk letsel. • Verwijder de eventueel langsstromende olie onmiddellijk met een bindmiddel voor olie. LET OP Door verkeerde reductorolie bij te vullen veranderen de eigenschappen van het smeermiddel. Mogelijke materiële schade. •...
Pagina 185
Inspectie/onderhoud Inspectie- en onderhoudsintervallen • Neem bij extern geleverde onderdelen zoals koelinstallaties de afzonderlijke in- spectie- en onderhoudsintervallen in de documentatie van de fabrikant in acht. • Neem de veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. Inspectie- en onderhoudsintervallen Houdt u aan de volgende inspectie- en onderhoudsintervallen: Tijdsinterval Vereiste actie? Dagelijks...
Pagina 186
Inspectie/onderhoud Inspectie- en onderhoudsintervallen Tijdsinterval Vereiste actie? • Controleren of de bevestigingsbouten stevig vastzitten. • Controleren of het oppervlak van de reductor vrij is van stof en verontreinigingen, zodat de reductor optimaal kan worden gekoeld. • Het oliefilter reinigen. Zo nodig het filterelement vervan- gen.
Pagina 187
Inspectie/onderhoud Inspectie- en onderhoudsintervallen Tijdsinterval Vereiste actie? • Controleer de aanwezige slangen. • Buitenkant reductorbehuizing en ventilator reinigen. • Aflak-/corrosiewerende verf bijwerken of opnieuw aan- brengen. • Terugloopblokkering vervangen Met name bij bedrijf onder het toerental waarbij de ele- menten loskomen kan in de terugloopblokkering slijtage optreden.
Pagina 188
Inspectie/onderhoud Verversingsintervallen van smeermiddelen Verversingsintervallen van smeermiddelen Ververs de olie bij speciale constructies/uitvoeringen of zware/agressieve omgevings- voorwaarden evt. vaker. AANWIJZING Voor de smering worden minerale smeermiddelen van de CLP-categorie en syntheti- sche smeermiddelen op basis van PAO-oliën (polyalfaolefine) gebruikt. Het in de vol- gende afbeelding weergegeven synthetische smeermiddel CLP HC (volgens DIN 51502) komt overeen met de PAO-oliën.
Pagina 189
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren Oliepeil controleren 7.4.1 Algemene aanwijzingen Let bij de controle van het oliepeil op de volgende aanwijzingen. LET OP Door een ondeskundige controle van het oliepeil kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. • Controleer het oliepeil alleen als de tandwielkast stilstaat. •...
Pagina 190
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren 6. Schroef de olievulplug erin. 7. Draai de oliepeilstok er weer in. Oliekijkglas Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). Het oliepeilglas geeft nu het oliepeil aan. Het oliepeil wordt nu op de oliepeilstok gelezen.
Pagina 191
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren 7.4.3 Aanwijzingen voor de procedure bij vaste en variabele zwenkende uitvoeringen Neem de gegevens op het typeplaatje en in de orderspecificaties in acht. Vaste zwenkende uitvoeringen Procedure Controleer het oliepeil in de vaste eindpositie. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Standaardprocedure" (→ 2 189).
Pagina 192
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren Informatiesticker Let op de extra informatiesticker op de reductor. Controleer het oliepeil in de op de informatiesticker aangegeven ruimtelijke controlepositie. De volgende afbeelding laat als voorbeeld de informatiesticker voor de ruimtelijke con- trolepositie 0° zien. 01.1234567812.0001.06 M1-M2 [0°] 1897 737 5 9007204944147979 De volgende afbeelding laat als voorbeeld de informatiesticker voor de ruimtelijke con-...
Pagina 193
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren Combinatie van vaste en variabele zwenkende uitvoeringen Procedure Bij de combinatie van vaste en variabele zwenkende uitvoeringen moet u de vol- gende procedure in acht nemen. Voordat u bij reductoren met een variabele/vaste zwenkende uitvoering het oliepeil controleert, zet u de reductor in de ruimtelijke positie die in de orderspecificaties is ge- definieerd.
Pagina 194
Inspectie/onderhoud Oliepeil controleren Hieronder als voorbeeld de informatiesticker voor de ruimtelijke controlepositie 30° 01.1234567812.0001.06 M1-M5 [30°] 1897 737 5 9007204944186379 Hieronder als voorbeeld de informatiesticker voor de ruimtelijke controlepositie 30° 01.1234567812.0001.06 M1-M2 [20°] M1-M5 [30°] 1897 737 5 9007204944188555 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 195
Inspectie/onderhoud Oliekwaliteit controleren Oliekwaliteit controleren Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). Ga als volgt te werk om kwaliteit van de reductorolie te controleren: 1. Neem de reductor kortstondig in gebruik, zodat de olie met zwevende deeltjes wordt vermengd.
Pagina 196
Inspectie/onderhoud Olie verversen • Vul de reductor in principe altijd met de voorheen gebruikte oliesoort. Het is niet toegestaan om oliën van verschillende soorten en/of fabrikanten te mengen. Met name synthetische oliën mogen niet met minerale oliën of andere synthetische oli- ën worden gemengd.
Pagina 197
Inspectie/onderhoud Olie verversen 7.6.2 Procedure 27021598273932171 Olieaftapschroef van de haakse reductoren Olieaftapschroef van de hulpaandrijvingsadapter Olievulschroef van de haakse reductoren Olievulschroef van de hulpaandrijvingsadapter Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). 1. Plaats een bak onder de olieaftapschroef [1/2]. 2.
Pagina 198
Inspectie/onderhoud Olie verversen Model Oliehoeveelheid in liter Model Oliehoeveelheid in liter X3K130 X3K230 X3K140 X3K240 X3K150 X3K250 X3K160 X3K260 X3K170 X3K270 X3K180 X3K280 X3K190 • Gebruik bij het vullen een olievulfilter (filterfijnheid max. 25 µm). • De op het typeplaatje aangegeven hoeveelheid olie is als richtwaarde bedoeld. Bepalend voor de bij te vullen hoeveelheid olie zijn de markeringen op het oliepeil- glas of de oliepeilstok, zie hoofdstuk "Oliepeil controleren" (→ 2 189).
Pagina 199
Inspectie/onderhoud Ontluchter /BPG Ontluchter /BPG 7.7.1 Ontluchting controleren en reinigen LET OP Door een ondeskundige reiniging van de ontluchting kan de reductor beschadigd ra- ken. Mogelijke materiële schade. • Voorkom bij de hieronder vermelde werkzaamheden dat er vreemde voorwerpen de reductor binnendringen. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183).
Pagina 200
Inspectie/onderhoud Afdichtingsvet bijvullen Afdichtingsvet bijvullen WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door draaiende onderdelen. Dood of zwaar letsel. • Let er bij het nasmeren op dat er voor voldoende veiligheidsmaatregelen is ge- zorgd. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183).
Pagina 201
Inspectie/onderhoud Ventilator /FAN Ventilator /FAN Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). 1. Demonteer de ventilatorkap. 2. Verwijder vasthechtend vuil bijvoorbeeld met harde kwast van het ventilatorwiel, de ventilatorkap en het beschermrooster. 3. Voordat de ventilator opnieuw in bedrijf gesteld wordt, moet gecontroleerd worden of de ventilatorkap correct gemonteerd is.
Pagina 202
Inspectie/onderhoud Axiaalventilator 1e beschermkaphelft 13270713483 1. Draai de 2 schroeven [1] los. 2. Draai de 2 schroeven [2] los. 3. Draai de 3 schroeven [3] los. 4. Draai de 2 schroeven [4] los. 5. Verwijder de beschermkaphelft A. Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 203
Inspectie/onderhoud Axiaalventilator 2e beschermkaphelft 13272061707 1. Draai de 2 schroeven [1] los. 2. Verwijder de beschermkaphelften BCD. 7.10.2 Montage van de beschermkaphelft Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). AANWIJZING • De hernieuwde montage van een beschermkap na een demontage mag alleen worden uitgevoerd met originele onderdelen van SEW-EURODRIVE met inacht- neming van gedefinieerde afstandsmaten ten opzichte van de ventilator.
Pagina 204
Inspectie/onderhoud Axiaalventilator 1e beschermkaphelft 13276191371 1. Schroef de plaat en de beschermkaphelft met de schroeven [1] op de tand- wielkast. 2. Draai de 2 schroeven [2] erin. 2e beschermkaphelft 1. Schroef de beschermkaphelft A met de 2 schroeven [1] vast. Montage- en technische handleiding –...
Pagina 205
Inspectie/onderhoud Axiaalventilator 2. Draai de 2 schroeven [2] erin. 13276194187 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 206
Inspectie/onderhoud Axiaalventilator 3. Draai de 3 schroeven [3] erin. 4. Schroef de plaat D met 4 schroeven [4] vast. 13276965003 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 207
Inspectie/onderhoud Waterkoeldeksel /CCV 7.11 Waterkoeldeksel /CCV 7.11.1 Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Gevaar voor verbranding door onder druk staande middelen en hete componenten. Zwaar lichamelijk letsel. • Schakel alle systemen drukloos voordat met demontagewerkzaamheden aan het waterkoeldeksel wordt begonnen. Beveilig deze systemen overeenkomstig de geldende veiligheidsvoorschriften.
Pagina 208
Inspectie/onderhoud Waterkoeldeksel /CCV 7.11.2 Demontage Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). 1. Maak de koelwateraanvoer en -retour los van het waterkoeldeksel. 2. Open het inspectiedeksel. 3. Haal het waterkoeldeksel met de afdichting eraf. 4.
Pagina 209
Inspectie/onderhoud Waterkoelpatroon /CCT 7.12 Waterkoelpatroon /CCT Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). AANWIJZING Alleen in noodgevallen moeten de buizenbundels van de waterkoelpatroon worden gerepareerd. Neem hiervoor contact op met SEW-EURODRIVE. Analyseer de om- standigheden tijdens de uitval en geef deze door.
Pagina 210
Inspectie/onderhoud Waterkoelpatroon /CCT LET OP Gevaar voor vernieling van componenten van de waterkoelpatroon. Mogelijke materiële schade. • Teneinde beschadiging door een verkeerde behandeling van de waterkoelpa- troon uit te sluiten, moet u vóórdat u gebruik maakt van andere, vergelijkbare agressieve reinigingsmiddelen altijd met SEW-EURODRIVE contact opnemen. LET OP Gevaar voor vervuiling van het medium.
Pagina 211
Inspectie/onderhoud Waterkoelpatroon /CCT 7. Plaats een nieuwe afdichting en let er hierbij op deze goed zit. Vervang, indien aanwezig, de O-ring. ® 8. Smeer 2 schroefgangen met LOCTITE 577 in en draai de waterkoelpatroon al- leen met het zeskant op het leidingeindstuk vast. 9.
Pagina 212
Inspectie/onderhoud Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC 7.13 Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). AANWIJZING Lees voordat met de inspectie/het onderhoud wordt begonnen het aanvullende docu- ment bij de technische handleiding "Olie-water-koeler bij spatsmering /OWC". 7.14 Olie-lucht-koeler bij spatsmering /OAC Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds-...
Pagina 213
Inspectie/onderhoud Motorpomp/ONP1 AANWIJZING Lees allereerst het document Bijlage bij de technische handleiding “Motorpomp/ ONP1L” voor u aan de inspectie of het onderhoud begint. 7.18 Motorpomp/ONP1 Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds- werkzaamheden" (→ 2 183). AANWIJZING Lees allereerst het document Bijlage bij de technische handleiding “Motorpomp/ ONP1”...
Pagina 214
Inspectie/onderhoud Koppelbegrensde terugloopblokkering 7.20 Koppelbegrensde terugloopblokkering AANWIJZING Neem tevens de technische handleiding van de desbetreffende fabrikant van de te- rugloopblokkering in acht. Het volgende hoofdstuk geeft een beschrijving van de pro- cedure bij de terugloopblokkering van RINGSPANN GmbH. 7.20.1 Slijtage van de remvoering controleren WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving.
Pagina 215
Inspectie/onderhoud Gedeelde behuizing [1] Terugloopblokkeerflens [2] Behuizing Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereidende werkzaamheden voor in- spectie-/onderhoudswerkzaamheden" (→ 2 183). Controleer de slijtage aan de remvoering door de controleafmeting “X” tussen de vaststaande terugloopblokkeringenflens [1] en de onderste rand van de ingedraaide groef van de behuizing [2] van de terugloopblokkering meten.
Pagina 216
Toegelaten smeermiddelen Smeermiddelkeuze Toegelaten smeermiddelen In dit hoofdstuk zijn de toegelaten smeermiddelen en temperaturen voor het gebruik in industriële reductoren van SEW-EURODRIVE opgenomen. Smeermiddelkeuze Let bij de keuze van de smeermiddelen op de volgende aanwijzingen. LET OP Door een ondeskundige keuze van smeermiddelen kan de reductor beschadigd ra- ken.
Pagina 217
Toegelaten smeermiddelen Opbouw van de tabellen en afkortingen Opbouw van de tabellen en afkortingen ISO,SAE DIN (ISO) NLGI VG 150 Optigear Alpha BM 150 SP 150 VG 220 Optigear Alpha SP 220 BM 220 VG 320 Alpha Optigear SP 320 BM 320 9007217174587531 Viscositeitsklasse...
Pagina 218
Toegelaten smeermiddelen Toelichtingen bij de verschillende smeermiddelen Toelichtingen bij de verschillende smeermiddelen SEW070040013 18014416413363467 Laagste koudestarttemperatuur in °C bij dompelsmering* Laagste koudestrattemperatuur in °C voor aandrijvingen met pompen tot een max. olieviscositeit van 5.000 cSt* Laagste koudestrattemperatuur in °C voor aandrijvingen met pompen tot een max.
Pagina 219
Toegelaten smeermiddelen Smeermiddelentabellen Smeermiddelentabellen De smeermiddelentabel geldt op de dag van het ter perse gaan van dit document. Zie voor de actuele tabel onder www.sew-eurodrive.de/schmierstoffe. 17909291147 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 220
Toegelaten smeermiddelen Smeermiddelentabellen De smeermiddelentabel geldt op de dag van het ter perse gaan van dit document. Zie voor de actuele tabel onder www.sew-eurodrive.de/schmierstoffe. 17909429899 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 221
Toegelaten smeermiddelen Smeermiddelentabellen De smeermiddelentabel geldt op de dag van het ter perse gaan van dit document. Zie voor de actuele tabel onder www.sew-eurodrive.de/schmierstoffe. 17909424523 Montage- en technische handleiding – Haakse reductoren van de serie X.. Elevatoraandrijvingen...
Pagina 222
Toegelaten smeermiddelen Vulhoeveelheid smeermiddel Vulhoeveelheid smeermiddel AANWIJZING • Bij de hulpaandrijvingsadapter moeten bij de uitvoering "lege beker" "volle be- ker” verschillende oliehoeveelheden worden gevuld. Let op de informatie in de volgende tabel. • De aangegeven vulhoeveelheden zijn richtwaarden. De exacte waarden variëren in relatie tot het aantal standen en de overbrengingsverhouding.
Pagina 223
Toegelaten smeermiddelen Vulhoeveelheid smeermiddel 8.6.2 Hulpaandrijving De volgende tabel laat de vulhoeveelheden van het smeermiddel voor de hulpaandrij- ving zien. Hulpaandrijving “Lege beker” Hulpaandrijving “Volle beker” Model Type Oliehoeveelheid in liter Type Oliehoeveelheid in liter X3K.100 KF37 KF57 3.15 X3K.110 KF37 KF57 3.15...
Pagina 224
Toegelaten smeermiddelen Afdichtingsvet/wentellagervet Afdichtingsvet/wentellagervet Deze tabel toont de door SEW-EURODRIVE aanbevolen smeervetten voor een be- drijfstemperatuur van de laagste grenstemperatuur tot 100°C. Toepas- Laagste grenstem- singsge- Fabrikant Vetten peratuur °C bied Fuchs Renolit CX TOM 15 OEM Energrease LS EP-2 Longtime PD 2 Castrol Spheerol EPL 2...
Pagina 225
Storingen tijdens de werking/oplossing Aanwijzingen voor het vaststellen van storingen Storingen tijdens de werking/oplossing Aanwijzingen voor het vaststellen van storingen Houd rekening met onderstaande aanwijzingen, voordat u begint met het vaststellen van storingen. WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling door onbedoeld opstarten van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel.
Pagina 226
Storingen tijdens de werking/oplossing Mogelijke storingen/oplossingen Mogelijke storingen/oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Maatregel Abnormale geluiden bij • Bevestiging van de reductor is • Bevestigingsschroeven/-moeren met losgegaan het voorgeschreven koppel aandraaien de bevestiging van de reductor • Beschadigde/defecte bevestigings- schroeven/-moeren vervangen Te hoge bedrijfstempe- •...
Pagina 227
Storingen tijdens de werking/oplossing Mogelijke storingen/oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Maatregel Uittredende olie • Te veel olie • Oliepeil controleren, eventueel corrige- • aan de oliekeerring • Afdichtingslip van de oliekeerring • Reductor ontluchten, reductor observe- is omgekruld ren. Indien er nog steeds olie uittreedt, neem dan contact op met SEW- EURODRIVE •...
Pagina 228
Storingen tijdens de werking/oplossing Mogelijke storingen/oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Maatregel De hoofdaandrijving be- • Toerentalbewaking van vrijloop- • De instelling van de toerentalbewaking koppeling verkeerd ingesteld controleren gint niet te draaien • Onjuiste draairichting van de mo- • De draairichting van de motor wijzigen (2 fases omwisselen) •...
Pagina 229
Storingen tijdens de werking/oplossing Service Service Mocht u de hulp van onze service nodig hebben, dan verzoeken wij u de volgen- de gegevens te verstrekken: • Alle gegevens van het typeplaatje • Aard en omvang van de storing • Tijdstip van en omstandigheden tijdens het optreden van de storing •...
Pagina 230
Trefwoordenregister Trefwoordenregister DRS .............. 24 Drukschakelaar Aanhaalmomenten Elektrische aansluiting........ 167 Bevestiging van de reductor bij voetuitvoering Maten ............ 167 ............... 87 Opbouw ............ 77 Bij reductoronderdelen ........ 87 Technische gegevens ........ 167 Aanwijzingen Druksmering ............ 58 Aanduiding in de documentatie ...... 7 Betekenis gevarensymbolen ......
Pagina 231
Trefwoordenregister Olie-lucht-koeler bij spatsmering Inspectie ............ 212 Klantenservice ........... 229 Opbouw ............ 75 Koppelbegrensde terugloopblokkering Olie-lucht-koeler met motorpomp bij dompelsmering Onderhoud ........... 214 Inbedrijfstelling .......... 178 Opbouw ............ 27 Olie-lucht-koeler met motorpomp bij druksmering Koppelingen ............ 136 Inbedrijfstelling .......... 179 Montagetolerantie.........
Pagina 232
Trefwoordenregister Opslagvoorwaarden ........ 20, 21 Temperatuur lager........ 226 Opstarten van de reductor bij lage omgevingstem- Terugloopblokkering........ 227 peraturen ............ 181 Uittredende olie .......... 227 Overzicht van uitvoeringen van de behuizing en op- Symbolen op de reductor ........ 11 ties.............. 45 OWC..............
Pagina 233
Trefwoordenregister Opbouw ............ 51 Betekenis gevarensymbolen ...... 8 Uitgaande as gladde uitvoering ...... 48 Opbouw van de geïntegreerde...... 8 Uitwendige conservering ........ 20 Opbouw van de thematische...... 7 Universele behuizing/HU Waarschuwingen op de reductor...... 11 Beschrijving ............ 43 Waterkoeldeksel Aansluiting............ 72 Demontage...........
Pagina 236
SEW-EURODRIVE—Driving the world SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Str. 42 76646 BRUCHSAL GERMANY Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com www.sew-eurodrive.com...