Veiligheidsinstructies en voorzorgsmaatregelen
gepaste procedure voor de evaluatie van de conformiteit. De dienovereenkomstige conformi-
teitsverklaring is beschikbaar in het hoofdstuk 'Certificaten'.
De niet-elektrische regelventieluitvoeringen hebben volgens de ontstekingsgevaarbepaling,
conform DIN EN ISO 80079-36, paragraaf 5.2, ook bij zelden optredende bedrijfsstoringen
geen eigen potentiële ontstekingsbron en vallen daarom niet onder de richtlijn 2014/34/EU.
Î Voor de aansluiting op de potentiaalvereffening moet paragraaf 6.4 van de norm
EN 60079-14, VDE 0165-1 worden aangehouden.
Ondersteunende documenten
De volgende documenten zijn van toepassing in aanvulling op deze inbouw- en bedienings-
handleiding:
− MB voor aangebouwde aandrijving, bijv. u EB 8310-1 voor pneumatische aandrijvin-
gen van het type 3271 en het type 3277 met een aandrijvingsoppervlak van 120 cm²
− MB's voor aangesloten aanbouwapparaten (positioner, magneetventiel, enz.)
− u AB 0100 voor gereedschappen, aanhaalmomenten en smeermiddelen
− Bij zuurstoftoepassingen: handboek u H 01
− Handboek u H 02: geschikte machinecomponenten voor pneumatische SAMSON-regel-
ventielen met conformiteitsverklaring voor volledige machines
1.1 Verwijzingen naar mogelijk ernstig letsel
GEVAAR
!
Gevaar op breuk van het drukdragende instrument!
Regelventielen en leidingen zijn drukdragende instrumenten. Ontoelaatbare drukver-
hoging of ondeskundig openen kunnen ertoe leiden dat componenten van het regel-
ventiel barsten.
Î Maximaal toegestane druk voor ventiel en installatie in acht nemen.
Î Vóór werkzaamheden aan het regelventiel de desbetreffende componenten en het
ventiel drukloos maken.
Î Doorstromend medium uit de desbetreffende componenten en het ventiel laten lopen.
1-4
EB 8091-1 NL