Inhoudsopgave
Advertenties
9.4.1
Vlakke afdichting
vervangen
a) Standaarduitvoering
Zie Fig. 9-1
1. De borgmoer (11) aan het ventiel losma-
ken. Het juk (13) van het tussenstuk (4)
afhalen.
2. De cilinderschroef (6) aan de zekering
tegen verdraaien (2.4) losschroeven. De
zekering tegen verdraaien (2.4) van het
tussenstuk (4) afhalen.
3. Het tussenstuk (4) uit de behuizing (1)
schroeven. Het tussenstuk (4) samen met
de plug (2.1) van de behuizing (1)
afhalen.
4. De vlakke afdichting (2.3) verwijderen.
De afdichtingsoppervlakken in de behui-
zing (1) en aan het tussenstuk (4) zorg-
vuldig reinigen.
5. Nieuwe vlakke afdichting (2.3) in de be-
huizing plaatsen.
6. De schroefdraad van het tussenstuk met
een geschikt smeermiddel instrijken.
7. Het tussenstuk (4) met de plug (2.1) op de
behuizing plaatsen en met een geschikt
gereedschap in de behuizing (1) in-
schroeven. Op aanhaalmomenten letten.
8. De zekering tegen verdraaien (2.4) op
het tussenstuk (4) schuiven en met de ci-
linderschroef (6) vastmaken.
9. Het juk (13) op het tussenstuk (4) plaat-
sen en met de borgmoer (11) bevestigen.
Op aanhaalmomenten letten.
EB 8091-1 NL
b) Uitvoering met isoleerdeel
Zie Fig. 9-1 en Fig. 9-2
1. De borgmoer (11) aan het ventiel losma-
ken. Het juk (13) van het tussenstuk (4)
afhalen.
2. De cilinderschroef (23) en de hexagona-
le moer (26) losmaken.
3. Het bovendeel van de bovenste zekering
tegen verdraaien (2.4) van het tussenstuk
(4) afhalen.
4. Het tussenstuk (4) uit het isoleerdeel (28)
schroeven en voorzichtig van de klep-
steelverlenging (22) tillen.
5. De onderlegring (27) van het isoleerdeel
(28) afhalen.
6. Het onderste deel van de bovenste zeke-
ring tegen verdraaien (24.2) van het iso-
leerdeel (28) afhalen.
7. De afdichtingsring (5) verwijderen. De
afdichtingsoppervlakken in het tussenstuk
(4) en het isoleerdeel (28) zorgvuldig rei-
nigen.
8. De cilinderschroef (6) aan de onderste
zekering tegen verdraaien (24.1) losma-
ken. De zekering tegen verdraaien van
het isoleerdeel (28) afhalen.
9. Het isoleerdeel (28) uit de behuizing (1)
schroeven. Het isoleerdeel (28) samen
met de plug (2.1) en de klepsteelverlen-
ging (22) uit de behuizing (1) halen.
10. De vlakke afdichting (2.3) verwijderen.
De afdichtingsoppervlakken in de behui-
zing (1) en aan het isoleerdeel (28)
zorgvuldig reinigen.
Onderhoud
9-7
Advertenties
Inhoudsopgave
