Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Opbouw en werking

Zie Fig. 3-1
Het microventiel van het type 3510 is als
doorgaand of hoekventiel uitgevoerd. Dit ty-
pe wordt bij voorkeur met de pneumatische
SAMSON-aandrijvingen van het type 3271
of type 3277 met een aandrijvingsoppervlak
van 120 cm² gecombineerd, maar kan ook
met andere aandrijvingen gecombineerd
worden.
In de behuizing (1) zijn de zitting (2.2) en
plug (2.1) gemonteerd. De klepsteel is via de
koppeling met de aandrijfas (A7) verbonden
en door de traceerbare pakking met PTFE-af-
dichtingsringen (34) afgedicht.
De zekering tegen verdraaien (2.4) voor-
komt het losraken van de schroefverbinding
tussen de ventielbehuizing en het tussenstuk
(4). Bij uitvoeringen met een isoleer- of balg-
deel worden twee zekeringen tegen ver-
draaien gebruikt: een zekering tegen ver-
draaien tussen de behuizing en het isoleer-
of balgdeel en de andere zekering tegen
verdraaien tussen het isoleer- of balgdeel en
het tussenstuk.
In de pneumatische aandrijving zijn, afhan-
kelijk van de gekozen veilige positie, veren
boven of onder een membraan aange-
bracht. Wijziging van de regeldruk die op
het membraan inwerkt, verstelt de plug. Het
oppervlak van het membraan bepaalt het
aandrijvingsoppervlak.
Het medium stroomt door het ventiel in de
richting van de pijl. Wanneer de regeldruk
stijgt, neemt de kracht op het membraan in
de aandrijving toe. De veren worden samen-
EB 8091-1 NL
gedrukt. Afhankelijk van de gekozen wer-
kingsrichting schuift de aandrijfas in of uit.
Dit verandert de stand van de plug ten op-
zichte van de zitting, hetgeen op zijn beurt
de flow bepaalt.
Tip
Bij regelventielen die als toe- en afvoerven-
tiel worden ingezet, adviseert SAMSON de
montage van een positioner met geïntegreer-
de diagnosefirmware, zie hoofdstuk 3.3.
Met de softwarefunctie 'partial stroke test'
(deelslagtest) kan worden voorkomen dat
een afsluiter die normaal in de eindpositie
staat, vastloopt.
Veilige posities
Of het regelventiel een gedefinieerde veilige
positie bij uitval van de hulpenergie inneemt
en evt. welke, hangt af van de ingezette
aandrijving (zie de bijbehorende documen-
tatie van de aandrijving).
Bij pneumatische SAMSON-aandrijvingen ty-
pe 3271 en type 3277 heeft het regelventiel,
afhankelijk van de plaatsing van de drukve-
ren, twee verschillende veilige posities:
− Aandrijfas door veer uitgaand (FA)
Bij een vermindering van de regeldruk of
bij uitval van de hulpenergie bewegen
de veren de aandrijfas naar beneden en
sluiten het ventiel. Opening van het ven-
tiel vindt plaats bij een groter wordende
regeldruk tegen de druk van de veren in.
− Aandrijfas door veer ingaand (FE)
Bij een vermindering van de regeldruk of
bij uitval van de hulpenergie bewegen
Opbouw en werking
3-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave