Demontage
11.1 Het ventiel uit de leiding
demonteren
a) Uitvoering met binnendraad
of flenzen
1. De positie van het regelventiel onafhan-
kelijk van zijn verbinding met de leiding
beveiligen, zie hoofdstuk 'Levering en in-
tern transport'.
2. Het ventiel eruit schroeven of de flensver-
binding losmaken.
3. Het ventiel uit de leiding nemen, zie
hoofdstuk 'Levering en intern transport'.
b) Uitvoering met laseinden
1. De positie van het regelventiel onafhan-
kelijk van zijn verbinding met de leiding
beveiligen, zie hoofdstuk 'Levering en in-
tern transport'.
2. De leiding vóór de lasnaad scheiden.
3. Het ventiel uit de leiding nemen, zie
hoofdstuk 'Levering en intern transport'.
11.2 De aandrijving demonteren
Zie bijbehorende aandrijvingsdocumentatie.
11-2
EB 8091-1 NL