6. Leiding zonder spanning aan het ventiel
schroeven.
7. Evt. stutten of ophangingen installeren.
b) Uitvoering met laseinden
1. Voortgaan zoals in de voorafgaande pa-
ragraaf 'Uitvoering met binnendraad of
flenzen', stap 1 tot 4 is beschreven.
2. Aandrijfas volledig inschuiven om de
plug tijdens het lassen te beschermen te-
gen vonken.
3. Ventiel zonder spanning in de leiding
lassen.
4. Evt. stutten of ophangingen installeren.
5.4 Gemonteerd ventiel
controleren
GEVAAR
!
Gevaar op breuk bij onvakkundig openen
van onder druk staande apparaten en com-
ponenten!
Regelventielen en leidingen zijn drukdra-
gende instrumenten die bij verkeerde hante-
ring kunnen barsten. Rondvliegende onder-
delen zoals projectielen, fragmenten en me-
dium die onder druk vrijkomen, kunnen ern-
stig letsel of zelfs de dood veroorzaken.
Vóór werkzaamheden aan het regelventiel:
Î Desbetreffende componenten en ventiel
inclusief aandrijving drukloos maken.
Ook resterende energie ontladen.
Î Doorstromend medium uit de desbetref-
fende componenten en het ventiel laten
lopen.
EB 8091-1 NL
WAARSCHUWING
!
Gevaar voor letsel door onder druk
staande componenten en ontsnappend
doorstromend medium!
Î De schroef van de testaansluiting niet
losmaken als het ventiel onder druk staat.
WAARSCHUWING
!
Gehoorschade en doofheid door hoog ge-
luidsniveau!
Afhankelijk van de installatieomstandighe-
den kunnen tijdens het bedrijf mediumbe-
paalde geluidsontwikkelingen optreden (bijv.
cavitatie en flitsen) Bovendien kunnen kort-
stondige hoge geluidsniveaus ontstaan, als
een pneumatische aandrijving of pneumati-
sche aanbouwapparaten zonder geluidsre-
ducerende elementen luidruchtig ontluchten.
Beide kunnen het gehoor beschadigen.
Î Bij werkzaamheden in de buurt van het
ventiel gehoorbescherming dragen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
!
!
Gevaar voor beknelling door bewegende
aandrijfas en klepsteel!
Î Niet in het juk grijpen, zolang de pneu-
matische hulpenergie van de aandrijving
effectief aangesloten is.
Î Bij werkzaamheden aan het regelventiel
pneumatische hulpenergie en controles-
ignaal onderbreken en afsluiten.
Î De loop van de aandrijfas en klepsteel
niet belemmeren door voorwerpen in het
juk in te klemmen.
Montage
5-5