Opsporen van storingen
Tabel 17 Opsporen van storingen
Fout
Pomp start niet
De pomp bereikt
de einddruk niet.
Pompsnelheid is te
laag.
Als de pomp onder
vacuüm wordt
uitgeschakeld,
stijgt de druk in het
systeem te snel
A351-18-886A - Opsporen van storingen
Mogelijke oorzaak
Pomp is niet goed aangesloten
Motorbeschermingsschakelaar
is niet goed ingesteld.
Bedrijfsspanning komt niet
overeen met die van de motor.
Motor is defect.
Olietemperatuur is onder 12 °C. Verwarm de pomp en pompolie of
Olie is te dik.
Uitlaatfilter/uitlaatleiding is
verstopt.
Stroomoverdracht door
V-riemen werkt niet goed.
Pomp loopt vast.
De meettechniek of de meter is
onjuist.
Extern lek.
Vlotterklep sluit niet.
Isolatieklep werkt niet goed.
Onvoldoende smering door:
onjuiste of verontreinigde olie.
verstopt oliefilter
verstopte olieleidingen
De vacuümleidingen zijn vuil.
Pomp is te klein.
Vuilvanger in de inlaatpoort is
verstopt.
Uitlaatfilter is verstopt.
Aansluitingsleidingen zijn te
smal of te lang.
Het is lastig om de isolatieklep
te openen
Systeem heeft een lek.
Isolatieklep werkt niet.
Pagina 76
Oplossing
Sluit de pomp correct aan.
Stel de
motorbeschermingsschakelaar
correct in.
Vervang de motor.
Vervang de motor.
gebruik andere olie.
Gebruik olie met de correcte
classificatie.
Vervang het filter of reinig de
uitlaatleiding.
Maak de V-riemen vast of vervang ze.
Repareer de pomp.
Gebruik een correcte meettechniek
en meter.
Repareer de pomp.
Repareer de klep.
Repareer de klep.
Vervang de olie. Ontgas zo nodig.
Vervang het oliefilter.
Reinig de oliebehuizing.
Reinig de vacuümleidingen.
Controleer de procesdatum, vervang
de pomp zo nodig.
Reinig de vuilvanger.
Voorzorgsmaatregel: installeer een
stoffilter in de inlaatleiding.
Installeer nieuwe filterelementen.
Gebruik aansluitingsleidingen met de
correcte breedte en lengte
Controleer de vrije lengte van de veer
Controleer het systeem.
Repareer de isolatieklep.