7. Monteer de platte pakking, item 2.
8. Plaats de volledige uitlaatfiltereenheid in de oliebehuizing en draai de 4 schroeven
vast: 23 N.m.
9. Controleer de continuïteit van de aarde tussen de moer, item 3, en de massa-
aansluiting van de motor.
WAARSCHUWING:
Afhankelijk van de betrokken processen, kunnen er gevaarlijke stoffen uit de pomp en
olie vrijkomen. Neem de toepasselijke voorzorgsmaatregelen.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften
Opmerking:
Houd u bij het wegdoen van gebruikte uitlaatfilters aan de relevante milieuvoorschriften.
Bevestig nooit gebruikte afdichtingen; monteer altijd nieuwe afdichtingen.
Figuur 20 nES40ex-, nES65ex- en nES100EX-controle op continuïteit van de aarding
De gemeten waarde moet lager zijn dan 0,1 Ω onder een wisselstroom van ongeveer 10 ampère,
de 'geen belasting'-spanning mag niet meer dan 12 volt zijn.
1.
Controleer de continuïteit van de aarding tussen het uitlaatfilterrooster en de massa-
aansluiting van de motor (2 controlepunten).
2.
Controlepunt (continuïteit van de aarding met massa-aansluiting van de motor).
nES200ex
Benodigd gereedschap:
Een steeksleutel of ringsleutel van 19 mm, of een speciale sleutel die in gereedschapskit
A35900524 is opgenomen.
Een ringsleutel van 10 mm.
Wanneer de uitlaatfilterelementen zijn verstopt, gaan de overdrukkleppen (bypass) open en
worden de filters omzeild. Olienevel bij de uitlaat en/of hoog olieverbruik zijn tekenen dat de
uitlaatfilters zijn verstopt. De overdruksensor duidt de verstopte staat van het uitlaatfilter
aan. De uitlaatfilters moeten ten minste jaarlijks worden vervangen.
A351-18-886A - Onderhoud
Pagina 58