Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 13 Bedrading
Alleen goedgekeurd personeel kan de installatieprocedure uitvoeren in overeenstemming
met de geldende veiligheidsregels, zie IEC 60204-1 en IEC 61010-1.
Sluit de motor van de pomp aan op de juiste stroomspanning via de aansluitingen in de
verdeeldoos (zie
van een toepasselijke motorbeschermingsschakelaar. Stel de schakelaar in overeenstemming
met de nominale spanning op het naamplaatje van de motor in.
Als de pomp door een beveiligingsschakelaar of elektrische storing wordt uitgeschakeld, kunt
u de pomp handmatig opnieuw starten.
De pomp is ontworpen om direct te starten, zelfs onder belasting. Dat wil zeggen dat de pomp
kan worden ingeschakeld tegenover vacuüm in de inlaatpoort.
Na het aansluiten van de motor en telkens als u de bedrading wijzigt, controleert u de
draairichting van de pomp. Raadpleeg de markering op de motor. Tijdens de controle moet de
inlaatpoort open zijn. Als de draairichting verkeer is, kan er olie uit de inlaatpoort komen. (Het
vacuümsysteem kan onder druk komen te staan.)
Voor de controle schakelt u de motor snel opeenvolgend in en uit. Als de draairichting
verkeerd is, schakelt u de pomp onmiddellijk uit en verwisselt u twee fasen van de aansluiting.
We bevelen u aan de draairichting met een fasereeksindicator te controleren.
VOORZICHTIG:
Langdurige bediening van de motor in de verkeerde draairichting kan schade aan de
motor veroorzaken.
Motorbeschermingsapparaat
Om de motorwikkelingen tegen een verscheidenheid aan operationele storingen te
beschermen, is de motor uitgerust met een beschermingsapparaat dat moet worden
aangesloten.
PTC-thermistors conform IEC 60034-1 en DIN 44081/440823 zijn tempertuurafhankelijke
halfgeleiderapparaten die in de motorwikkelingen zijn ingebouwd.
A351-18-886A - Installatie
Bedrading
op pagina 41). De relevante veiligheidsregels vereisen het gebruik
Pagina 41
Advertenties
Inhoudsopgave
