A351-18-886A - Installatie
Temperatuursensor PT100
Een temperatuursensortype PT100 wordt dicht bij de uitlaatkleppen op de vacuümgenerator
geplaatst. De temperatuursensor bewaakt de pomptemperatuur.
De PT100-handleiding is aan het einde van de instructiehandleiding bijgevoegd.
Zie de volgende pagina voor drempelwaarden.
Oliepeilschakelaar
De handleiding is aan het einde van de instructiehandleiding bijgevoegd. De pomp moet
worden uitgeschakeld en de pomp en het oliepeil moeten onmiddellijk worden gecontroleerd
als het oliepeil te laag is.
Om vals alarm te voorkomen, wordt aanbevolen dat u een timer van 20 seconden op de
uitvoer van de schakelaar gebruikt. Als de storing langer dan 20 seconden aanhoudt, moet de
pomp worden uitgeschakeld.
Overdruksensor
De handleiding is aan het einde van de instructiehandleiding bijgevoegd. De pomp moet
worden uitgeschakeld en de pomp, de uitlaatleiding en uitlaatfilters moeten onmiddellijk
worden gecontroleerd als de druk in de oliebehuizing te hoog is.
De sensor levert een signaal van 4 tot 20 mA.
Zie de volgende pagina voor drempelwaarden.
Gekoppelde elektrische apparatuur
De elektrische apparatuur die met deze pomp is meegeleverd, zoals de motor, kleppen,
sensors enzovoorts, zijn ook van toepassing voor gebruik in potentieel explosieve gas/stof-
atmosferen onder dezelfde omstandigheden als die voor de pomp. U moet zich houden aan
de instructies die in de Gebruiksinformatie van de fabrikant van de elektrische motor (bij deze
handleiding gevoegd) worden vermeld. De elektrische motor en accessoires voldoen aan de
vereisten voor IP65-behuizingsvereisten of het equivalent ervan.
De ontstekingsbeschermingssensors (overtemperatuur, uitlaatdruk, oliepeil) moeten worden
gebruikt om de pomp te beschermen tegen kritische operationele parameters en moeten zijn
geconfigureerd om uitschakeling van de pomp te veroorzaken als de waarden buiten het
toelaatbare bereik vallen. De temperatuur- en drukmetingen moeten bovendien worden
geconfigureerd om storingsvrij te zijn, dat wil zeggen dat de pomp bij verlies van het signaal
van de sensor zou moeten uitschakelen.
Herstart zou niet mogelijk moeten zijn zonder het ontstekingspreventiesysteem te resetten.
Het systeem moet voldoen aan de vereisten van IPL1 (EN13463-6) equivalent aan SIL1
(EN 61508) of EN 954-1.
Pagina 42