Test de continuïteit van de aarding
Voordat u de test uitvoert, controleert u visueel of alle aardgeleiders zijn aangesloten.
Acceptatiecriteria:
Zie ook de volgende pagina.
Figuur 24 Test de continuïteit van de aarding
Meet de continuïteit van de aarding tussen elk uitlaatfilterraster en de motor (8 regelpunten).
De vlotterklep controleren
Als de druk tijdens de werking van de pomp niet onder ongeveer 5 mbar valt en bij het
vervangen van de uitlaatfilters controleert u of de vlotterklep (nog) goed vast zit.
Reinig het uitlaatspruitstuk. Controleer of de vlotterklep goed vast zit.
Controleer alle pakkingen en vervang ze door nieuwe, als dat nodig is.
WAARSCHUWING:
Afhankelijk van de betrokken processen, kunnen er gevaarlijke stoffen uit de pomp en
olie vrijkomen. Neem de toepasselijke voorzorgsmaatregelen.
WAARSCHUWING:
Bevestig nooit gebruikte afdichtingen; monteer altijd nieuwe afdichtingen.
Dit moet gebeuren bij elke verwisseling van het uitlaatfilter of ten minste jaarlijks.
Reiniging van de vuilvanger van de inlaatpoort en controleren van de isolatieklep.
A351-18-886A - Onderhoud
Ω
Weerstand <0,3
bij 10 A wisselstroom en 12 V wisselstroom.
Motor niet aangesloten op de hoofdstroomtoevoer.
Duur van test: 3 seconden.
Pagina 64