Inhoudsopgave
Advertenties
Mogelijke ontstekingsbronnen
Er is een ontstekingsgevaarbeoordeling uitgevoerd in overeenstemming met de Europese
norm EN 13463-1. (EN 13463-1 Niet-elektrische uitrusting voor mogelijk explosieve
atmosferen - deel 1: Basismethode en vereisten). Hiermee is geïdentificeerd dat de volgende
ontstekingsbronnen tijdens werking van de pomp kunnen optreden:
Mogelijke ontstekingsbronnen
Hete oppervlakken
Hete gassen
Mechanische vonken
Elektrische vonken
Statische elektriciteit
Chemische reactie
Beschermende maatregelen
Hete oppervlakken
De samenpersing van gas die optreedt tijdens normale werking van een vacuümpomp
resulteert in verwarming en hete oppervlakken. De pomp is speciaal gewijzigd en uit tests
blijkt dat wanneer de pomp wordt bediend onder de omstandigheden die in deze handleiding
worden gespecificeerd, de interne delen van de pomp die in contact kunnen komen met een
mogelijk explosieve atmosfeer, een maximale temperatuur van 130 °C kunnen bereiken. De
maximale temperatuur wordt bereikt na het doorlopend bedienen van de pomp met een
inlaatdruk van tussen 300 mbar en 400 mbar. De werkelijke bereikte temperatuur is
afhankelijk van de inlaatdruk. Gelijksoortig kan de buitenkant van de pomp een maximale
oppervlaktemperatuur van 130 °C bereiken (deze temperaturen zijn met inbegrip van de
veiligheidstoelatingen gespecificeerd in EN13463-1).
De pomp is uitgerust met een thermische sensor (PT100) bij de pompstator. De thermische
sensor moet zodanig worden aangesloten, dat de pomp automatisch wordt uitgeschakeld als
de temperatuur boven 105 °C komt. Dit kan gebeuren bij storingen, bijvoorbeeld vanwege
geblokkeerde oliefilters. Dit moet worden geactiveerd voordat de pomp deze maximale
temperatuur bereikt en de pomp zal er, bij correcte installatie, automatisch door worden
stopgezet. Het regelsysteem moet zodanig worden geconfigureerd dat de pomp niet
automatisch opnieuw wordt gestart naarmate de temperatuur afneemt, maar handmatig
opnieuw moet worden gestart.
Opmerking:
Hogere maximale oppervlaktemperaturen treden op als de pomp is gevuld en wordt gebruikt
met een andere olie dan de olie van het Edwards-type Ultragrade Extend.
Hete gassen
Bij normale werking worden er hete gassen in de pomp geproduceerd vanwege samenpersing
van het gas. Deze hete gassen worden bij de uitlaat vrijgegeven. Ze moeten via een kanaal
naar een veilige plek worden afgevoerd.
A351-18-886A - Omschrijving
Binnen en buiten vanwege:
Gassamenpersing, schotwrijving, enzovoorts
Afzettingen op stator-/rotorsleuven
Binnendringing van deeltjes.
Geproduceerd in de pomp en uitgegeven bij de uitlaat.
Treedt niet op bij normale werking - oppervlakken bedekt met
olie in de pomp, voldoende vrije ruimte buiten de pomp.
Motor en accessoires.
Mogelijk als geleidende onderdelen van de pomp niet met
massa zijn verbonden (schotten, lipafdichting, uitlaatfilter,
vlotterklep).
Mogelijk met procesvloeistof/-gas.
Pagina 14
Opmerkingen
Advertenties
Inhoudsopgave
