6.5.3
Inbedrijfstelling met LSPM-motoren van SEW‑EURODRIVE
De motoren van het type DR..J zijn motoren met LSPM-technologie (line-start perma-
nente magneetmotoren).
1. Sluit de motor aan op de regelaar. Let bij het aansluiten op de nominale spanning
2. Voer de motorgegevens van het motortypeplaatje in:
3. Stel het maximum toerental P-01 en minimum toerental P-02 = 300 min
4. Stel de acceleratie- en deceleratie-integratoren met P-03 en P-04 in.
5. Start het automatisch meten van de motor "Auto-Tune" zoals beschreven in het
6. Pas de boost aan met P-11.
7. Het regelgedrag kan bij ontoereikende prestaties van de regelaar via de parameter
van de motor.
•
P-07 = inductiespanning/nullastspanning [V/min
•
P-08 = nominale stroom van de motor
•
P-09 = nominale frequentie van de motor
•
P-10 = nominaal toerental van de motor
•
P-14 = 101 (uitgebreide parametertoegang)
•
P-51 = 5 (LSPM-toerentalregeling)
hoofdstuk "Automatische meetprocedure Auto-Tune" (→ 2 47)".
P-53 niveau 1 + 2 (P-fractie, integraal aandeel) worden geoptimaliseerd.
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling met motoren
-1
] bij nominaal motortoerental
Technische handleiding – MOVITRAC
6
-1
in.
49
®
LTE-B+