Mechanische installatie
4
Aanhaalmomenten
4.3
Aanhaalmomenten
4.4
Remweerstanden monteren
Permanent remver-
mogen bij 100% ID
tot 1 kW
tot 10 kW
tot 22 kW
tot 44 kW
1) Komt overeen met ruimtelijke positie 1, 2, 5, 6.
2) Komt overeen met ruimtelijke positie 3, 4.
3) Komt overeen met ruimtelijke positie 1, 2, 5 en 6.
20
Technische handleiding – MOVITRAC
Haal de klemschroef aan met de volgende aanhaalmomenten:
Vermogen van de rege-
laar
0.37 – 1.1 kW
0.37 – 5.5 kW
7.5 – 11 kW
15 – 18.5 kW
0.75 – 11 kW
15 – 22 kW
30 – 37 kW
De oppervlakken van de remweerstanden bereiken bij belasting met het nominale ver-
mogen temperaturen tot 250 °C. De montageplaats van de remweerstand moet be-
stand zijn tegen deze hoge temperaturen. Daarom worden de remweerstanden nor-
maliter buiten de schakelkast gemonteerd. Bij niet-toegestane montage kan de warm-
te zich door de verminderde convectie in de remweerstand ophopen. Het activeren
van het temperatuurcontact of oververhitting van de remweerstand kan stilstand van
de installatie veroorzaken.
Afhankelijk van het continue remvermogen en de ruimtelijke positie moeten de volgen-
de minimale afstanden bij convectiekoeling aangehouden worden.
Ruimtelijke
Afstand opzij in mm
positie
1)
horizontaal
200
2)
verticaal
150
1)
horizontaal
300
2)
verticaal
250
1)
horizontaal
400
2)
verticaal
350
3)
horizontaal
500
2)
verticaal
Niet toegestaan
®
LTE-B+
Aanhaalmoment in Nm
Besturingsklemmen
Nominale spanning 110 – 115 V
0.5
Nominale spanning 200 – 240 V
0.5
Nominale spanning 380 – 480 V
0.5
Afstand omlaag
in mm
0
250
0
350
0
400
0
Niet toegestaan
Vermogensklemmen
1
0.8
2
4
0.8
2
4
Afstand omhoog
in mm
350
300
650
600
750
700
850
Niet toegestaan