Parameterbeschrijving
Standaard FC 300-klemmen zijn 18, 19, 27, 29, 32 en 33.
MCB 101-klemmen zijn X30/2, X30/3 en X30/4.
Klem 29 wordt alleen als uitgang gebruikt in de FC 302.
Functies die specifiek zijn voor één digitale ingang, worden
in de betreffende parameter vermeld.
3
3
Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de
volgende functies:
[0]
Niet in bedrijf Geen reactie op signalen die naar de klem
[1]
Reset
[2]
Vrijloop
geïnv.
[3]
Vrijloop &
reset inv
[4]
Snelle stop
geïnv.
[5]
DC-rem
geïnv.
[6]
Stop
geïnverteerd
84
Programmeerhandleiding
worden gestuurd.
Reset de frequentieomvormer na een
uitschakeling/alarm. Niet elk alarm kan
worden gereset.
(Standaard voor digitale ingang 27) Vrijloop
na stop, ingang geïnverteerd (NC). De
frequentieomvormer laat de motor vrijlopen.
Logische '0' ⇒ vrijloop na stop.
Reset en vrijloop na stop, ingang
geïnverteerd (NC). Laat de motor vrijlopen
en voert vervolgens een reset van de
frequentieomvormer uit. Logische '0' ⇒
vrijloop na stop en reset.
Ingang geïnverteerd (NC). Genereert een
stop op basis van de uitlooptijd van de
snelle stop die is ingesteld in
parameter 3-81 Snelle stop ramp-tijd.
Wanneer de motor stopt, bevindt de as zich
in de vrije stand. Logische '0' ⇒ snelle stop.
Ingang geïnverteerd voor DC-rem (NC).
Stopt de motor door gedurende een
bepaalde tijd een DC-stroom toe te passen.
Zie parameter 2-01 DC-remstroom tot
parameter 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm].
Deze functie is alleen actief wanneer de
waarde in parameter 2-02 DC-remtijd niet 0
is. Logische '0' ⇒ DC-remmen
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een
stopfunctie wanneer de geselecteerde klem
van logisch niveau '1' naar '0' gaat. De stop
wordt uitgevoerd op basis van de geselec-
teerde uitlooptijd (parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd, parameter 3-52 Ramp 2 uitlooptijd,
parameter 3-62 Ramp 3 uitlooptijd,
parameter 3-72 Ramp 4 uitlooptijd).
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
LET OP
Wanneer de frequentieomvormer de
koppelbegrenzing heeft bereikt en
een stopcommando heeft ontvangen,
zal hij mogelijk niet vanzelf stoppen.
Om ervoor te zorgen dat de frequen-
tieomvormer stopt, moet een digitale
uitgang worden ingesteld op [27]
Koppelbegr. & stop en moet deze
digitale uitgang worden aangesloten
op een digitale ingang die als vrijloop
is ingesteld.
[8]
Start
(Standaard voor digitale ingang 18) Selecteer
start voor een start-/stopcommando.
Logische '1' = start, logische '0' = stop.
[9]
Pulsstart
De motor start als gedurende minstens 2 ms
een puls wordt gegeven. De motor stopt na
activering van Stop geïnverteerd of na een
resetcommando (via een digitale ingang).
[10] Omkeren
(Standaard voor digitale ingang 19) Wijzig
de draairichting van de motoras. Logische '1'
leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt
alleen de draairichting. Het activeert de
startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel in
parameter 4-10 Draairichting motor. De
functie is niet actief bij een procesregeling
met terugkoppeling.
[11] Start
Gebruikt voor start/stop en voor omkeren
omgekeerd
via dezelfde draad. Gelijktijdige startsignalen
zijn niet toegestaan.
[12] Start vooruit
Schakelt de beweging linksom uit en maakt
insch.
een beweging rechtsom mogelijk.
[13] Start omgek.
Schakelt de beweging rechtsom uit en
insch.
maakt een beweging linksom mogelijk.
[14] Jog
(Standaard voor digitale ingang 29) Gebruik
deze instelling om de jogsnelheid in te
schakelen. Zie parameter 3-11 Jog-snelh. [Hz].
[15] Digitale ref.
Hiermee schakelt u tussen externe referentie
aan
en digitale referentie. Hiervoor moet [1]
Extern/digitaal [1] zijn geselecteerd in
parameter 3-04 Referentiefunctie. Logische '0'
= externe referentie actief, logische '1' = een
van de acht digitale referenties actief.
[16] Ingest. ref. bit
De digitalereferentiebits 0, 1 en 2 maken het
0
mogelijk om een van de acht digitale
referenties te selecteren overeenkomstig
Tabel 3.13.
[17] Ingest. ref. bit
Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
1
[18] Ingest. ref. bit
Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
2
MG33MH10