Parameterbeschrijving
1-06 Richting rechtsom
Option:
3
3
[0] Normaal
[1] Geïnverteerd De motoras draait linksom wanneer de
1-07 Motor Angle Offset Adjust
Deze parameter geldt alleen voor de FC 302 en is alleen van
toepassing bij gebruik van een PM-motor in combinatie met
terugkoppeling.
Range:
0
[Manual]
[1] Auto
[2] Auto Every
Start
[3] Off
38
Programmeerhandleiding
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Deze parameter definieert de term 'Rechtsom'
die betrekking heeft op de richtingpijl op het
LCP. Is te gebruiken om de draairichting van
de as eenvoudig te wijzigen zonder
motordraden te verwisselen.
De motoras draait rechtsom wanneer de
frequentieomvormer als volgt in aangesloten:
U ⇒ U, V ⇒ V, en W ⇒ W naar motor.
frequentieomvormer als volgt is aangesloten: U
⇒ U, V ⇒ V en W ⇒ W naar motor.
Functie:
De functionaliteit van deze optie hangt af van
het type terugkoppelingsapparaat. Bij gebruik
van een apparaat voor absolute terugkop-
peling zorgt deze optie ervoor dat de
frequentieomvormer de in
parameter 1-41 Offset motorhoek ingestelde
offset van de motorhoek gebruikt.
Bij gebruik van een apparaat voor
incrementele terugkoppeling past de frequen-
tieomvormer de offset van de motorhoek
automatisch aan bij de eerste start na inscha-
keling of wanneer de motorgegevens worden
gewijzigd.
De frequentieomvormer past de offset van de
motorhoek automatisch aan bij de eerste start
na inschakeling of wanneer de motorgegevens
worden gewijzigd, ongeacht het type
terugkoppelingsapparaat dat is geselecteerd.
Dit betekent dat de opties [0] en [1] identiek
zijn bij gebruik van een incrementele encoder.
De frequentieomvormer past de offset van de
motorhoek automatisch aan bij elke start of
wanneer de motorgegevens worden
gewijzigd.
Als u deze optie selecteert, wordt de automa-
tische aanpassing van de offset uitgeschakeld.
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
3.3.2 1-1* Motorselectie
LET OP
De parameters in deze parametergroep kunnen niet
worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
3.3.3 PM-instellingen
Als parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op PM,
niet-uitspr. SPM [2], moet u de motorparameters handmatig
invoeren, in onderstaande volgorde:
1.
parameter 1-24 Motorstroom
2.
parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel
3.
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid
4.
parameter 1-39 Motorpolen
5.
parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)
6.
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld)
7.
parameter 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
De volgende parameters zijn toegevoegd voor PM-
motoren.
parameter 1-41 Offset motorhoek
parameter 1-07 Motor Angle Offset Adjust
parameter 1-14 Damping Gain
parameter 1-47 Torque Calibration
parameter 1-58 Stroom testpulsen vlieg.start
parameter 1-59 Freq. testpulsen vlieg.start
parameter 1-70 PM Start Mode
parameter 30-20 High Starting Torque Time [s]
parameter 30-21 High Starting Torque Current [%]
LET OP
Het is nog steeds nodig om standaardparameters te
configureren (zoals parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. en
dergelijke).
MG33MH10