Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koppelkarakteristiek; Overspanningsmodus - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
1-02 Flux motorterugk.bron
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Selecteer de interface voor het ontvangen van
een terugkoppeling van de motor.
[1] 24V-
A- en B-kanaalencoder die alleen kan worden
encoder
aangesloten op de digitale ingangsklemmen
32/33. De klemmen 32/33 moeten worden
ingesteld op Niet in bedrijf.
[2] MCB 102
Encodermoduleoptie die kan worden geconfi-
gureerd in parametergroep 17-1* Incr. enc.
interface; alleen FC 302.
[3] MCB 103
Optionele resolverinterfacemodule die kan
worden geconfigureerd in parametergroep
17-5* Resolverinterface.
[4] MCO
Encoderinterface 1 van de optionele, program-
encoder 1
meerbare motioncontroller MCO 305.
[5] MCO
Encoderinterface 2 van de optionele, program-
encoder 2
meerbare motioncontroller MCO 305.

1-03 Koppelkarakteristiek

Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
Selecteer de vereiste koppelkarakteristiek.
VT en AEO zijn beide energiebesparingsopties.
[0] Constant
Het afgegeven motorasvermogen produceert een
koppel
constant koppel bij een variabele snelheidsre-
geling.
[1] Variabel
Het motorasvermogen produceert een variabel
koppel
koppel bij een variabele snelheidsregeling. Stel
het variabele koppelniveau in parameter 14-40 VT-
niveau in.
[2] Auto
Zorgt voor een automatische optimalisatie van
Energie
het energieverbruik door de magnetisering en de
Optim.
frequentie te minimaliseren via
parameter 14-41 Min. magnetisering AEO en
parameter 14-42 Min. AEO-frequentie.
[5] Constant
De functie levert een constant vermogen in een
Power
veldverzwakkingsgebied.
De koppelvorm van de motormodus wordt
gebruikt als een begrenzing in de genera-
tormodus. Dit dient om het vermogen in de
generatormodus te beperken, omdat deze anders
aanzienlijk hoger wordt dan in de motormodus,
vanwege de hoge DC-tussenkringspanning die
beschikbaar is in de generatormodus.
MG33MH10
Programmeerhandleiding
1-03 Koppelkarakteristiek
Option:

1-04 Overspanningsmodus

Option:
[0] Hoog
[1] Normaal
1-05 Configuratie lokale modus
Option:
[0] Snelheid
[1] Snelheid gesl.
[2] Als modus
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
P shaft W = ω mech rad / s × T Nm
Deze relatie met het constante vermogen wordt
geïllustreerd in Afbeelding 3.5:
T[Nm]
P[W]
T
nom
P
nom
Afbeelding 3.5 Constant Power
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Gebruik deze parameter om de frequentieom-
vormer te configureren voor een hoge dan wel
normale overbelasting. Raadpleeg bij maatbe-
paling van uw frequentieomvormer altijd de
technische gegevens in de Bedieningshandleiding
of de Design Guide in verband met de
beschikbare uitgangsstroom.
Staat een overkoppel tot 160% toe.
koppel
Voor overgedimensioneerde motoren – staat een
koppel
overkoppel tot 110% toe.
Functie:
Stel in welke toepassingsconfiguratiemodus
(parameter 1-00 Configuratiemodus), d.w.z.
welk toepassingsbesturingsprincipe, moet
worden gebruikt wanneer een lokale (LCP)
referentie actief is. Een lokale referentie kan
alleen actief zijn als parameter 3-13 Referentie-
plaats is ingesteld op [0] Gekoppeld Hand/Auto
of [2] Lokaal. Standaard is de lokale referentie
alleen actief in de handmodus.
open lus
lus
par 1-00
P
T
ω
ω [rad/S]
nom
nom
37
3
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave