Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 29

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
0-11 Setup wijzigen
Option:
Functie:
Selecteer de setup die tijdens bedrijf moet
worden gewijzigd (d.w.z. geprogrammeerd); dit
kan de actieve setup zijn of een van de
inactieve setups.
[0] Fabrieks-
Deze setup kan niet worden gewijzigd maar is
instell.
nuttig als gegevensbron wanneer de andere
setups in een bekende staat moeten worden
teruggebracht.
[1] Setup 1
[1] Setup 1 tot [4] Setup 4 kunnen vrij worden
gewijzigd tijdens bedrijf, ongeacht welke setup
actief is.
[2] Setup 2
[3] Setup 3
[4] Setup 4
[9] Actieve
Deze setup is ook te wijzigen tijdens bedrijf.
setup
Het wijzigen van de geselecteerde setup is
mogelijk vanaf diverse bronnen: LCP, FC
RS-485, FC USB of maximaal vijf veldbuslocaties.
Afbeelding 3.1 Setup wijzigen
MG33MH10
Programmeerhandleiding
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
Om tijdens bedrijf probleemloos over te
kunnen schakelen naar een andere setup
moeten setups met parameters die niet
tijdens bedrijf te wijzigen zijn worden
gekoppeld. De koppeling zorgt ervoor dat de
'niet te wijzigen tijdens bedrijf'-parameters
worden gesynchroniseerd wanneer tijdens
bedrijf tussen setups wordt geschakeld.
Parameters die niet zijn te wijzigen tijdens
bedrijf, zijn in de parameterlijst in
hoofdstuk 4 Parameterlijsten gemarkeerd als
FALSE.
Parameter 0-12 Setup gekoppeld aan wordt
gebruikt wanneer parameter 0-10 Actieve
setup is ingesteld op Multi setup. Multi setup
wordt gebruikt om tussen setups te
schakelen tijdens bedrijf (d.w.z. terwijl de
motor draait).
Voorbeeld:
Gebruik Multi setup om van Setup 1 naar
Setup 2 te schakelen terwijl de motor draait.
Programmeer Setup 1 eerst en zorg er
vervolgens voor dat Setup 1 en Setup 2
worden gesynchroniseerd (of 'gekoppeld').
De synchronisatie kan worden uitgevoerd op
twee manieren:
1. Wijzig de instelling voor bewerking van
parameter 0-11 Setup wijzigen in [2] Setup 2
en stel parameter 0-12 Setup gekoppeld aan
in op [1] Setup 1. Dit start het proces van
koppeling (synchronisatie).
Afbeelding 3.2 Setup 1
OF
2. Kopieer Setup 1 naar Setup 2 vanuit Setup
1. Stel parameter 0-12 Setup gekoppeld aan
vervolgens in op [2] Setup 2. Dit start het
koppelingsproces.
Afbeelding 3.3 Setup 2
3
3
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave