Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snel Overzetten Van Parameterinstellingen Naar Andere Frequentieomvormers; Displaymodus; Displaymodus - Uitleesstatus Selecteren - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Programmeren
[Reset]
Dient om de frequentieomvormer na een alarm (trip) te
resetten. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of
Uitgesch. [0] via parameter 0-43 [Reset]-toets op LCP.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door
de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te
drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang
tot elke mogelijke parameter.
2.1.2 Snel overzetten van
parameterinstellingen naar andere
frequentieomvormers
Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid
is, kunt u de gegevens opslaan in het LCP of op een pc
met behulp van de MCT 10 setupsoftware.
Quick
Status
Menu
OK
On
Warn.
Alarm
Hand
O
on
Afbeelding 2.9 LCP
Gegevens opslaan in het LCP
LET OP
Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.
1.
Ga naar 0-50 LCP kopiëren.
2.
Druk op de [OK]-toets.
3.
Selecteer [1] Alles naar LCP.
4.
Druk op de [OK]-toets.
Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het
LCP, wat wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk
op [OK] als 100% is bereikt.
MG33MH10
Programmeerhandleiding
Alarm
Main
Log
Menu
Auto
Reset
on
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
Sluit het LCP aan op een andere frequentieomvormer en
kopieer de parameterinstellingen ook naar die frequentie-
omvormer.
Gegevens overzetten van LCP naar frequentieomvormer
LET OP
Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.
1.
Ga naar 0-50 LCP kopiëren.
2.
Druk op de [OK]-toets.
3.
Selecteer [2] Alles vanaf LCP.
4.
Druk op de [OK]-toets.
De parameterinstellingen die in het LCP zijn opgeslagen,
worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat
wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk op [OK] als
100% is bereikt.

2.1.3 Displaymodus

Bij normaal bedrijf kunnen permanent maximaal 5
verschillende bedrijfsvariabelen worden aangegeven in het
middelste gedeelte: 1.1, 1.2, en 1.3, en tevens 2 en 3.
2.1.4 Displaymodus – Uitleesstatus
selecteren
Schakelen tussen de drie verschillende uitlezingen is
mogelijk door op [Status] te drukken.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een
andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Tabel 2.1 toont de metingen die u kunt koppelen aan elk
van de bedrijfsvariabelen. Wanneer er opties zijn
gemonteerd, zijn er aanvullende metingen beschikbaar.
Programmeer de koppelingen via
parameter 0-20 Displayregel 1.1 klein, 0-21 Displayregel 1.2
klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein, 0-23 Displayregel 2 groot en
0-24 Displayregel 3 groot.
Elke uitleesparameter die is geselecteerd in
parameter 0-20 Displayregel 1.1 klein tot 0-24 Displayregel 3
groot, wordt gekenmerkt door een eigen schaal en aantal
cijfers achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere
numerieke waarden van een parameter worden minder
cijfers weergegeven achter het decimaalteken.
Voorbeeld: uitlezing stroom 5,25 A; 15,2 A 105 A.
2
2
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave