Programmeren
2.1.14 Waarde, stapsgewijs
Bepaalde parameters zijn stapsgewijs of oneindig variabel
te wijzigen. Dit geldt voor 1-20 Motorverm. [kW],
1-22 Motorspanning en 1-23 Motorfrequentie.
Dit betekent dat de parameters niet alleen als een groep
van numerieke datawaarden maar ook als oneindig
variabele numerieke datawaarden kunnen worden
ingesteld.
2.1.15 Geïndexeerde parameters uitlezen
en programmeren
Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een
roterende stapel worden geplaatst.
Parameter 15-30 Foutlog: foutcode tot
parameter 15-32 Alarmlog: tijd bevatten een foutlog die kan
worden uitgelezen. Selecteer een parameter, druk op [OK]
▲
▼
en gebruik [
] en [
] om door de geïndexeerde waarden
te schuiven.
Gebruik parameter 3-10 Ingestelde ref. als een ander
voorbeeld:
Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik [
om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de
waarde van de parameter door de geïndexeerde waarde te
selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de
▲
▼
waarde met behulp van [
] [
nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te
annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
Onderstaande instructies gelden voor het numerieke LCP
(LCP 101).
De functies van het bedieningspaneel zijn onderverdeeld
in vier groepen:
1.
Numeriek display.
2.
Menutoetsen en indicatielampjes – parameters
wijzigen en schakelen tussen displayfuncties.
3.
Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds).
4.
Bedieningstoetsen en indicatielampjes (leds).
Displayregel: statusmeldingen met pictogrammen en
numerieke waarden.
Indicatielampjes (leds)
•
Groene led/On: geeft aan of de besturingssectie is
ingeschakeld.
•
Gele led/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
•
Knipperende rode led/Alarm: geeft een alarm aan.
MG33MH10
Programmeerhandleiding
▲
▼
] [
]
]. Druk op [OK] om de
Danfoss A/S © Rev. 2014-01-30 Alle rechten voorbehouden.
LCP-toetsen
[Main Menu]
Selecteer een van de volgende modi:
•
Status
•
Quick Setup
•
Main Menu
1
Status
Quick
Setup
2
Menu
OK
On
3
Warn.
Alarm
Hand
Auto
4
O
on
Afbeelding 2.21 LCP-toetsen
Statusmodus
Geeft de status aan van de frequentieomvormer of de
motor.
Als zich een alarm voordoet, schakelt het NLCP
automatisch naar de statusmodus.
Er kan een aantal alarmen worden weergegeven.
LET OP
Het kopiëren van parameters is niet mogelijk met het
numerieke lokale bedieningspaneel LCP 101.
22.8
Afbeelding 2.22 Statusmodus
Setup
Main
Menu
Reset
on
rpm
Setup 1
21
2
2